Dúo Federico-D’Attellis – Uno

Juli 2021. Het duo Federico D’Attellis en Ana Josefina Nickelé interpreert de beroemde tango Uno van Enrique Santos Discepolo en Mariano Mores. Mooi gezongen en gespeeld door deze twee muzikanten. Zoekend op Youtube naar dit duo vind ik vooral gitarist Federico D’Attelis die in zeer variërende bezettingen optreedt.

Nummer 

Uno

Als ik degene kon vergeten die mijn hart ooit vernietigde en van je kon houden, dan zou ik je hoop omarmen om te huilen om je liefde.

Dramatisch lied, deze tango getiteld Uno. Afgaande op de romantische melodie zou een niet-Spaans sprekende persoon kunnen denken dat die “Uno” over een bijzonder iemand gaat, een geliefde of beminde persoon. Maar de “Uno” uit de titel betekent in deze context “men” en slaat op de eerste persoon enkelvoud, op de tekstdichter zelf. “Vol hoop zoekt men het pad dat dromen de verlangens beloven“, zo luidt de eerste regel. Die “men”, dat is dus de dichter zelf. Het eerste couplet meldt dat onze hoofdpersoon bedrogen is door het leven, door de liefde: zijn hart is koud en leeg. In het tweede couplet blijkt er een nieuwe liefde in het spel te zijn, maar die komt jammerlijk te laat: de hoofdpersooon is geestelijk al gestorven. Het derde en laatste couplet beschrijft het gezamenlijke verdriet, dat deze nieuwe liefde ten dode is opgeschreven.

De geschiedenis van deze tango “Uno” wordt verhaald op internetradio Tukma, in een uitzending van Matiás Ángeles (zie de link hieronder). Het verhaal is bijna te lang om weer te geven, maar in het kort komt het erop neer dat in 1940 de 21-jarige pianist Mariano Mores deze compositie voorlegde aan de beroemde tekstdichter Enrique Santos Discepolo. Discepolo liet de muziek drie jaar liggen, totdat hij, heel onverwacht, de tekst van “Si tuviera el corazón” voorlegde aan de componist. Mores dacht dat de tekst veel te lang was voor een tango, maar Fransisco Canaro overtuigde Mores ervan dat dit nummer hitpotentie had. Het nummer werd inderdaad snel een succes en werd door het enthousiaste publiek “Uno” gedoopt. Vier jaar later, in 1947 ging Discepolo op radio Belgrano in op de achtergronden van dit lied. In een van zijn radiouitzendingen uit de serie “Como nacieron mis canciones” legde Discepolo uit dat hij in 1943 in een diepe existentiële crisis verkeerde, een midlife-crisis die ging over ouder worden. Tien dagen duurde die crisis, tien dagen waarop Discepolo zich helemaal van de wereld afsloot en waarin de tekst van de tango “Uno” geconcipiëerd werd. Bron: https://www.youtube.com/watch?v=fIovo7ZJDzk

De tango “Uno” werd na publicatie snel een hit. De eerste die het in 1943 opnam was Tania, de geliefde van Enrique Santos Discepolo. Daarna volgden, ook in 1943, opnamen van Libertad Lamarque, van Francisco Canaro met Carlos Roldán, van Anibal Troilo met Alberto Marino en van Juan D’Arienzo met Hector Mauré. Later werd het opgenomen door onder andere Julio Sosa (1957) en Roberto Goyeneche (1968). Maar daar bleef het niet bij, ook internationaal werd het nummer een hit: “Uno” werd uitgevoerd door wereldsterren als Placido Domingo (1981) en Julio Iglesias (1992). Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Uno_(Enrique_Santos_Disc%C3%A9polo_and_Mariano_Mores_song)

Volledige vertaling
Nummer 

Eladia Cordoba y Andres Laza Moreno – Uno

Juli 2024, Hongkong. De onvolprezen Eladia Cordoba en Andres Laza Moreno treden op en interpreteren de tango Uno van Mores en Discepolo. Prachtig gedanst in Villa Urquiza-stijl, rustig en beheerst, mooi samen en mooi in de muziek. De muziek die speelt is van het orkest van Anibal Troilo, de stem is van Alberto Marino.

Villa Urquiza is woonwijk in Buenos Aires rond Plaza Echeverría, een bruisend plein met een traditionele draaimolen waar in het weekend regelmatig ambachts- en levensmiddelenmarkten worden gehouden. Naar die woonwijk is ook een stijl van Argentijnse tango genoemd.

De Villa Urquiza-stijl houdt grofweg het midden tussen de klassieke tango de salon (half-gesloten) en milonguero (100% close). In het Spaans heet dit Estilo Villa Urquiza. Deze term wordt gebruikt om een ​​tangostijl te beschrijven die in de jaren veertig en vijftig populair was in de wijk Villa Urquiza. Beschrijvingen van de Villa Urquiza-stijl variëren tot op zekere hoogte, maar omvatten over het algemeen de volgende kenmerken: er is een elegantie, soepelheid en precisie bij het lopen die gedeeltelijk wordt bereikt door dicht bij de grond te lopen. Lopen omvat een aanzienlijk deel van de dans. De houding is rechtopstaand. Tijdens het lopen is de omhelzing gesloten, maar kan bij ocho’s en giro’s geopend worden. Het voetenwerk tijdens ocho’s en giro’s kan uitgebreid zijn en kan elementen omvatten als sacadas, arrastres, boleos, dibujo’s en de sandwich. Opvallend afwezig in de Villa Urquiza-stijl zijn gancho’s, volcadas en colgadas.

Twee beroemde milonga’s in Villa Urquiza-wijk waren Sin Rumbo (†2016) en Club Sunderland (†2016). Enkele voorbeelden van de klassieke Villa Urquiza-stijl zijn duidelijk zichtbaar in video’s van demonstraties gegeven door de leraren Jorge Dispari en Maria del Carmen, door de dansers Gerardo Portalea en Susana, El Chino Perico, Carlos Perez en Rosa Forte, Alberto en Ester en Ramon ‘Finito’ Rivera, waarvan veel te vinden via Youtube. Merk op hoe de bewegingen in de klassieke Villa Urquiza-stijl afgemeten zijn en niet gehaast, hetgeen de frasering van de muziek weerspiegelt.

Vertegenwoordigers van de huidige generatie tangodansers zijn: Javier Rodriguez (met Geraldine Rojas, met Andrea Missé), Andres Laza Moreno en Samantha Dispari, Fabian Peralta en Natacha Poberaj, en Sebastian Missé en Andrea Reyero.

Barrio Villa Urquiza heeft een lange geschiedenis van betrokkenheid, ondersteuning en ontwikkeling van de tango. Wat nu Tango Estilo Villa Urquiza heet, was populair in de barrio van Villa Urquiza tijdens de Golden Era van de Tango en werd in Villa Urquiza zeker vertegenwoordigd sinds de Tango-renaissance van de late jaren 1980 en 1990. De karakteristieke stilistische variaties zijn echter niet beperkt gebleven tot deze barrio. Het is interessant dat veel van de genoemde video’s van deze stijl werden opgenomen in de milonga Glorias Argentinas in de wijk Mataderos, aan de zuidwestelijke rand van Buenos Aires, ver weg van Villa Urquiza aan de noordelijke rand. Naast Glorias Argentinas, staan ook andere milonga’s zoals El Pial in Caballito (ook in het zuidwesten van Buenos Aires) en Salon Canning (†2022) in Palermo (net ten noorden van de ‘downtown’ barrios) er historisch om bekend dat ze dansers hadden die een vergelijkbare tangostijl dansten.

Er wordt gezegd dat in de begindagen van de tango elke buurt zijn eigen tangostijl had. Met beperkt vervoer en sociale gewoonten van buurtloyaliteit is dit begrijpelijk. Tot op zekere hoogte waren stijlverschillen te wijten aan sociale klasse en sociale context. In de jaren ’40 en ’50, toen tango respectabeler werd en omarmd werd door de midden- en hogere klasse, werd de gesloten milonguero-stijl (in de jaren ’40 en ’50 soms aangeduid als ‘petitero’, ‘caquero’ of ‘confiteria’-stijl) geassocieerd met de meer anonieme alleengaandenscene in de binnenstad, terwijl de meer rechtopstaande houding en ietwat open Villa Urquiza-stijl meer voorkwam in de clubs van de barrio weg van het centrum waar mensen elkaar kenden.

Echter, in het 21ste eeuwse Buenos Aires, waar de collectivos, de subte, taxi’s en privé-auto’s mensen kunnen vervoeren naar eender welke milonga in eender welke barrio en waar bezoekers uit eender welke barrio (wereldwijd) toegelaten worden in eender welke publiek geadverteerde milonga, is stilistische segregatie door de geografie niet langer een karakteristiek verschil tussen de milongas van Buenos Aires. De ironie van het plakken van een buurtlabel aan een bepaalde stijlvariant van Tango de Salon is dat de klassieke Villa Urquiza-stijl niet eens meer de meest gedanste tangostijl is in de milongas van de barrio Villa Urquiza, zoals te zien is in sommige videoclips van milongas in Sin Rumbo en Club Sunderland. In feite, zelfs wanneer rekening wordt gehouden met de variatie die bestaat in Tango de Salon in de milongas van Buenos Aires vandaag de dag, komt de klassieke Villa Urquiza-stijl maar met een lage frequentie voor, zelfs in milongas van de wijk Villa Urquiza. Dit geldt niet voor de milonguero-stijl, die veel aanhangers heeft, vooral in milongas in het centrum zoals El Beso, Lo de Celia en Club Gricel. Bron (uit 2010): https://tangovoice.wordpress.com/2010/02/25/tango-estilo-villa-urquiza/

Nummer 

Remembranza

Hoe triest is het, na zoveel liefde, het geluk te herinneren dat voorbijging.

Melodramatisch en romantisch liefdesverdrietlied uit 1934, dit Remembranza (soms ook Remembranzas genoemd). Het lied gaat over de zoete herinnering aan een voorbije liefde. De teneur is er een van wanhoop, dat de geliefde vertrokken is, ver weg. Maar het lied spreekt ook van hoop, dat die illusoire liefde ooit weer mag terugkeren.

De lichtelijk gezwollen muziek van de tango Remembranza werd gecomponeerd door Mario Melfi, bandoneonista, orkestleider en componist. De Argentijnse Melfi vertrok in 1923 van Buenos Aires naar Parijs om nooit meer terug te keren. Hij trad in Europa op met het orkest van Bachicha en ook onder eigen naam, in onder andere Frankrijk, Zwitserland, Italië en Spanje. Melfi was bevriend met Carlos Gardel, net als de tekstschrijver van Remembranza, Mario Battistella. Remembranza werd in 1934 door beide Mario’s geschreven in Parijs en is dus eigenlijk, net als Poema (ook een compositie van Melfi), geen Argentijnse maar een Europese tango. De tekst van Battistella blinkt ook niet uit in diepgang. De tango Remembranza werd evenwel een groot succes, vooral in de uitvoering van het orkest van Osvaldo Pugliese met Jorge Maciel.

Volledige vertaling
Nummer 

Sebastian Arce y Mariana Montes – Remembranza

Augustus 2010, we zijn bij Milonguero Nights 2010, het 8e International Moscow Festival of Argentine Tango. De nog relatief jonge dansers Sebastian Arce en Mariana Montes interpreteren de tango “Remembranza” of “Remembranzas”. Prachtig gedanst, elegant, muzikaal en technisch zeer verzorgd. De muziek die speelt is van het orkest van Juan D’Arienzo, de zanger is Jorge Valdez.

Nummer 

Pequeña – Abraham Dorta

September 2015. Deze filmopname is een solo-video uit een serie van vier waarin de leden van de groep Madera fina (“Fijn hout”) uit Puerto Rico zich voorstellen. Abraham Dorta interpreteert de wals Pequeña van Maderna en Expósito, een wals ook bekend door de uitvoeringen van Mercedes Sosa en Chucho Avellanet. De commentatoren op Youtube schrijven: “Dit liedje ontroert mij enorm, ik zong het voor mijn kleindochter toen ze nog in de buik van haar moeder zat, nu is ze een lief meisje van 9 jaar” en “Ik heb veel versies van dit geweldige lied gehoord, totdat ik deze van Abraham Dorta hoorde. Ik dacht dat de beste die van Horacio Molina was, wiens unieke en eigenzinnige muziekstijl ik speciaal bewonder. Ik acht Abraham Dorta een virtuoos en vanaf vandaag is hij ook een van mijn favorieten.

Nummer 

Pequeña

Met de vleugels van jouw fantasie zul jij de vreugde van mijn eenzaamheid zijn.

Pequeña is de titel van een fijne tangowals. In vertaling betekent dit “Kleintje”. Dat kleintje is blijkens de tekst een jeugdliefde van de tekstdichter. De dichter roept een geheime plek op, een nachtelijk liefdesnestje van dons in de natuur, dichtbij de rivier. Daar ziet hij haar weer voor zich, met glanzende ogen, met rusteloze handen en een fantasievolle geest. In zijn dromen roept de tekstschrijver dit beeld op, in zijn dromen wacht hij op haar, zijn “kleintje”.

De muziek van deze wals is van Osmar Maderna, de tekst van Homero Expósito. Volgens zijn broer, de pianist Virgilio Expósito, werd Homero zijn hele leven achtervolgd door een gefnuikte jeugdliefde. Homero groeide op in de Argentijnse stad Zárate. Zijn achternaam Expósito betekent “Vondeling”; het is de door Homero’s vader aangenomen naam, die wees was. Al op jonge leeftijd maakte Homero, samen met zijn broer deel uit van een orkest. In 1938 componeeerde hij samen met zijn broer zijn eerste tango getiteld Rodando, gezongen door Libertad Lamarque. In 1945 verhuisde hij naar Buenos Aires. Naast zijn werk als auteur, zette hij zich in voor de Argentijnse Buma/Stemra, de organisatie van Argentijnse muzikanten SADAIC, waarvan hij jarenlang penningmeester was. Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Homero_Exp%C3%B3sito

Volledige vertaling
Nummer 

Federico Naveira y Inés Muzzopappa – Pequeña

September 2009, Milonga 10, Buenos Aires. In dit ietwat donkere filmpje interpreteren Federico Naveira en Inés Muzzopappa de tangowals “Pequeña”. Federico Naveira is de broer van Ariadna Naviera en zoon van Gustavo Naviera, de grondlegger van de Tango Nuevo. Als zodanig is Federico ook een exponent van de stijl van zijn vader. De muziek die speelt is van het orkest van Alfredo De Angelis, de stem is van Carlos Dante.

Tango Nuevo (“Nieuwe tango”) was een evolutie van de tangodans die zich in de jaren tachtig begon te ontwikkelen. Vóór de negentiger jaren werd de Argentijnse tango onderwezen op traditionele wijze: tango werd overgedragen door studenten de door de instructeur getoonde voorbeelden te laten kopiëren. Er werd geen nadruk gelegd op het hoe of waarom van een beweging. Vanaf de jaren negentig gebruikten Gustavo Naveira en Fabián Salas de principes van de danskinesiologie uit de moderne dans om de bewegingsfysica in de Argentijnse tango te analyseren. Met behulp van wat ze uit deze analyse leerden, begonnen ze vervolgens alle bewegingsmogelijkheden van de Argentijnse tango te verkennen. Door het werk van deze grondleggers van de tango nuevo-beweging vond er bij alle tangostijlen een verschuiving plaats van het leren wát te dansen naar het leren hóe te dansen. Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Nuevo_tango

Nummer 

Como se muere de amor

En in zijn blik, sereen en zuiver, ligt een bitter boekwerk en een liefdesroman besloten.

De tango Como se muere de amor is een aangrijpende ballade over de pijn en het verdriet van onbeantwoorde of verloren liefde. “Hoe men uit liefde sterft”, zo luidt de titel in Nederlandse vertaling. De zeer schetsmatige tekst neemt ons mee naar een intieme en melancholische scène waar een verliefde man in bed ligt, omgeven door een sfeer van eenzaamheid en wanhoop. Een tuin en een witte bloem in het raam symboliseren de schoonheid en kwetsbaarheid van het leven. Een viool speelt, het zachte, melancholische geluid ervan lijkt te reageren op de pijn van de liefdespatient. Op mysterieuze wijze arriveert een vrouw. Zij kust de zieke man op het voorhoofd. De tekst beschrijft hoe alle aanwezigen stil vallen bij deze scène, hetgeen de intensiteit van het moment en de impact van de liefde op hun leven onderstreept. De herhaling van de zinsnede “En in hun blik, een bitter boekwerk en een liefdesroman” versterkt het idee dat liefde zowel een bron van vreugde als van lijden kan zijn. Bron: https://www.letras.com/floreal-ruiz/como-se-muere-de-amor/significado.html

De mogelijk bekendste uitvoering van Come se muere de amor, die van het orkest van Alfredo De Angelis met zanger Floreal Ruiz, begint met een zogenaamde glosa, een gesproken, gedragen inleiding door iemand anders dan de zanger. Dat stukje gesproken proza aan het begin van sommige tango’s wordt een ‘glosa tanguera’ of ’tango glosa’ wordt genoemd. Een ‘glosa’ is een vorm uit de vroege Renaissance, ontwikkeld door dichters van het Spaanse hof in de 14e en 15e eeuw. In een glosa wordt hulde gebracht aan een andere dichter. Met betrekking tot de tango worden deze glosas gebruikt als een kort commentaar op de tango die volgt. Deze werden niet voorgedragen door de zanger, maar door een andere artiest (een glosador). Glosas waren met name heel gebruikelijk op de radio in de Gouden Jaren van de tango (1935-1955). Bron: https://tangosuraustralia.com/glosas-tangueras-tango-glosas/

Volledige vertaling

Gladys Rivero y El Puchu – Como se muere de amor

Juli 2014, San Telmo, Buenos Aires. Humberto “El Puchu” Puchulu is in en om Buenos Aires een bekende danser. Hier viert hij zijn verjaardag. Samen met Gladys Rivero interpreteert hij de tango Como se muere de amor. Mooie omhelzing en mooi rustig gedanst, passend bij het drama van het lied. De muziek die klinkt is van het orkest van Alfredo De Angelis, de stem is van Floreal Ruiz.