Rebeldía

Daarom vraag ik je om weg te gaan, om meteen weg te gaan, dat zou beter zijn!

Pittige tango, deze Rebeldía, oftewel “Opstandigheid”. In de tekst komt de ik-persoon in opstand tegen haar/zijn geliefde. De hoofdpersoon voelt zich een marionet, is er alleen om in de buurt te zijn van de geliefde, maar krijgt niets terug, slechts “liefdeskruimels”. Daarom vraagt de ik-figuur aan de geliefde om te meteen vertrekken, op te hoepelen. Pijnloos zal de scheiding niet zijn, want de ik-peroon weet dat “ik je liefde zó zal missen, elke nacht zonder jouw lach, zonder jouw stem!

Volledige vertaling
Nummer 

La puñalada

Maar met haar ogen spoorde het mooiste meisje hem aan die nacht om op te staan om hen in een tango lik op stuk te geven.

Een duistere dansgelegenheid, broeierige ogen, een knap meisje, dat is de setting van La puñalada, oftewel “De steekwond”. In de tekst van deze milonga stapt een lefgozer een dansgelegenheid binnen, vast van plan zich niets aan te trekken van de uitdagende sfeer die er heerst. Maar het knapste meisje nodigt hem uit een tango te dansen en daarna is de beer los, de lokale messentrekkers laten dat niet op zich zitten. Dood moet hij en dood gaat hij: ze bespringen hem en hij zakt neer, zijn dolk tot aan het heft in zijn torso.

De milonga “La puñalada” is het meest bekend in de instrumentale versie zoals neergezet door het orkest van Juan D’Arienzo. In 1943 nam D’Arienzo een nieuwe 72-toerenplaat op, waarvan 17.000.000 exemplaren werden verkocht. Zelfs naar hedendaagse maatstaven is dit een krankzinnig aantal, en binnen het domein van de tangomuziek is het record nooit verbroken. De plaat bevatte de onsterfelijke “La cumparsita” op kant A, en op kant B de milonga “La puñalada”. Interessant genoeg kwamen beide nummers niet uit Buenos Aires, maar uit Montevideo.

Negen jaar daarvoor liet Francisco Canaro, midden in een live optreden, de “Milonga sentimental” los op het nietsvermoedende danspubliek en blies daarmee een nieuwe dans tot leven. Daarvóór werden milonga’s alleen gezongen, maar nooit gedanst. Zelfs de eerste opname van “Milonga sentimental”, die Canaro eind 1932 maakte met Ada Falcón, was puur cancion. Maar in 1933 werd milonga een nieuwe dans, een zeer trendy dans. Het toeval wil dat in hetzelfde jaar 1933 een weinig bekende tangoartiest en componist uit Montevideo, Pintín Castellanos, zijn eerste publieke optreden had in de Carrasco-nachtclub. Naar eigen zeggen hield Pintín altijd al van de sfeer van de buitenwijken, en het is dan ook niet verwonderlijk dat de nieuwe tango die hij recentelijk schreef, “La puñalada” heette. Puñalada is een steekwond.

Deze milonga kreeg niet veel aandacht tot aan de lente van 1936, toen Juan D’Arienzo, die zich voorbereidde op zijn jaarlijkse tournee in Montevideo, op zoek ging naar nieuwe muziek. In 1936 waren milonga’s zeer wel ingeburgerd in het repertoire van de grote tango-orkesten, en D’Arienzo was geen uitzondering. D’Arienzo was bevriend met Castellanos, dus hij was op de hoogte van zijn recente werk en vermoedde, terecht, dat hij een warm onthaal zou krijgen als hij iets speelde dat lokaal al bekend was. Maar het was het genie van Rodolfo Biagi, die samen met violist Domingo Mancuso, D’Arienzo’s arrangeur, “La puñalada” omschreef tot een pittige milonga. Op een extreem warme dag in de zomer van 1936 kwam Pintín Castellanos naar Café Tupí Nambá dat bomvol zat met fans van D’Arienzo. De King of the Beat merkte de oude vriend in de menigte op en waarschuwde hem dat er een speciale verrassing voor hem zou zijn, direct na de pauze. Het orkest verzamelde zich op het podium en Pintín herkende zijn tango nauwelijks in het punchy geluid van het orkest van D’Arienzo, rijkelijk besprenkeld met Biagi’s versieringen. Het publiek ging uit zijn dak.

In 1937 maakte D’Arienzo zijn eerste opname van “La puñalada”. In 1943 volgde de tweede, samen met “La cumparsita”. Daarna maakte de King of the Beat er nog twee, een in de jaren ’50 en een in de jaren ’60. Toen Francisco Canaro in 1937 zíjn eerste opname van “La puñalada” maakte, slechts een maand na die van D’Arienzo, besloot de peetvader van de milonga gek genoeg om de oorspronkelijke tango-beat te behouden. Canaro nam het nummer twee keer opnieuw op, als milonga, in de jaren ’40 en in de jaren ’50. In totaal zijn er meer dan honderd verschillende uitvoeringen van “La puñalada”. Bron: https://elespejero.wordpress.com/2015/09/25/tango-stories-la-punalada/#more-246

Volledige vertaling
Nummer 

Tinta roja

Trottoirs die ik bewandelde, geboefte dat er niet meer is— onder jouw satijnen hemel nachtbraakt een stukje van mijn hart.

Prachtig lied, deze tango genaamd Tinta roja, oftewel “Rode inkt”. De tekst is een zeer impressionische schets vol flarden uit een grijs verleden. Centraal in de tekst staat een rode vlek op een muur. Dat rood komt terug in het rood van een brievenbus en het onvermijdelijke kroegje op de hoek waar een Italiaan huilt om zijn liefje. Daarna komt het rood nogmaals terug als het bloedende hart van de tekstdichter die een meisje uit de buurt beminde, een meisje dat — hoe kan het ook anders — weer vertrok. De dichter kijkt met heimwee terug, naar zijn oude buurt, de trottoirs, het geboefte op straat, haar balkon, de nachtelijke hemel van weleer.

Volledige vertaling
Nummer 

Tristezas de la calle Corrientes

Wat een droefenis, je bleke lichten! Je aanplakborden zwanger van dromen, je posters, kartonnen gelach.

Prachtige tango, deze Tristezas de la calle Corrientes. De titel betekent ‘Droefenis van de Corrientes-straat’, verwijzend naar een iconische avenue in Buenos Aires die bekend staat om zijn culturele betekenis, zijn bruisende nachtleven, zijn theaters. De tekst schildert deze straat af als een rivier die voortdurend in beweging is, als een vallei die mensen in hun dagelijkse strijd doorkruisen. Door het nummer heen wordt de straat niet alleen geportretteerd als een fysieke locatie, maar ook als een entiteit die de collectieve emotionele toestand van de stad ervaart en weerspiegelt.

De symboliek in deze tango is rijk en suggestief. Corrientes-avenue wordt niet alleen beschreven als een bruisende slagader van de stad, maar ook als een plek waar dromen en verdriet door elkaar heen lopen. Zinnen als “je aanplakborden zwanger van dromen” en “je posters, kartonnen gelach” illustreren de dissonantie tussen uiterlijke schijn en innerlijke wanhoop. De lichten in de straat, normaal symbolen van levendigheid, worden gekenmerkt door een “trieste bleekheid”, die een verlies aan vitaliteit suggereert. Bovendien weerspiegelt de meedogenloze commercialisering van menselijke emoties een maatschappelijke kritiek op oppervlakkigheid.

Deze tango, opgenomen in 1942, verschijnt in een turbulente periode in de geschiedenis van Argentinië, gekenmerkt door politieke instabiliteit en sociale veranderingen. Dit tijdperk werd gekenmerkt door de opkomst van het populisme en een groeiend bewustzijn van de strijd van de stedelijke arbeidersklasse. De aangrijpende weergave van Corrientes-avenue weerspiegelt de bredere maatschappelijke omstandigheden: een plek van zowel hoop als wanhoop, waar dromen zowel geboren worden als sterven. De historische weerklank van deze tijd wordt gevangen in de contrasterende beelden van dakloosheid en het diepgewortelde verlangen naar succes.

De tekstschrijver Homero Expósito was een bekende Argentijnse tekstschrijver en dichter, beroemd om zijn belangrijke bijdragen aan het tango-genre. Zijn werken worden geroemd om hun lyrische en emotionele diepgang, het zijn vaak complexe verhalen die reflecteren op liefde, verdriet en maatschappelijke kwesties. Bron: https://tangodj.eu/en/music/en-tristezas-de-la-calle-corrientes_1942_miguel-calo_raul-beron/

Volledige vertaling

Esquinas porteñas

Jouw leven en mijn leven kruisten elkaar, jij nam het pad dat nooit terugkeert.

Esquinas porteñas heet deze tangowals, in het Nederlands te vertalen als “Hoofdstedelijke hoekjes” of beter als “Hoekjes van Buenos Aires”, want porteño is het bijvoeglijke naamwoord afgeleid van puerto, “haven” dat naar de havenstad Buenos Aires verwijst. De tekst van deze wals schetst een zachtaardige, weemoedige herinnering aan een verloren gegane liefde. De herinneringen worden opgeroepen door de schilderachtige hoekjes van een wijk in Buenos Aires in een regenachtig, winterlijk seizoen. Ooit liep de dichter samen met zijn geliefde door deze straatjes, maar helaas is dat over: zij is vertrokken.

De muziek van de wals Esquinas porteñas werd gecomponeerd door Sebastián Piana (1903-1994). Tekstschrijver was Homero Manzi (1907-1951). Manzi’s eerste tango was “El ciego del violín”, uiteindelijk “Viejo ciego” geheten. Manzi was toen, in 1926, pas 19 jaar oud. De muziek was ook van de hand van Sebastián Piana. Na deze eerste kennismaking ontwikkelden Piana en Manzi een oeuvre dat de harten van de porteños en de partituren van orkesten en zangers zou veroveren. Ze vernieuwden de milonga met nummers als Milonga sentimental, Milonga del novecientos, Milonga triste, Juan Manuel, Milonga de los fortines, Pena mulata, Milonga de Puente Alsina, Carnavalera, Papá Baltasar, Betinotti. Daarnaast schreven ze de tangos El pescante, De barro, Su carta no llegó, Voz de tango, Dale…dale! en de walsen Paisaje, Serenata gaucha, Lluvia en deze Esquinas porteñas.

Manzi bezat het gevoelige, heldere palet om de adolescente landschappen te schilderen die voor altijd op zijn netvliezen gebrand stonden. De titel van Esquinas porteñas plaatst ons in de nederige buurten in het zuiden van Buenos Aires waar jongeren elkaar ontmoetten om te praten over de wedstrijd van zondag, het laatste nieuws, de ruzies in de buurt, de nieuwe buren, het meisje dat hen bezig hield. Dat gebeurde op de hoek van de buurt. Buurtromances werden met aandachtige ogen en oren gevolgd. Verhuizingen lieten een spoor van leegte achter. De hoek had ook de lokroep van het amoureuze rendez-vous, een glimp van de hemel in een zeepbel tegen de achtergrond van de gewoonten en gebruiken in dat nederige gebied vol kuilen in de weg en afbladderende muren. Manzi loopt mentaal door die straten, die hoek waar hij een voorbijgaande vriendin had die hem zoveel herinneringen naliet en roept haar op met de atmosfeer van die dagen. Op het kruispunt van zijn herinneringen komen de winterregens, de beschilderde muren, de schaduwen en vooral de onvergetelijke hoeken van Buenos Aires tot leven.

Homero leefde slechts vierenveertig jaar, maar dat was genoeg om ons een prachtig oeuvre na te laten. Niemand schilderde tangos zoals hij: Sur, Barrio de tango, Romance de barrio, Milonga de Puente Alsina. Manzi had geen behoefte aan fictieve kunstgrepen en portretteerde op realistische wijze en met diepgang intieme, emotionele banden. Vooral wanneer hij zijn jeugdromance herbeleeft en die hoek van de wijk Buenos Aires het symbool wordt van zijn tegenspoed. Haar geest zweeft over het landschap en die hoek.

Piana’s muziek gaf nog meer vitaliteit aan Esquinas porteñas, deze bescheiden wals die Ignacio Corsini in 1933 met groot succes in première bracht. Corsini zou die het jaar daarop opnemen, net als Mercedes Simone. Elf jaar later nam Ángel D’Agostino het nummer op met zijn orkest, op 22 mei 1942, met zanger Angel Vargas. Bron: https://tangosalbardo.blogspot.com/2021/11/esquinas-portenas.html

Volledige vertaling

Gólgota

Want ik gaf mezelf zonder te zien aan wie ik me gaf, en als beloning lig ik nu op mijn knieën.

Golgota is een naam van een tango die de titel, “Golgotha”, waardig is. De tekst bespreekt de lijdensweg van een naief, gevoelig iemand die slachtoffer is van de maatschappelijke zelfzucht, van de enge maatschappelijke normen. De hoofdpersoon geeft zich helemaal, maar wordt als beloning afgedankt. Zijn leven is een kruisgang naar de calvarieberg, naar Golgotha. Uitkomst biedt alleen de drank: de drank biedt hem moed om “op te treden in dit dagelijkse circus met de pirouettes van zoveel clowns“.

De muziek van Gólgota is van de hand van pianist en orkestleider Rodolfo Biagi, de tekst is van Francisco Gorrindo. Maar evengoed had de tekst van Enrique Santos Discépolo afkomstig kunnen zijn, zo zwart, duister en maatschappijkritisch zijn deze lyrics. Vergelijk bijvoorbeeld Yira, yira of Cambalache, twee messcherpe tango’s van Discepolín. Francisco Gorrindo (1908-1963) kwam uit een middenklassegezin, werkte voor de overheid maar hield van het nachtleven. In de jaren 1936-40 schreef hij veel grote hits, zoals bijvoorbeeld La bruja, Paciencia, La vida es corta en deze Gólgota.

Volledige vertaling
Nummer 

Confesión

Licht van mijn leven!… Ik was een mislukking en in mijn val probeerde ik je niet mee te slepen omdat ik zoveel van je hield.

Prachtige tango, deze Confesión, oftwel “Bekentenis”. De schokkende tekst is de bekentenis van een ex-minnaar die zichzelf niet waardig genoeg acht voor zijn geliefde. Hij zet haar, de geliefde, op een voetstuk: hij is een mislukkeling, maar zij straalt, zij is de koningin. Om haar te redden van een vergeefse toekomst met hem laat hij haar vallen. Hij doet haar pijn, mishandelt haar, met als enig doel dat zij hem gaat haten, dat was zijn manier om haar te redden. Een liefdesverklaring en liefdesafscheid ineen, dat is de vreselijke spagaat van deze tangotekst.

De première van Confesión was op 16 oktober 1930, toen Tania, de levenspartner van Enrique Santos Discépolo, het opvoerde in het Maipo-theater. Ze zong ook de tango’s Cartas de amor en Pan, maar de eerste tango kreeg het meeste applaus. Datzelfde jaar werd Confesión opgenomen door het orkest van Pedro Maffia met Francisco Fiorentino voor Columbia Records en later door andere artiesten.

Voor Manuel Adet is deze tango: “het best vertelde verhaal, het meest Discépolo en het meest verschrikkelijke, het heeft een religieuze en tegelijkertijd lyrische reminiscentie. Discépolo spreekt tot zichzelf. Of tot zijn lezers. Wij zijn zijn vertrouwelingen. De teksten van de tango zijn verschrikkelijk en mooi. Het personage is geen held; hij is een anti-held, dat wil zeggen iemand die zijn grootsheid onthult omdat hij zichzelf uit “zuiver geweten” opoffert om haar geluk mogelijk te maken. Discépolo gaat niet naar de mis, hij biecht niet bij de priester, maar hij heeft zojuist zijn meest christelijke gedicht geschreven.”

Guillermo Del Zotto stelt dat in Confesión: “er onderdelen in de compositie zijn die het op een onbereikbaar hoog podium plaatsen. De tango spreekt over iemand die zichzelf gehaat maakt door de vrouw van wie hij het meest houdt. Hij slaat haar om haar te redden van zijn eigen ondergang. Een jaar later ziet hij haar “mooi as de zon” en is hij blij voor degene die zo van haar kan genieten omdat hij haar verdient. Hij vertelt een verhaal als een perfect sprookje. De tekst gaat rond in cirkels, als een eeuwige slotscène van een gedenkwaardige film: iemand doet iets voor een ander en zorgt er dan voor dat diegene er nooit achter komt. Zo wordt de toeschouwer/lezer medeplichtige van dit grote offer.” Bron: https://es.wikipedia.org/wiki/Confesi%C3%B3n_(tango)

Volledige vertaling
Nummer 

La cicatriz

Wees tevreden met een plek op het balkon, omdat ze je in je gezicht een litteken achterlieten.

La cicatriz is een milonga uit 1939, bekend in de uitvoering van Juan D’Arienzo uit datzelfde jaar. “Het litteken”, zo luidt de titel in het Nederlands. De zeer bondige tekst (slechts vier zinnen) gaat over een maffioso, een stoere bandiet die eens heerste over een wijk van Montevideo. Maar sinds hij een litteken heeft opgelopen op zijn gezicht, is zijn heerschappij voorbij en is hij gedwongen om vanaf de zijkant toe te kijken.

Volledige vertaling
Nummer 

Adiós Chantecler

Je splendeur is uit elkaar gevallen, feestminnend en hartelijk Chantecler.

Nostalgisch nummer, deze tango genaamd Adiós Chantecler. Chantecler was een beroemde nachtclub uit de gouden era van de tango. Maar eind jaren vijftig liep de tango op zijn eind. Als teken aan de wand ging in 1958 Chantecler dicht. In de tekst van deze tango loopt de dichter van dit nummer, Enrique Cadicamo, langs het gesloten pand. Hij voelt zich droevig. Hij herinnert zich beroemde bezoekers, de René waarop hij verliefd was, het orkest van Juancito D’Arienzo dat de zaal liet trillen.

“Chantecler” komt van Chanteclair, een woord van Franse oorsprong (“Heldere zang”). Aanvankelijk heette de gelegenheid ‘Moulin Rouge’, daarna ‘Campi’. Uiteindelijk werd het tot aan de sluiting “Chantecler” genoemd. Het cabaret werd geopend in 1924. Het opereerde in Buenos Aires, in een gebouw dat voor dat doel was gebouwd, in 440 Paraná Street, een paar meter van Corrientes Avenue. Het was actief tussen december 1924 en 1959, toen het ophield te bestaan. In 1960 werd het gesloopt. De club was oorspronkelijk eigendom van de Franse burger Charles Seguin, om later in handen te komen van Amadeo Garesio en zijn vrouw Lucía Teresa Comba (Giovanna Rithana). Het werd bezocht door artiesten, politici, dandy’s, toeristen en rijke mensen die kwamen om te drinken, eten, dansen en naar de shows te kijken, die voornamelijk met tango te maken hadden.

De “Chantecler” opende elke dag zijn deuren. Charles Seguin was, naast deze locatie, ook eigenaar van onder andere het Casino en de Tabaris-theaters. Bij de ingang was een parkeerplaats waar auto’s hun passagiers direct voor de deur konden achterlaten, waar ze werden begroet door de portier. Binnen waren er drie dansvloeren, een groot podium, loges met rode ribfluwelen gordijnen zoals in de theaters en met een directe telefoon voor bestellingen. Achterin de zaal was een exotisch verwarmd zwembad waar jonge, aantrekkelijke meisjes waterspelletjes speelden om het publiek te vermaken. Ziehier een Youtube-video van een filmscene uit 1932 vanuit Chantecler, met het orkest van Juan D’Arienzo spelend op het balkon, de meisjes in het zwembad en elegante mensen aan tafel met de “coperas” en op de dansvloer.

De “coperas” waren hostessen: jonge, mooie vrouwen die werden uitgekozen door Rithana en door haar ingehuurd. De klant moest zoveel mogelijk drankjes nuttigen bij verschillende hostessen, daarom werden ze ook wel “alternadoras” of “milongas” genoemd. Deze meisjes consumeerden thee, terwijl de klant whisky kreeg. Ze konden het cabaret niet verlaten voordat de tent zijn deuren sloot om drie of vier uur ’s nachts, wanneer het orkest “La Cumparsita” speelde, de laatste tango van de nacht.

Anibal Troilo, een regelmatige bezoeker van de zaal, herinnert zich: “Juan’s orkest was fascinerend, het had een ritme dat naar de voeten ging. In die tijd, in 1940, had hij zelfs drie zangers en de muzikanten, die jong waren, ongeveer 20 jaar oud, werden bijna duizelig, je kon een enorme energie voelen. D’Arienzo was rusteloos, niet te stoppen, hij domineerde het podium als een boxring”. Alberto San Miguel, een van de bandoneonspelers herinnerde zich hem als volgt: “Elke keer als ik de maestro zag aankomen, ging ik zweten, want Don Juan kwam naast je staan en schreeuwde naar je, hij vroeg je om meer en meer, het was zo eng. Hij was een totale energiebron voor ons allemaal”.

Juan D’Arienzo trad 28 jaar lang op in het Chantecler-cabaret. Deze nachtelijke tempel van Buenos Aires sloot eind 1958 zijn deuren en werd in 1960 gesloopt. Er is een gedenkplaat op de locatie aan de Paranástraat 430. In 1958 bracht D’Arienzo een passend eerbetoon aan de nachtclub in de vorm van de tango “Adiós, Chantecler”, met de stem van Jorge Valdez. In 1970 volgde “Glorioso Chantecler”, met de stem van Osvaldo Ramos. Bron: https://rauldeloshoyos.com/juan-darienzo-el-rey-del-compas/

Volledige vertaling

El tigre Millán

Zelfs in het aangezicht van de dood was hij nooit bang, want “El Tigre Millán” was een echte man.

El tigre Millan is een tango over een echte vent. Een bullebak om te zien, geen knappe man. Donkere huid, zwart krulhaar en een ontsierend litteken op zijn gezicht. Bang was hij niet, deze tijger genaamd Millán, hij sloeg om zich heen als het moest. maar veel geluk had hij niet, niet in het gokken en niet in de liefde. Hij werd afgewezen door de enige vrouw waarvan hij hield. Uiteindelijk werd hij op een nacht verraderlijk neergestoken door twee mannen die het op hem gemunt hadden.

Tekst en muziek van El tigre Millán zijn van Francisco Canaro, de grote orkestleider met meer opnamen dan ieder ander: zo’n 3800. Er bestaan verschillende versies over de oorsprong van deze tango. Canaro heeft nooit een poging gedaan om de zaak op te helderen, want daardoor zou het nummer zijn mysterieuze status verliezen. Eén versie is dat er rond 1900 in de buurt van Barracas een man woonde die werkte als arbeider in een vleesverpakkingsfabriek, een harde werker en bezoeker van de milongas, maar met een reputatie als slechterik die zijn bijnaam Tigre Millán had opgeleverd (hoewel dat niet zijn achternaam was). De versie geeft aan dat de man altijd dezelfde vrouw uitkoos om mee te dansen, die niet alleen de beste danseres was, maar ook de minnares van een politiechef uit La Boca. De jonge vrouw merkte tegen deze laatste op dat ze niet graag met El Tigre danste omdat hij vuil, met de geur van zijn werk en in dezelfde kleren naar de dansvloer ging. De politieman stuurde twee ondergeschikten in burgerkleding die El Tigre op een nacht aanvielen om hem bang te maken, maar toen hij een mes trok om zich te verdedigen, schoten ze hem neer. Van deze versie geven sommigen meer details, ze plaatsen de actie aan het begin van de 20e eeuw, ze zeggen dat de man uit Entre Ríos kwam, dat hij in de Anglo vleesverpakkingsfabriek in Avellaneda werkte en dat hij twee nachtclubs bezocht aan weerszijden van de Alsinabrug, “La Blanqueada” in de hoofdstad, en “La chancha negra”, een bodegón milonguero, waar ook hanengevechten met hoge inzet plaatsvonden, gelegen aan de provinciale kant, naast waar nu het monument van “El tigre Millán” staat (zie verderop).

Een andere versie brengt de tango in verband met een krantenverkoper genaamd Carlos Millán die zijn kraam had op een hoek in Valentín Alsina, die drukbezocht werd voor zowel de verkoop van kranten als voor het inzetten van illegale weddenschappen. Millán werd onder druk gezet door twee broers – sommigen zeggen dat ze zijn hoek wilden hebben en anderen zeggen dat het een rokkenkwestie was – die beschermd door enkele politici hem op een nacht lieten vermoorden. In sommige versies lukte het Millán om vier aanvallers neer te schieten voordat hij stierf. Met betrekking tot deze versie zegt Walter Ercoli dat de krant La Defensa de Valentín Alsina op 6 januari 1935 onder de kop Hechos graves que conmueven a la población meldde dat de buren en vrienden van Carlos Millán ontkenden dat Millán, gedood in een hevige schietpartij met de politie, een crimineel was zoals de politie beweerde. Maar, concludeert Ercoli, dit kon niet Canaro’s Tigre Millán zijn omdat op die datum de tango al in première was gegaan.

Op een pleintje in Valentín Alsina in de provincie Buenos Aires bevond zich het Monumento al Malevo, ook bekend als El malevo de fierro, een acht meter hoog werk dat herinnert aan de man die wordt afgebeeld in “El Tigre Millán”. Volgens de stedelijke mythologie werd deze vermoord wegens het verraad van een vrouw. Naast “El fierro” staat een ander beeld dat Tango de acero (“De tango van staal”) wordt genoemd. Beide beelden zijn gemaakt door de beeldhouwer José Perera, een in 1948 geboren Madrileen die al jaren in Valentín Alsina woont en zich sinds 1970 bijna uitsluitend aan de beeldhouwkunst wijdt. Zijn werken zijn van geslagen plaatstaal dat hij koud modelleert door hameren en autogeen lassen. Op 29 juni 2018 werden de twee monumenten door de gemeente Lanús verwijderd met als doel de Tango de acero op het pleintje aan de overkant van de laan te plaatsen en El malevo de fierro te verplaatsen naar een andere plek in het oostelijke deel van de wijk. Bron: https://es.wikipedia.org/wiki/El_Tigre_Mill%C3%A1n

Volledige vertaling

La loca de amor

Arme Lola, hoe teder aanbad ze haar eerste vurige liefdes, die prachtige, heldere schitteringen die de liefde in haar boezem achterliet.

Bijzonder lied, deze wals getiteld Loca de amor of beter: La loca de amor. De tekst is een beetje ééndimensionaal, op het sentimentele af. De titel betekent: “De liefdes-gekkin” en deze gekke vrouw is de hoofdpersoon van de tekst. Lola is haar naam. Zij leeft op het platteland, houdt van haar geliefde Marcelo, maar de laatste komt als dienstplichtige om in de oorlog met een vijandig buurland. Sindsdien is Lola gek van verdriet. Hoe knap ze ook is, in haar omgeving staat ze bekend als een “loca de amor”. De gekte neemt alleen maar toe en bezorgt haar uiteindelijk haar dood: ze kan niet meer zonder haar Armando.

De tekst van dit nummer komt rechtstreeks uit het gedicht La Loca de Amor uit 1940, geschreven door Ricardo Juan Podestá, ook de auteur van de tango Don Juan (El taita del barrio). De muziek is een zeer oude 19e-eeuwse melodie, die uitgewerkt en verfijnd werd door Enrique Caviglia. Bron: https://lyricstranslate.com/en/la-loca-de-amor-madwoman-love.html

Volledige vertaling
Nummer 

Se muere de amor

Langs de straten van de wind zal ik een stukje nostalgie zijn op zoek naar jou.

Een droevig liefdesverdriet, dat is deze Se muere de amor. In het Nederlands: “Smachtend van liefde”. In de tekst van deze tango herinnert de tekstdichter zich de zwarte haren van de geliefde, haar bleke gezicht. Zij is voor hem een droom waaraan hij zich koestert. Maar zij komt niet terug. Zij is als een lied in de verte, hij blijft op zoek naar haar.

Smachten van liefde, dat komt natuurlijk veel voor in de tango. Afgaand op de titel, laat deze tango zich makkelijk verwarren met bijvoorbeeld Come se muere de amor (bekend in de uitvoering van De Angelis) en Cuando el amor muere (net als deze Se muere de amor uitgevoerd door Di Sarli). Zo gek is dat natuurlijk niet. De website tango.info geeft meer dan 700 titels met amor, en meer dan 100 titels met alle vervoegingen van morir en muerto. De doorsnede van deze twee lijsten mag je zelf uitrekenen, maar de grootte daarvan is dus minstens drie.

Volledige vertaling

Cuando el amor muere

Mijn verlangens bevinden zich tussen twee vuren; ik zou deze passie willen verdrinken, mijn vleugels uitslaan en vertrekken.

Veel tango’s (59% volgens de steekproef op deze website) gaan over liefdesverdriet. De tango Cuando el amor muere gaat over een diep soort liefdesverdriet: dat men niet meer voluit kan liefhebben nadat de eerste grote liefde over is. “Wanneer de liefde sterft”, zo luidt de titel in het Nederlands. In de tekst wordt het hart van de dichter verscheurd tussen twee liefdes: één die geweest is en een actuele verovering. Het probleem is dat die eerste liefde het diepst lijkt te gaan en hem nog steeds claimt. Letterlijk zegt de tekst: “Wanneer die eerste liefde sterft, keert een andere niet naar het hart weerom, want deze passie kust ons slechts eenmaal, en vaarwel.” In het vervolg lijkt de tekstdichter ondanks alles toch verder te willen met zijn huidige liefde: “Maar, vandaag, dat ik in liefde leef, voor deze liefde riskeer ik alles, want men kan zich niet aan een passie overgeven wanneer angst brandt in het hart.”

Volledige vertaling

Mano brava

Waar wacht je nog op om terug te keren, Mano Brava, om de jongens te omarmen die je je naam en reputatie gaven.

Dubbelzinnig lied, deze milonga genaamd Mano brava. De tekst gaat over een lokale held met de naam als in de titel, hier te vertalen met “Kaartheld”. Deze held is de wereld ingetrokken om nooit meer naar zijn oude buurtje terug te keren. In het lied zijn er twee lagen; de eerste is het verzamelde volk dat in de lokale taverne een lied aanhoort dat de geschiedenis van Mano bravo verhaalt. De andere laag is het lied zelf, dat we ook te horen krijgen. Daaruit komt geen positief beeld van onze Mano brava naar voren: hij is een opschepperige macho, een kaartheld die goed is in pokeren, vooral dankzij vals spel. Zijn buurt heeft hij lang geleden met onbetaalde rekeningen achter zich gelaten. Mano bravo is een mythe geworden. Maar ondanks alles zouden zijn oude vrienden hem graag nog een keer willen terugzien om hem te omhelzen. For old time’s sake, zeg maar.

Volledige vertaling
Nummer 

Bajo el cono azul

Vlinder die, toen ze de zon wilde bereiken,
 alleen
 het licht van een spotlight vond!

Droevige tango, deze Bajo el cono azul. Letterlijk betekent de titel “Onder de blauwe kegel”. In de tekst van deze tango is deze kegel een lichtkegel, een spotlight. In het midden van de blauwe spotlight danst Suzú. Ooit danste zij in Parijs: twintig jaar was ze, ze werd verliefd en bedrogen. Daarna belandde ze in Buenos Aires (waarschijnlijk via een Argentijnse lover, maar daarover zegt de tekst zegt niets). Aldaar danst ze, ouder en wijzer, weer in de spotlights. Vanaf een tafeltje aan de zijkant wordt ze bewonderd door de tekstdichter. Ooit was hij verliefd op haar, maar die liefde bleef onbeantwoord. Dus kijkt de eenzame tekstdichter naar de in de liefde teleurgestelde Suzú, die in de spotlights eenzaam haar rondjes blijft draaien.

De uitvoering van Alfredo De Angelis van Bajo el cono azul heeft, net als Como se muere de amor, een prachtige gesproken inleiding, een glosa, van Nestor Rodi. In Nederlandse vertaling: “Vanaf mijn tafel bekijk ik de dans uit mijn herinnering: Parijs met zijn grootsheid waarin mijn verlangens verdrinken, en degene van wie je hield draag je mee als kruis, dans die nog droeviger is onder de blauwe spotlight…

Volledige vertaling

Marioneta

De vrolijke kinderjaren zijn voorbijgegaan op weg naar de vergetelheid; zo ook de poppen.

De tango Marioneta gaat niet zozeer over een marionet, zoals de titel luidt, alswel over een poppenspel. De tekst haalt een jeugdherinnering op van de tekstdichter, die in zijn jeugd getuige was van een poppenspel. Het decor is een statig, koloniaal woonhuis met een bloemrijke patio. Voor de verzamelde kinderen treedt een poppenspeler op, met marionetten aan touwtjes. In het publiek zit een zeer spontaan en betrokken jong meisje dat volledig opgaat in het poppenspel. De dichter is danig onder de indruk van haar. Het meisje groeit op tot een knappe jongedame die het ene na het andere compliment krijgt. Ze verlaat haar huis, niemand weet met wie. Een aantal jaren later komt de dichter haar weer tegen, in een caberet waar ze één van de animeermeisjes is.

De tango Marioneta werd in 1928 gemaakt en gepresenteerd in één van de beroemde Max Glücksmann-competities, een publiekscompetitie voor tangonummers. Het lied werd in de tweede ronde uitgeschakeld. Armando Tagini was 22 jaar oud toen hij de tekst ervan schreef. Zijn vriend Guichandut zette de tekst op muziek. Samen schreven ze voor Carlos Gardel de tango’s Perfume de mujer (2e plaats in de 1927-competitie) en Misa de once (Gran Premio de Honor in de 1929-competitie). Tagini begon eigenlijk als zanger. Tegelijkertijd schreef hij zelf tango’s die gezongen en opgenomen zouden worden door de beroemde stemmen uit zijn tijd: Gardel, Corsini, Magaldi, Azucena Maizani, Mercedes Simone en anderen. Gardel nam uiteindelijk zeven van zijn creaties op. 

Over de oorsprong van deze tekst vertelde Tagini dat hij samen met andere kinderen uit de wijk Balvanera de optredens bijwoonde die werden aangeboden door een poppenspeler op de patio van een oud huis aan de Agüerostraat 300 (toen nog Laprida geheten). Onder degenen die met spanning op het schouwspel wachtten, bevond zich een heel arm meisje van ongeveer zes jaar oud, dat in Tagini’s herinnering Maria heette. Staand op een houten kruk applaudisseerde, schreeuwde, lachte en sprong het meisje als geen ander opgewonden voor de personages die haar verbeelding aanwakkerden. Naarmate de tijd verstreek, werden de kinderen groter, de poppenspeler verdween en de patio was leeg. Het meisje – inmiddels een jongedame – verliet de buurt om nooit meer terug te keren en Tagini zag haar pas weer toen ze twintig jaar oud was: ze was danseres geworden in een nachtclub.

Deze prachtige tango was de eerste opname van Floreal Ruiz, zowel in het orkest van Alfredo de Angelis (1941) als in dat van Aníbal Troilo (1944). Ruiz zou het nummer nogmaals opnemen met de formatie van José Basso in 1963. Bron: http://tangosalbardo.blogspot.com/2023/04/marioneta.html

Volledige vertaling
Nummer