Que tiempo aquel de ayer

Een bullebak met een “wat kan mij het schelen”-gebaar, hooghartig en ruziezoekend.

Raadselachtige tekst van deze milonga, getiteld Que tiempo aquel de ayer. In het Nederlands: “Wat een tijd was dat, vroeger”. De tekst is dubbelzinnig. Enerzijds wordt de lof gezongen over vroeger en wordt de vooruitgang beklaagd. Anderzijds gaat het “vroeger” over een macho-type uit de achterbuurten van Buenos Aires, over een hooghartige en ruziezoekende bullebak die het vooral van zijn kleding moest hebben. De clou van dit alles: geen idee! Misschien mis ik nog coupletten die de context verder kunnen verduidelijken?

De tekst van deze tango is van Celedonio Flores, El Nego Cele. Het merendeel van zijn teksten schreef hij in de jaren twintig/begin jaren dertig van de vorige eeuw. Zijn teksten gaan veelal over het harde leven van vroeger en zijn doorspekt met Lunfardo, het slang van Buenos Aires. Beroemde teksten van hem zijn onder andere Corrientes y Esmeralda, El bulin de la calle Ayacucho, Mano a mano en Viejo smoking. Bron: https://www.todotango.com/english/artists/biography/65/Celedonio-Flores/

Volledige vertaling

Trago amargo

Wanneer de nacht de moerassen omhult en je, daar in de verte, de klokken hoort die oproepen tot gebed, leg dan een rouwlint op mijn gitaar.

De tango Trago amargo stamt uit 1925. De titel betekent “Bittere slok” of “Bittere dronk”. De hoofdpersoon uit de tekst is een gaucho die van het levenspad af is geraakt. Zijn dolk is hij kwijt, zijn deken ook. Hij keert terug naar zijn moedertje, die hem bij het haardvuur bittere thee brouwt: een mate, de bittere thee van de Argentijnen. Hij laat zich zijn gitaar aanreiken, waarvan de snaren met stof bedekt zijn. Die gitaar vormt een band met zijn voormalig geliefde die hem in de steek heeft gelaten. Hij is in- en inverdrietig. Hij wil alleen maar huilen en zich bedrinken. Zijn gitaar laat hij het liefst maar bedekken met een zwart rouwlint.

Volledige vertaling
Nummer 

Al pasar

En de stem van de pijn van de stilte weerkaatst in de lucht de zoete echo van een park dat tussen de hekken zucht met de stem van een bandoneon.

Prachtige wals, deze Al pasar. Prachtige muziek en een onverwacht poëtische tekst. De titel Al pasar betekent “In het voorbijgaan”. Nu zou je verwachten dat het lied over een ontmoeting gaat, dat een of andere geliefde in het voorbijgaan passeert. Maar niets van dat alles: het is een nachtelijke wind die waait, die blaast door een halfverlicht parkje. De maan schijnt, er twinkelen een paar sterren. Er is een mogelijke geliefde, maar die is op afstand. De maan besluipt haar lichaam, alleen het parkje weet wie zij is. En in de passerende wind valt de zoete liefdesecho te beluisteren van de klanken van een bandoneon.

Volledige vertaling
Nummer 

Mandria

Verweer je als je lef hebt, want een waardige man moet voorbereid zijn.

Mandria is de titel van een up-tempo tango, bekend door de uitvoering van het orkest van Juan D’Arienzo. In tangosalons is het een van de smaakmakers. Mandria is een bijvoeglijk naamwoord en betekent “waardeloos”. Dat waardeloos slaat op de tegenstrever van de ik-persoon in de tekst. Deze wil een messengevecht aangaan met een man die hem bedrogen heeft, die iets uitgehaald heeft met zijn vrouw. Er volgt een gevecht. De snoodaard loopt een steek op en daarmee is de eer van onze hoofdpersoon gered. “Ga met haar mee, lafaard!”, zegt hij, “Zeg haar dat het laat is, maar ik heb me gewroken.”

Volledige vertaling
Nummer 

Viejo smoking

Oude smoking uit de tijd toen ik ook een baas was. Zoveel jonge aanbidsters huilden op je revers!

Deze tango draagt de intrigerende titel Viejo smoking. In het Nederlands is dit: “Oude smoking”. De smoking is dus gewoon een kledingstuk. In de tekst bezingt de tekstdichter zijn treurige situatie. Hij zit min of meer aan de grond. De huurkamer die hij bewoont bevat alleen nog maar een bed, de rest van zijn eigendommen heeft hij al verpand. Eén ding wil hij niet naar het pandjeshuis brengen, dat is zijn oude smoking. Die smoking (smocking schrijven de Argentijnen) staat voor hem voor de herinneringen aan de glorieuze tijden toen hij nog een vrouwenveroveraar was, toen vele minnaressen letterlijk aan de revers van zijn smoking hingen. Een beroemde gigolo, dat was hij eens. Het lied eindigt in mineur. Hij dreigt van zijn smoking een hoofdkussen te maken en wil liggend in bed zichzelf laten kreperen.

Viejo smoking is ook de titel van een Argentijnse korte muziekfilm uit 1930, geregisseerd en geschreven door Eduardo Morera. de film is gebaseerd op een toneelstuk van Florencio Chiarello, waarin een huurder financieel aan de grond en de meid van de huisbaas om de achterstallige huur komt zeuren. In de zes minuten durende film treden op: Carlos Gardel, Inés Murray, César Fiaschi en (alleen hoorbaar) Francisco Canaro. Aan het eind zingt Gardel de gelijknamige tango. De film is er een uit een serie van vijftien, allen geregisseerd door filmpionier Eduardo Morera en allen gewijd aan de muziek van Gardel. Van de vijftien zijn er tien gepubliceerd, waaronder behalve deze Viejo Smoking ook Rosas de otoño, Mano a mano en Yira, yira.

Volledige vertaling
Nummer 

Que nunca me falte

In de wereld, moeder, is alles roze gekleurd, precies zoals wanneer ik je naam zong, want hoe blij wil ik je toezingen!

Met de tango Que nunca me falta is wat eigenaardigs aan de hand. De titel betekent “Dat ik nooit hoef te missen”. Die regel komt meerdere keren voor, gevolgd door wat er te missen zou vallen: je tedere streling, het licht van je ogen, je troostende stem. De “jij” is dit geval de moeder, die wordt toegezongen door haar kind. De lofprijzingen zijn op het sentimentele af, de moeder is een soort heilige, het kind heeft daarentegen verdriet, heeft last van bloederige pijnen. Een eigenaardig thema voor een Argentijnse tango, maar dat is niet het enige. In de laatste paar regels van de tekst, in een gedeelte dat meestal niet gezongen wordt, neemt de tekst opeens een andere wending. In plaats van sentimenteel de moeder de hemel in te prijzen, wordt de tekstdichter giftig en haatdragend: er zijn blijkbaar nog anderen in het spel die in het verleden de moeder kwaad berokkend hebben. Er is sprake van een “ondankbare” en de tekstdichter wil zijn moeder wreken. En zo eindigt het lied, in wrok. Hele vreemde tekstwending: van zwijmelende loftuitingen naar genadeloze afrekening.

Voor dit raadsel blijkt bij nader inzien een logische verklaring te zijn, genaamd: censuur. De twee bekendste uitvoeringen van Que nunca me falte, die van de orkesten van Pedro Láurenz en van Ricardo Tanturi zijn beide uit najaar 1943 en volgen de tekst zoals vermeld op Todotango.com. Maar in juni 1943 was een militair regime aan de macht gekomen dat actief tangoteksten aan censuur onderwierp, een censuur die duurde tot aan 1949. Op internet figureren andere versies van deze tekst, zoals bijvoorbeeld de versie gezongen door Carlos Alonso (1937) of door Alberto Morán met het orkest van Osvaldo Pugliese (1951). Díe andere tekstversie is een stuk pittiger, minder kwezelig en vormt een coherenter geheel. Het kan haast niet anders, of dat is de originele, ongecensureerde tekst.

Volledige vertaling en ongecensureeerde versie

Ella es asì

Als een viool is haar zang, rinkelend haar lach en haar stem een lijster… Zo is zij.

De titel van deze milonga, Ella es asì, betekent “Zo is zij”. De tekst gaat over een dame waarvan de schoonheid, deugd en moraal boven alle twijfel verheven is. Zij is knap, haar stem is wonderschoon, als een lijster. Ze is loyaal, nobel en vergevingsgezind. Haar hart is vol vrouwelijke liefde, moederlijke liefde, huiselijke liefde. Voor haar kinderen zou ze door het vuur gaan. Sterker nog: ze zou ervoor moorden en sterven. Zo is zij, deze porteña, havenbewoonster oftwel inwoonster van Buenos Aires. Kortom, de trots van Buenos Aires, dat is zij.

Volledige vertaling
Nummer 

Indiferencia

Ik zocht steun bij degenen van wie ik hield en wreed gaven ze me eenzaamheid.

Hard is de wereld, hard en wreed. Dat is de teneur van de tango Indiferencia, oftewel “Onverschilligheid”. De tekst van dit lied beschrijft de teleurstelling van iemand die op zijn levenspad tegen een muur aangelopen is. Ooit had hij een thuis, geld en vrienden, maar toen er tegenslag kwam, toen waren de vrienden geen vrienden meer, maar draaiden ze hem de rug toe. De tekstdichter is zoekende naar hoop, maar die hoop lijkt vertrokken, tot áchter de horizon. Moe en verslagen blijft onze protagonist achter, zijn liefdes-lot onvervuld.

Volledige vertaling
Nummer 

Barrio de tango

Honden blaffen naar de maan. De liefde weggedoken in een poort. Padden kwakend in de lagune en in de verte de stem van de bandoneon.

Een nostalgisch-zoete tango, dat is deze Barrio de tango (“Tangobuurt”) van Manzi en Troilo. De tekst bezingt de herinnering aan een eenvoudig buurtje in Pompeya, een volkswijk aan de zuidkant van Buenos Aires, dicht tegen de Riachuelo (een riviertje) aan. Een lantaarn slingert heen en weer, een late trein vertrekt, honden blaffen, in het moeras kwaken de padden en in de verte klinkt de stem van een bandoneon, refererend aan het feit dat Pompeya één van Buenos Aires’ oudste tangowijken is. De tekstdichter denkt aan zijn oude vrienden, vraagt zich af wat er van hen geworden is. Hij denkt aan de blonde Juana die hij in de steek liet. Vanuit zijn herinnering roept hij alles weer op: de sjouwer die het magazijn vult, het drama van de bleke buurman die nooit naar buiten ging om de trein te zien, de platte karren op de parkeerterreinen, de nachten, het maanlicht op de modder en in de verte natuurlijk de stem van een bandoneon.

Het nummer Barrio de tango werd in 1942 geschreven door Anibal Troilo (muziek) en Homero Manzi (tekst). De tango Sur uit 1949 is ook van hun hand. Net als Sur is dit een nostalgische tango over de volksbuurt waar de dichter Manzi opgroeide: zijn middelbare school stond in Pompeya en later was hij er zelf docent. Pompeya, voluit Nueva Pompeya is een wijk gelegen aan de zuidkant in de stad Buenos Aires. Lange tijd was het een van de proletarische districten van de stad, doordrenkt van de traditie van de tango en één waar veel van de eerste tango’s geschreven en uitgevoerd werden. Nueva Pompeya kreeg haar naam van de gelovigen van de Maagd van de Rozenkrans van Pompeya. Voor die tijd werd het vaak het ‘district van de kikkers’ genoemd. De term “kikker” (rana), in het Lunfardo, de volkstaal van Buenos Aires, verwijst naar een “straatwijs”, goedgebekt type. Nueva Pompeya werd grotendeels gebouwd op de uiterwaarden ten noorden van de Riachuelo en was in die tijd onderhevig aan frequente overstromingen. Het was bijgevolg dunbevolkt en berucht om zijn armoede en hoge misdaadcijfers. Tot de jaren dertig, toen er industrieën in het gebied begonnen te ontstaan, werkten de meeste lokale bewoners in het grote slachthuis in het naburige Parque Patricios. Sáenz Avenue, die door Nueva Pompeya loopt, wordt soms nog steeds “de straat van botten” genoemd, vanwege het vele vee dat vroeg in de twintigste eeuw stierf op weg naar het slachthuis. Het gebied stond ook bekend om zijn vele pulperías, louche saloons die bezocht werden door gitaristen, messenmakers, -dragers en -trekkers. Bron: https://es.wikipedia.org/wiki/Nueva_Pompeya_(Buenos_Aires)

De Riachuelo (Spaans voor “riviertje”) begrenst de wijk Pompeya aan de zuidkant. Het water maakt deel uit van de Matanza-rivier (Río de la Matanza of Río Matanza, hetgeen “slachtrivier” betekent). De Matanza is een 64 kilometer lange stroom in Argentinië die zijn oorsprong heeft in de provincie Buenos Aires en die de zuidelijke grens van het federale district van Buenos Aires bepaalt. De rivier mondt uit in de Río de la Plata tussen Tandanor en Dock Sud. De wijk La Boca en de voetbalclub Boca Juniors bevinden zich in de buurt van de monding van de Riachuelo (boca is Spaans voor”mond” of “monding”). Het Matanza-bekken is de meest vervuilde rivier in Latijns-Amerika en een van de tien meest vervuilde plekken ter wereld, met een zeer hoog loodgehalte. Een van de belangrijkste redenen waarom het zo vervuild is, is dat de talrijke fabrieken langs de rivier, met name leerlooierijen, grote hoeveelheden industrieel afval in de rivier dumpen, met name zware metalen. Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Matanza_River

Volledige vertaling
Nummer 

Capullo de miel

Vergeet je rouge en je vermomming, geef me de kus van het weerom.

De tangowals Capullo de miel is een 21e-eeuwse tango, een nummer gespeeld door het Orquesta Típica Misteriosa Buenos Aires. De tekst is, zoals wel vaker met moderne tango’s, een beetje cryptisch. De titel Capullo de miel, “Cocon van honing” slaat op een geliefde die blijkbaar een vat van zoete honing is. Maar de geliefde dreigt af te haken: de beminde liegt, gelooft niet meer in de liefde. Wat er gebeurd is, zegt de tekst niet, maar de tekstdichter roept de geliefde op weer te geloven, de vermomming af te werpen en terug te keren, om weer lief te hebben zonder achterom te kijken.

Volledige vertaling
Nummer 

Palomita blanca

Niets troost me, altijd maar verder te moeten gaan, mij zonder haar te weten. Mijn stappen gaan vooruit en achteruit mijn hart.

Walsjes klinken altijd vrolijk, met name om te dansen. Maar zo vrolijk als de muziek van deze Palomita blanca klinkt, zo treurig is de tekst die overstroomt van liefdesverdriet. De tekstdichter is verlaten, niets troost hem, de liefde is over en de geliefde ver weg. Stiekem droomt hij van haar, denkt haar naast zich, luistert naar haar. Hij denkt aan de laatste ontmoeting, aan de steeds kleiner wordende zakdoek waarmee ze ten afscheid wuifde. Het refrein voert de palomita blanco uit de titel op, een kleine witte duif die boodschapper is van zijn liefdesverlangen. In de lucht ziet hij de duif voor haar een boodschap schrijven: “hij vergeet je nooit, hij denkt alleen aan jou”.

De componist van dit nummer was de bandoneonist Anselmo Alfredo Aieta, die vooral actief was in de periode 1910-1925, die van de Guardia Vieja. Als componist was de niet-academisch geschoolde Aieta (1896-1964) zeer productief met meer dan honderdzestig nummers, maar hij was ook succesvol als orkestleider. Van 1919 tot 1923 speelde hij in het orkest van Francisco Canaro, maar hij begon tezelfdertijd ook een eigen orkest dat in verschillende bezettingen soms op drie of vier plaatsen tegelijkertijd speelde. In zijn orkest speelden onder andere Juan D’Arienzo (viool), Angel D’Agostino (piano), Gabriel Clausi (bandoneon) en Carlos Dante (zang). In veel van zijn composities, en ook in deze Palomita blanca uit 1929, werkte Aieta samen met de toen jonge tekstdichter Francisco García Jiménez (1899-1983). Bron: https://www.todotango.com/english/artists/biography/1017/Anselmo-Aieta/

Volledige vertaling
Nummer 

Remolino

Ik leef zonder te weten hoe de koorts te weerstaan die zich vastklampt aan jouw liefde.

De muziek van Remolino klinkt zoet. Dat is niet verwonderlijk als je weet de muziek geschreven is door Alfredo de Angelis. Alleen is de tekst is niet zoet, maar heftig. Het begint al met de titel, die betekent draaikolk, wervelwind. De hoofdpersoon, de tekstdichter is terechtgekomen in een draaikolk van tegenstrijdige gevoelens: het lachen van de ex-geliefde, haar stem, haar naam en daartegenover zijn verwarring, zijn gekte, zijn boosheid en zijn gal. De dichter heeft al zijn liefde gegeven, maar het mocht niet baten, de liefde werd niet beantwoord. Hij lijdt, is verdrietig en eenzaam, maar houdt ondanks alles nog steeds van haar. In de laatste, meestal niet gezongen regels droomt hij van haar verlossing.

De tekstschrijver van dit nummer is José Rótulo. Voor De Angelis schreef hij ook de teksten van Pregonera, Pastora, Mi cariñito (een wals), allemaal suikerzoet-sentimentele teksten, helemaal in lijn met de merry-go-round muziek van het orkest van De Angelis. Vergeleken met die teksten is deze tekst van Remolino behoorlijk verfijnd: prachtige regels met veel binnenrijm en gespeend van elke sentimentaliteit. Bron: https://www.todotango.com/english/artists/biography/707/Jose-Rotulo/

Volledige vertaling
Nummer 

Ilusion azul

Ik mis je kussen niet, die waren nep, noch mis ik je zeldzaam zoete lippen.

De titel van deze wals is “Ilusion azul”, oftewel “Blauwe illusie”. Die blauwe illusie, dat zijn de blauwe ogen van een geliefde. Die ogen hebben de ik-persoon tot slaaf gemaakt, die toverden een blauwe illusie in de ziel van de zanger. Maar helaas, deze ogen logen, ze bedrogen. De geliefde was hooghartig en arrogant, minachtend en koud, afstandelijk en zelfs wreed. De kussen die van de zeldzaam zoete lippen kwamen, waren nep. Maar die ogen, die waren schitterend en straalden met zeldzaam diepe passie. Het enige was de zanger nu rest, is de herinnering aan een mooi verleden, aan de gouden armen van die blauwe illusie.

De tangowals Ilusion azul is een “vals criollo”, een “inheemse” oftewel “Peruaanse wals”. De Peruaanse wals is een bewerking van de Europese wals die tijdens de koloniale tijd door Spanje naar Amerika is gebracht. In het onderkoninkrijk Peru werd de wals geleidelijk aangepast aan de wensen van het inheemse bevolking. In de 20e eeuw won het genre aan populariteit en werd de Peruaanse wals symbolisch voor de cultuur van het land. Het genre werd ook populair buiten Peru, met name in Argentinië, waar lokale muzikanten vele opmerkelijke Peruaanse walscomposities componeerden, zoals Que nadie sepa mi sufrir en Amarraditos. Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Peruvian_waltz

Volledige vertaling
Nummer 

El vino triste

Sinds je wegging ben ik altijd dronken, altijd maar dronken ben ik… uit verdriet…

Het doel van de alcohol, van de sterke drank is vaak vergetelheid. Zo ook hier, in de tango El vino triste. De tekstzanger is dusdanig zwaar van slag dat kan niet meer tegen sterke drank kan. Hij is geen echte vent meer, de alcohol maakt hem sentimenteel en huilerig. Desondanks is hij permanent dronken. Praten wil hij niet, hij wil zich alleen maar afzonderen met de fles. Hij excuseert zich voor zijn vrienden, dat hij zijn gevoelens niet kan beheersen. De oorzaak hiervan is uiteraard liefdesverdriet. Details worden niet gegeven, maar hij, de zanger, blijft achter met een bloedende wond in zijn hart, de rest van zijn leven zal hij dit kruis moeten blijven dragen, aldus de tekst.

Volledige vertaling
Nummer 

Felicidad

Bloeien, verdorren, vergeten wat beloofd was en overstag gaan.

Dit nummer gaat over een Icarus die naar de zon vliegt en zijn vleugels verbrandt. De muziek klinkt zoet, optimistisch en lichtelijk bombastisch. De tekst van deze tango is echter verre van lieflijk. De inhoud betreft zwaar, opgezwollen liefdesverdriet. Het geluk uit de titel, Felicidad, gaat over het geluk dat de zanger in de liefde probeerde te vinden. Echter, hij heeft zich aan zijn zon, zijn liefdespartner verbrand: “van je houden betekende moorden, verdwalen in het ongewisse, sterven en reïncarneren”. Uit het martelende liefdesverdriet waarin de zanger zichzelf is kwijtgeraakt, probeert hij weer een beetje op te krabbelen, zo lijkt het.

Dit 21ste-eeuwse nummer is geschreven door gitarist Guido Iacopetti van Sexteto Fantasma, een relatief jonge tangoband die is ontstaan ​​in La Ventanita del Arrabal, een milonga op de dinsdagavond in Buenos Aires met livemuziek. Op deze dans- en muziekavonden ontvingen de musici van Sexteto Fantasma andere groepen en gastmuzikanten zoals Hugo Rivas, Rudi Flores, Los Primos Gabino, 34 Puñaladas, Cucuza Castiello en Moscato Luna, Juan Villarreal, Cuarteto de Julio Coviello, Cuarteto La Púa en nog veel meer. Ondanks haar korte bestaan ​​heeft Sexteto Fantasma intensief opgetreden in de tangoscene van Buenos Aires: het sextet deelde het Torquato Tasso-podium met Percal Tango en was actief in het jonge, lokale circuit voordat corona toesloeg. Sexteto Fantasma nam deel aan de onafhankelijke buurtfestivals van Almagro en Barracas en aan het Independent Tango Festival 2013 en 2014. In november 2013 organiseerde Sexteto Fantasma in de wijk Villa Crespo het eerste Osvaldo Pugliese Tango Festival. Bron: https://www.youtube.com/watch?v=32zXriCF2r8

Volledige vertaling
Nummer 

Flor de lino

Tevergeefs pelde ze de nachten af dat ik haar een kus kwam brengen.

Vlas bloeit met een tere, lichtblauwe blauw. Vlasbloem is de naam van deze wals en tevens naam van de geliefde in de tekst van deze liefdesgeschiedenis. Eerst wordt de tekstdichter bemind door Vlasbloem, maar hij ziet haar niet staan. Nachtenlang wacht zij op hem, maar hij is bezig groots en meeslepend te leven. Op het moment dat zij op haar mooist is, leidt haar levenspad haar van hem weg. Pas als zij definitief verdwenen is, beseft de tekstdichter zijn fout: hij is de liefde van zijn leven misgelopen. De herinnering aan haar zal hem voortaan blijven achtervolgen in al zijn eenzame, donkere nachten.

De schrijver van deze gevoelige tekst met de prachtige beeldspraak is Homero Expósito (1918-1987), de oudere broer van componist Virgilio Expósito. Volgens een van de bronnen op internet heeft Homero een ongelukkige jeugdliefde meegemaakt die in al zijn poëzie heeft doorgewerkt. Ook deze tekst zou daarvan een uitdrukking zijn. Bron: http://tangosalbardo.blogspot.com/2018/04/flor-de-lino.html

Volledige vertaling
Nummer