Caricias

Ik neem je schaduw waar en mijn liefde roept jouw naam, jou vragend om de liefkozingen van weleer.

Het mooie van het liefdesverdriet in de Argentijnse tangoliederen is dat het geslacht van de eerste persoon vaak niet geduid wordt. Zowel man als vrouw kan zich zo in de zanger kan verplaatsen. Zo ook hier, in dit pure, bijna kale liefdesverdriet. De tekstzanger(es) is eenzaam, verlaten door de geliefde die niet meer komt (“No vendrás”). Maar desondanks blijft de zanger(es) geduldig hopen en liefhebben, wachtend op de caricias de ayer, de liefkozingen van weleer.

Mercedes Simone acompañada por Sebastian Piana y su trio Tipico, Caricias, 1938

Caricias

La soledad
que me envuelve el corazón,
va encendiendo en mi alma
el fuego de tu amor lejano.
En las brumas de tu olvido
viaja mi ilusión,
gritando tu nombre en vano.

Pero no estás
y en mi cruel desolación
es un fantasma el recuerdo
de lo que se fue…
Percibo tu sombra
y mi amor te nombra
pidiéndote aquellas caricias de ayer.

No vendrás…
y sin embargo te espera, mi amor.
Quiero olvidarte y no puedo olvidar
porque sos toda mi ilusión.

No vendrás…
y yo esperándote estoy, mi bien,
con la fe del que ama como yo.
Y añora de ti caricias de ayer
anhelante mi buen corazón.

En la ansiedad
de tenerte junto a mí
mis manos en el vacío
te andan buscando,
y en medio de este silencio
atroz mi alma febril,
para sí, te está llamando.

Caricias (Liefkozingen)

De eenzaamheid
die mijn hart omhult
ontsteekt in mijn ziel
het vuur van je lang vervlogen liefde.
In de mist van jouw vergetelheid
reist mijn droom,
roept vergeefs jouw naam.

Maar jij bent er niet
en in mijn wrede verlatenheid
is de herinnering van wat ooit eens was
slechts een geest…
Ik neem je schaduw waar
en mijn liefde noemt je naam
jou vragend om de liefkozingen van weleer.

Jij zult niet komen…
en desondanks wacht ik op je, mijn lief.
Ik wil je vergeten en kan niet vergeten
omdat je mijn enigste droom bent.

Jij zult niet komen…
en ik blíjf op je wachten, mijn schat,
met het geloof van iemand die liefheeft als ik.
Ik verlang naar jouw liefkozingen van weleer,
mijn trouwe hart verlangt naar jou.

In het verlangen
je naast me te willen hebben
gaan mijn handen in de leegte
op zoek naar jou,
en midden in deze wrede stilte,
blijft mijn koortsige ziel
tegen zichzelf om jou roepen.

Bronnen
https://poesiadegotan.com/2009/09/05/caricias-1945/
https://www.todotango.com/musica/tema/3653/Caricias-[b]/
Joep à Campo, Tango, lied van Buenos Aires, Artscape | Artevista, 2013

Nummer 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *