Wij waren de hoop die geen werkelijkheid werd, die geen glimp van zijn zachtmoedige middag kon opvangen.
Wat een prachtige tekst heeft deze tango Fuimos, oftewel: “We waren”. En wat een práchtige opbouw. Het is bijna een lesje Spaanse grammatica. Het eerste couplet begint met Fui, “Ik was”, het tweede met Fuiste, “Jij was” en de resterende coupletten beginnen steeds met Fuimos, “Wij waren”. Ook de taal is prachtig. De tekst stroomt over van vergelijkingen die allemaal liefdesverdriet betreffen: regens van as en vermoeidheid, gemorste druppels azijn op wonden, liefdeshoop die geen glimp van zijn zachtmoedige middag kan opvangen. De tekstdichter is afgewezen en zijn wereld is ingestort. Het resultaat is desolaat liefdesverdriet dat wordt beschreven in prachtige beelden, de ene vergelijking na de andere. Je zou er bijna zelf bij neerstorten…
De tekst van deze Fuimos is van Homero Nicolás Manzione Prestera (1907-1951), kortweg Homero Manzi. Hij was een Argentijnse tangotekstschrijver, auteur van verschillende beroemde tango’s, zo’n 150 in totaal. Hij werd geboren in Añatuya, in provincie Santiago del Estero. Manzi was al van jongs af aan geïnteresseerd in literatuur en tango. Na een korte periode in de journalistiek werkte hij als literatuurprofessor en professor Spaans. Om politieke redenen – hij was lid van een volkerennationalistische organisatie – werd hij uit zijn professoraat gezet en besloot hij zich aan de kunsten te wijden. Behalve met het schrijven van tangoteksten hield hij zich ook bezig met het maken van films. Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Homero_Manzi
Als geen ander heeft Manzi tangoteksten met poëzie verrijkt. Hij was een dichter zonder ooit een dichtbundel te publiceren. Zijn poëzie kwam tot uiting in zijn liederen. Zonder zijn dichterlijke gevoelens op te geven werd hij immens populair. Hij nam zijn toevlucht tot metaforen, zelfs surrealistische, maar wel zó, dat ook gewone mensen zijn boodschap begrepen. In zijn teksten gebruikte hij nooit Lunfardo (het slang van Buenos Aires), hoewel zijn werk op een breed publiek gericht was. In tegenstelling tot andere grote auteurs, zijn zijn teksten geen kronieken van een sociale onrechtvaardigheid, noch brengen ze morele boodschappen over. In zijn verzen zijn vaak, net zoals in de tango, zowel verlangen als nostalgie aanwezig. Via dit tweetal schildert Manzi mensen en dingen met tederheid en sympathie. De arme, voorstedelijke wijk is zijn decor. In zijn beroemde tango Sur uit 1948, waarvan de muziek geschreven werd door bandoneonspeler Anibal Troilo, komt de essentie van zijn werk samen: de poëzie van een zuidelijke buitenwijk van Buenos Aires. Bron: https://www.todotango.com/english/artists/biography/68/Homero-Manzi/
Fuimos
Fui como una lluvia de cenizas y fatigas
en las horas resignadas de tu vida…
Gota de vinagre derramada,
fatalmente derramada sobre todas tus heridas.
Fuiste por mi culpa golondrina entre la nieve;
rosa marchitada por la nube que no llueve. Fuimos la esperanza que no llega,
que no alcanza,
que no puede vislumbrar su tarde mansa.
Fuimos el viajero que no implora, que no reza,
que no llora, que se echo a morir.
Vete…!
No comprendes que te estas matando..?
No comprendes que te estoy llamando..?
Vete…!
No me beses que te estoy llorando
y quisiera no llorarte mas..!
No ves..?
Es mejor que mi dolor
quede tirado con tu amor,
librado de mi amor final.
Vete..!
No comprendes que te estoy salvando..?
No comprendes que te estoy amando..?
No me sigas..! Ni me llames..! Ni me beses..!
Ni me llores..! Ni me quieras mas..!
Fuimos abrazados a la angustia de un presagio
por la noche de un camino sin salidas,
palidos despojos de un naufragio
sacudidos por las olas del amor
y de la vida.
Fuimos empujados en un viento desolado…
sombras de una sombra que tornaba del pasado.
Fuimos la esperanza que no llega,
que no alcanza,
que no puede vislumbrar su tarde mansa.
Fuimos el viajero que no implora, que no reza,
que no llora, que se echo a morir.
Fuimos (We waren)
Als een regen van as en vermoeidheid
was ik in de gelaten uren van je leven…
Een gemorste azijndruppel,
dodelijk gemorst over al je wonden.
Door mij was je een zwaluw in de sneeuw;
roos verdord door een wolk die niet regent.
Wij waren de hoop die geen werkelijkheid werd, die geen glimp van zijn zachtmoedige middag kon opvangen.
Wij waren de reiziger die niet smeekt, die niet bidt, die niet huilt, die zich neerlegt om te sterven.
Ga weg…! Begrijp je niet dat je zelfmoord pleegt? Begrijp je niet dat ik je roep?
Ga weg…!
Kus me niet, want ik huil om jou
en ik zou niet meer om je willen huilen..!
Zie je niet..?
Het is beter dat mijn pijn
zich naast jouw liefde neervlijt,
verlost van mijn laatste liefde.
Ga weg..!
Begrijp je niet dat ik je probeer te redden..?
Begrijp je niet dat ik van je hou..?
Volg me niet..! Roep me niet..! Kus me niet..!
Huil niet om mij…! Hou niet meer van mij…!
We werden bevangen door een angstig voorgevoel, ’s nachts op een doodlopende weg,
bleke wrakstukken van een schipbreuk, murw gebeukt door de golven van leven
en liefde.
Een desolate wind verstrooide ons…
schaduwen van een schaduw opdoemend uit het verleden. Wij waren de hoop die geen werkelijkheid werd, die geen glimp van zijn zachtmoedige middag kon opvangen.
Wij waren de reiziger die niet smeekt, die niet bidt, die niet huilt, die zich neerlegt om te sterven.
Bronnen
www.planet-tango.com/lyrics/fuimos.htm [link is dood]
Joep à Campo, Tango, lied van Buenos Aires, Artscape | Artevista, 2013