Invierno

En kijkend hoe de koude winden van verlatenheid in mijn hart waaien, wil ik huilen.

Het nummer Invierno (“Winter”) is een in de salon veelgedraaide tango. Toch bestaat er maar één enkele uitvoering van, die van het orkest van Fransisco Canaro met zanger Roberto Maida. Het nummer gaat over de desolate ervaring van alleen zijn. De eenzaamheid wordt vergeleken met de kou van het winterseizoen, de sneeuw, de vorst, de kille nevels. De tekst suggereert liefdesverdriet als mogelijke oorzaak (“mi vida sin amor”), maar het hoofdonderwerp is een algeheel gevoel van melancholische tristesse en barre eenzaamheid.

Orquesta Francisco Canaro canta Roberto Maida, Invierno, 1937

Invierno

Volvió
el invierno con su blanco ajuar,
ya la escarcha comenzó a brillar
en mi vida sin amor.

Profundo padecer
que me hace comprender
que hallarse solo
es un horror.

Y al ver
cómo soplan en mi corazón,
vientos fríos de desolación
quiero llorar.

Porque mi alma lleva
brumas de un invierno,
que hoy no puedo disipar…

Invierno  (Winter)

De winter kwam terug
met zijn witte sluier,
in mijn liefdeloze leven
is de vorst reeds begonnen te schitteren.

Diep lijden
doet me begrijpen
dat alleen zijn
een verschrikking is.

En kijkend
hoe de koude winden van verlatenheid
in mijn hart waaien,
wil ik huilen.

Want mijn ziel draagt
nevels van een winter,
die ik vandaag niet kan verdrijven…

Bronnen
https://poesiadegotan.com/2011/08/02/invierno-1937/

Nummer 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *