Nee ga niet, ik smeek je, vernietig mijn hart niet. Als je het niet uit liefde doet, doe het dan uit mededogen, maar verlaat me in godsnaam niet.
Geen liefdesverdriet deze tango maar een hartstochtelijk bezongen liefde, al dreigt op de achtergrond als een onweerswolk het vertrek van de geliefde. In de tekst smeekt de ik-persoon de geliefde te bljven: “Ik wil niets, niets anders dan dat je dichtbij me blijft. Ik zou sterven als je me verlaat, zonder jou weet ik niet hoe te leven.” In de loop van de tekst verlaagt de ik-persoon zich meer en meer. Het ik-personage stelt zich tevreden met de leugen van de liefde als aalmoes, als hij/zij maar niet verlaten wordt. Het lied eindigt met de gekwelde ik-persoon die zich tevredenstelt te leven als een schaduw aan de voeten van de geliefde, liggend in een hoek. Poeh, dat komt vast niet goed…
Nada más
No quiero nada, nada más
que no me dejes, frente a frente, con la vida.
Me moriré si me dejás
por que sin vos no he de saber vivir.
Y no te pido más que eso,
que no me dejes sucumbir,
te lo suplico por Dios
no me quites el calor
de tu cariño y tus besos,
que, si me falta la luz
de tu mirar, que es mi sol,
será mi vida una cruz.
Cuánta nieve habrá en mi vida
sin el fuego de tus ojos!
Y mi alma, ya perdida,
sangrando por la herida,
se dejará morir,
y en la cruz de mis anhelos
llenaré de brumas mi alma,
morirá el azul del cielo,
sobre mi desvelo
viéndote partir.
No quiero nada, nada más
que la mentira de tu amor, como limosna.
¿Qué voy a hacer si me dejás
con el vacío de mi decepción?
No te vayas te lo ruego,
no destroces mi corazón,
si no lo hacés por amor
hacelo por compasión
pero por Dios no me dejés
jamás te molestaré,
seré una sombra a tus pies,
tirada en algún rincón.
Nada más (Niets meer)
Ik wil niets, niets anders
dan dat je me niet verlaat, dichtbij me blijft.
Ik zou sterven als je me verlaat,
want zonder jou zou ik niet weten hoe te leven.
Ik vraag je niet meer dan dat,
laat me niet bezwijken,
ik smeek je in naam van God,
neem niet de hitte weg
van je liefde en je kussen,
als ik het licht moet missen
van jouw blik — mijn zon,
zou mijn leven een kwelling zijn
Hoe kil zou mijn leven zijn
zonder het vuur van je ogen!
Mijn ziel, reeds verloren
bloedend door de wond,
zou sterven,
door mijn verlangens gekweld
vul ik mijn ziel met mist.
Het blauw van de hemel zal sterven,
als ik je in mijn slapeloosheid
zie vertrekken.
Ik wil niets, niets anders dan,
als aalmoes, de leugen van je liefde.
Wat ga ik doen als jij me verlaat
met de leegheid van mijn teleurstelling?
Nee ga niet, ik smeek je,
vernietig mijn hart niet,
als je het niet uit liefde doet,
doe het dan uit mededogen,
maar verlaat me in godsnaam niet.
Nooit zal ik je lastigvallen,
liggend in een hoek zal ik
een schaduw zijn aan je voeten.
Bronnen
https://letrasdetango.wordpress.com/2010/12/07/nada-mas/