Een liefde en een anjer, voor het knoopsgat, voor de liefde. De anjer toverde een illusie, mijn rode hart werd doorboord.
De tekst van Pregonera gaat over een herinnering aan Parijs, aan een knappe straatverkoopster die bloemen verkoopt. Zij prijst de bloemen van de liefde aan, anjers en rozen. De tekstdichter koopt een bloem, valt voor het meisje en haar lach. Maar zij is al weer verder, op weg naar volgende klanten. De dichter blijft achter. Zijn droom valt in duigen, hem rest slechts een paar dode bloemen en een mooie herinnering.
Het Spaanse woord pregón verwees oorspronkelijk naar een mondelinge proclamatie in middeleeuwse stijl die werd afgeleverd op het centrale plein (Oyez, oyez, oyez! oftewel “Hoort, hoort, in opdracht van Zijne Majesteit de Koning”, etc). De pregonero was de stadsomroeper die deze teksten afleverde. Aan het begin van de 20e eeuw in Buenos Aires werd deze term gebruikt voor de straatventers die met luide kreten hun waren probeerden te verkopen in de buurten. In Cuba vormen de pregonera’s een toeristische attractie, zie dit leuke filmpje.
Pregonera
Princesita rubia de marfil
dueña de mi sueño juvenil,
la que pregonando flores
un día de abril,
recuerdo por las calles de París.
Una rosa roja para usted,
roja como el ansia de querer,
rosas y claveles blancos,
blancos de ilusión
y sigue la princesa su pregón.
Un cariño y un clavel
para el ojal, para el querer.
El clavel es de ilusión,
mi corazón rojo punzó.
Y la tarde fue muriendo,
y el pregón me va siguiendo.
Un cariñito y un clavel,
sólo el clavel, lo que quedó.
Princesita rubia de marfil,
dónde fue tu risa tan sutil,
junto con tus flores muertas
muere mi ilusión.
Y escucho el eco tenue de tu voz.
Es como un susurro sin cesar,
que va despertando mi ansiedad,
es mi fantasía loca
que vuelve a soñar.
De nuevo soy feliz con tu cantar.
Pregonera (Straatverkoopster)
Kleine, ivoorblonde prinses,
zij die mijn jeugddromen domineerde,
zij die op een aprildag
bloemen aanprees,
herinnering aan de straten van Parijs.
Een rode roos voor u,
rood als het verlangen lief te hebben,
witte rozen en anjers,
wit als in een droom
en de prinses vervolgt haar aanprijzingen.
Een liefde en een anjer
voor het knoopsgat, voor de liefde.
De anjer toverde een illusie,
mijn rode hart werd doorboord.
De middag stierf,
en haar aanprijzingen bleven mij achtervolgen.
Een lieve schat en een anjer,
alleen de anjer was wat er overbleef.
Kleine ivoren blonde prinses,
waarheen ging je zo subtiele lach.
Samen met je dode bloemen
sterft mijn illusie.
En ik hoor de vage echo van je stem.
Het is als een eindeloos gefluister
die in mij een spanning opwekt,
het is een gekke fantasie
die terugkeert in mijn dromen.
Opnieuw ben ik blij met je zang.
Bronnen
https://poesiadegotan.com/2015/02/26/pregonera-1945/