Yo soy el tango

Ik ben de oude tango, geboren in de achterbuurten. Waarom geloven, waarom liegen dat ik veranderd ben, als ik dezelfde ben als vroeger?

Dit is een uitzonderlijke tango. Het onderwerp is nu eens geen liefdesverdriet, dit lied gaat over de tango zelf. Sterker nog, in dit lied komt de tango zelf aan het woord. De tekst vergelijkt de moderne tango, die uit 1941, met de oude tango, die van de guardia vieja (de jaren twintig). Ondanks het feit dat hij, de tango, in de danszalen over de hele wereld een ereplaats veroverd heeft, is zijn afkomst nederig, zegt de tekst. De essentie en hart van de tango zijn niet veranderd.

De moderne tango, die uit de Gouden Eeuw van de tango, besloeg de jaren 1935-1955. De start werd gegeven door het orkest van Juan D’Arienzo, dat vanaf 1935 de tango met zijn strakke beat een nieuw leven inblies. Begin jaren veertig was tango echt hip, het was dé dominante populaire cultuur in de hoofdstad van Argentinië. De muziek en de dans was overal: in Buenos Aires leefden meerdere tientallen orkesten van de tango. Voor 1935 was de tango bijna ingedut. De oude tango, die van de guardia vieja, had haar hoogtepunt beleefd in de jaren twintig. Niet toevallig viel de dip samen met de crisisjaren. En de revival van de tango viel samen met het begin van de tweede wereldoorlog die Argentinië enorm welvarend maakte: Argentinië bevoorraadde zowel de As-mogendheden als de geallieerden.

Orquesta Aníbal Troilo canta Francisco Fiorentino, Yo soy el tango, 1941

Yo soy el tango

Soy
el tango milongón
nacido en los suburbios
malevos y turbios.
Hoy,
que estoy en el salón,
me saben amansado,
dulzón y cansado.
Pa’ qué creer,
pa’ qué mentir
que estoy cambiado,
si soy el mismo de ayer.

Escuchen mi compás
¿No ven que soy gotán?
Me quiebro en mi canción
como un puñal de acero
pa’ cantar una traición.
Me gusta compadrear,
soy reo pa’ bailar,
escuchen mi compás:
Yo soy el viejo tango
que nació en el arrabal.

Hoy,
que tengo que callar,
que sufro el desengaño,
la moda y los años.
Voy,
costumbre de gotán,
mordiendo en mis adentros
la rabia que siento.
Pa’ qué creer,
pa’ qué mentir
que estoy muriendo,
si yo jamás moriré.

Yo soy el tango  (Ik ben de tango)

Ik ben
de milongón tango,
geboren in de achterbuurten,
duister en kwaadaardig.
Vandaag,
in de danszalen,
kennen ze mij als mak,
zoet en vermoeid.
Waarom geloven,
waarom liegen
dat ik veranderd ben,
als ik dezelfde ben als vroeger?

Hoor mijn beat.
Zie je niet dat ik gotán ben?
Als een stalen blad
buig ik in mijn lied
om een verraad te bezingen.
Ik mag graag opscheppen met mijn daden,
ik dans als een schurk,
luister naar mijn beat:
Ik ben de oude tango
geboren in de achterbuurten.

Vandaag
dat ik me rustig moet houden,
dat ik lijd onder de teleurstelling,
mode en jaren,
ga ik door,
in de traditie van de gotán,
van binnen bijt
de woede die ik voel.
Waarom geloven,
waarom liegen en zeggen
dat ik ten dode opgeschreven ben,
als ik nooit sterven zal!

Toelichting
Milongón is een woordvorm afgeleid van het woord milonga. Het verwijst naar ofwel een populaire dans, een luidruchtig tumult of zelfs een gevecht. In dit geval verwijst het waarschijnlijk naar de muziek en het hele scenario eromheen. Gotán is vesre voor tango. Vesre (een verbastering van verse) is een onderdeel van het Lunfardo, de straattaal van Buenos Aires; door de letters van een woord te husselen krijg je een nieuw woord dat voor de goede verstaander naar het origele woord verwijst. Bijvoorbeeld gotán voor tango of stromae voor maestro. Het werkwoord compadrear drukt meestal het vermogen uit van een man om door middel van daden zijn mannelijkheid te tonen.

Bronnen
https://tangowiki.org/wiki/Yo_soy_el_tango


Nummer 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *