Pelgrimswonder gedrenkt in tranen. Jouw zang is, net als ik, moe van het leven.
De tekst van het lied is enigzins mysterieus. De tekstdichter is een melancholisch man. In de hoofdstad Santiago de Chili komt hij bij toeval het carillon van de Merced-basiliek tegen en wordt geraakt door haar klanken, die iets romantisch suggeren, misschien wel een huwelijk. Bij hem ontlokken die klanken de ontboezeming dat hij op zoek is naar een geliefde die er ooit was, die vertrokken is en die hij nooit terug zal kunnen vinden. Zijn queeste naar deze vrouw is een geheim dat rondtolt in zijn hoofd, net zoals de klokken in het carillon. Aan het eind van het lied hoopt hij zijn geheim bij de kerkklokken achter te laten.
Dit lied is gebaseerd op een bestaand klokkenspel van Chileense origine. In 1928 was Enrique Santos Discépolo in gezelschap van Alfredo Le Pera met de theatergroep “la Compañía Faustino Sarmiento” in Santiago de Chili. Ze verbleven in een hotel tegenover de Basiliek van de Merced op de hoek van de straten Enrique Mac lver en Merced. Op een ochtend werden ze gegrepen door de klanken van het carillon. Ze vonden de melodie zo mooi dat ze besloten op basis daarvan een tango te maken. Discépolo schreef de muziek en samen met Alfredo Le Pera de tekst (vanaf 1932 zou Le Pera met Carlos Gardel samenwerken en kwam in 1935 met hem om bij het vliegtuigongeluk in Mendellín). Tania, de vrouw van Discépolo, had veel succes met de premiere van het lied in het Victoria Theater van Santiago. Dat was op 23 januari 1931. In juni van hetzelfde jaar nam Orquesta Típica Victor deze tango op met zang van Ernesto Famá. Bron: https://www.tangoargentinoclub.nl/tcw/archives/73.
Volledige vertaling