Met hoeveel verdriet keek ik naar wat ik dacht dat het mijn redding zou zijn.
Een dramatisch afscheid, dat is het onderwerp van deze tango Al verla pasar. De titel betekent zoiets als “Haar te zien passeren”, maar in deze context komt het eerder neer op “Haar te zien vertrekken”. De tekstdichter ziet zijn geliefde vertrekken en begrijpt dat het helemaal over is, voorbij. Hij had de kans om anders te beslissen, maar hij deed het niet, met pijn in het hart. Bedroefd was hij, om haar jeugd, haar mooie ogen. Maar eens zonder haar, voelt hij een groot verdriet. IJs in zijn aderen, koud is zijn hart, zonder haar is zijn leven onmogelijk geworden.
De tango Al verla pasar dateert uit 1942. De muziek is van Joaquín Mora, ook de componist van onder andere Margarita Gauthier. De tekst is van José Maria Contursi, de dichter van de liederencyclus gewijd aan “zijn” Gricel. Ook deze tango beschrijft een facet van deze werkelijk bestaand hebbende liefdesgeschiedenis: het afscheid van de geliefden. José Maria Contursi, aka Katanga ontmoette de negen jaar jongere Susana Gricel Viganó in 1936, toen zij 15 jaar oud was. Twee jaar later, in de bergen van Castillo del Monte, ontvlamde de liefde hevig. Maar Katunga was getrouwd, had kinderen en koos voor zijn huwelijk. De liefde bleef sluimeren en werd inspiratie voor een hele serie liefdesverdrietliederen, waar deze Al verla pasar er één van is. Het grote wonder is dat Katunga en Gricel meer dan twintig jaar later — hij was weduwnaar en zij gescheiden — elkaar weer ontmoetten. Dat was in 1962. Ze trouwden en waren nog tien jaar gelukkig samen.
Volledige vertaling