Geluk dat ik heb beleefd en dat niet zal terugkeren, aangename genoegens die mijn ogen in stilte zullen bewenen.
Dichas que viví is een veel gedraaide wals. Dicha betekent geluk, plezier, fortuin of genoegen. De titel slaat op het geluk dat de tekstdichter beleefd heeft. Met de nadruk op de voltooid verleden tijd, want in de tekst is dat geluk is over, voorbij en zal niet terugkeren. Heel eventje beleeft de dichter dat geluk opnieuw, In de noten van deze wals. Een ode aan een voorbij liefde, dus, met het bijbehorende verdriet.
Deze swingende, voorstuwende wals werd op 13 juli 1939 opgenomen door het orkest van Rodolfo Biagi — het énige orkest uit de vorige eeuw dat dit nummer heeft opgenomen. Hetzelfde geldt voor José en Luis Lupi (gebroeders?), die respectievelijk componist en tekstschrijver van deze wals zijn. Dichas que viví is de enige tango waaraan ze hebben bijgedragen, althans volgens tango.info.
Volledige vertaling