Kom, heb medelijden met mijn pijn, ik ben moe van het huilen, van het lijden en hopen, van het in mezelf praten.
Op deze grijze middag, zo luidt de titel van dit lied. Dat belooft natuurlijk niet veel goeds. En inderdaad, het lied schildert een tranendal van pijnlijk liefdesverdriet in de derde persoon. In de tekst is het een regenachtige middag. In die regen beluistert de zanger de tranen van een geliefde die buiten beeld is. Die geliefde is alleen, voelt zich verlaten en is ten einde raad, zo verklaart ze zelf. In het derde couplet (dat meestal niet gezongen wordt) geeft de zanger toe dat hij fout zat: hij was vertrokken, allang weer bezig met nieuwe liefdes, maar toont zich alsnog bewust van de pijn van de geliefde.
Deze beroemde tango werd in 1941 gecomponeerd door José María Contursi samen met pianist Mariano Mores. Door Contursi werd dit lied als een van zijn beste tango’s beschouwd. Zoals verschillende andere tango’s van Contursi verwijst dit lied naar zijn liefde voor Susana Gricel Viganó, kortweg Gricel (naar de beroemde tango met die naam). Contursi was getrouwd met Alina Zárate met wie hij vier kinderen had, maar hij ontmoette Gricel wiens jeugd en schoonheid hem betoverden. Desondanks keerde hij terug naar zijn huwelijk en liet hij deze romance achter, hoewel de pijn en het berouw voor deze verlating hem zijn hele leven hebben achtervolgd. Na jaren is Contursi weduwe geworden, wordt Gricel verlaten door haar man en dankzij de hulp van Ciriaco Ortiz in 1962 kunnen ze elkaar weer ontmoeten. Ze woonden de rest van hun leven samen. Bron: https://es.wikipedia.org/wiki/En_esta_tarde_gris.
Volledige vertaling