Verslagen keer ik terug naar mijn ouderlijk huis, elk ding is een herinnering dat in mijn geheugen opwelt.
Weemoedig lied van terugkeer en acceptatie, deze tango La casita de mis viejos, oftewel: “Het huisje van mijn ouders”. In de tekst van dit lied keert de grijs geworden tekstdichter terug naar zijn ouderlijk huis dat hij op zijn twintigste heeft verlaten. Wilde jaren heeft hij beleefd, vrouwen, veel vrouwen. In het huis heerst een diepe, wrede en sombere stilte, en ais hij als een vreemdeling daar aanklopt, wordt hij ontvangen door de oude bediende die hem alleen nog maar aan zijn stem herkent. Binnen treft hij zijn oude moedertje die hem met grote, vragende ogen aankijkt. Haar ogen zeggen: “Jongen, waar ben je toch al die tijd gebleven?” De dichter besluit daarop voor altijd bij zijn moedertje te blijven.
De melodie van dit lied is geschreven door Juan Carlos Cobián, een beroemde orkestleider, violist en tangovernieuwer uit de jaren twintig, één die maar zeer zelden in de salon gedraaid wordt omdat er maar weinig muziek van hem beschikbaar is. In 1944 vroeg Cobián Enrique Cadícamo een tekst te schrijven bij de muziek die hij gecomponeerd had en tot zijn grote verbazing trof Cadícamo’s tekst precies de juiste snaar: de tekst ging over dat wat Cobián’s muziek eigenlijk bedoelde te zeggen. Over dit lied is een uitgebreide documentaire gemaakt. Eén van de muziekdeskundigen die daarin aan het woord komt, verwijst naar Cobián’s muzikale uitstapjes naar New York, waar hij behalve tango zich ook aan de jazz waagde, maar zonder het gewenste succes. Gedesillusioneerd keerde Cobián terug en in de tekst van La casita de mis viejos kun je volgens hem die desillusie beluisteren. Zie: https://www.youtube.com/watch?v=cWofPm7p0ds
Volledige vertaling