Adriana Varela – Mano a mano

Encuentro en el Estudio is een programma van het Argentinijnse Ministerie van Onderwijs, waarin Argentijnse muzikanten “in de etalage” geplaatst worden. Elke maand worden weer nieuwe studiopnamen gemaakt. In deze opname zingt Adriana “La Gata” Varela de tango Mano a mano. Haar interpretatie wordt in de commentaren op Youtube uitgebreid geprezen: Que pedazo de mujer! Grandiosa interpretación. Su voz para mi es la esencia del tango lunfardo. Goyeneche resucitado en mujer. Oftewel: “Wat een vrouw, wat een grandiose interpretatie. Voor mij is haar stem de essentie van de Lunfardo-tango. [Roberto] Goyeneche herrezen als vrouw.” Zie hier voor de hele opnamesessie uit 2012.

Nummer 

Mano a mano

Vandaag ben je een geslaagde dame, het leven lacht en zingt je toe, je verkwist makkelijk het geld van de sufferds, net zoals een sluwe kat met muizen speelt.

Bij de titel van deze tango, Mano a mano, ligt de vertaling “Hand in hand” voor de hand. Maar dat klopt niet, want het gaat hier om quedar mano a mano en dat betekent “Kiet staan”. Kiet staan, dat slaat in dit lied op de complexe relatie tussen de tekstdichter en zijn geliefde. Ze zijn elkaar niets meer verschuldigd, dus staan ze kiet. Ooit, in een vroeger leven van armoe en ellende hadden de twee iets met elkaar, maar dat is over en uit. Nu is zij verslaafd aan de glam en glitter van de milonga, aan de rijke vriendjes die haar onderhouden. De tekstdichter van zijn kant denkt vooruit, hij speculeert op het aflopen van haar houdbaarheidstermijn. Wanneer die voorbij is, in een toekomstig leven dus, hoopt hij haar alsnog bij te kunnen staan met raad en daad.

Deze beroemde tango werd in 1920 geschreven door Celedonio “El Negro Cele” Flores (1896-1949). El Cele werd geboren in de stad Buenos Aires, in de wijk Villa Crespo, voornamelijk bewoond door creolen en immigranten van verschillende afkomst. In de jaren twintig was hij een zeer populaire dichter en tekstschrijver. Zijn tango’s, vaak sentimenteel en moraliserend in de beschrijvingen van zijn personages bevatten veel Lunfardo, het lokale jargon van de Río de la Plata-regio. Zijn meest creatieve fase duurde tot het begin van de jaren dertig. Gardel nam eenentwintig nummers op van Celedonio, waaronder een van de grootste hits uit zijn hele carrière: “Mano a mano”. In deze versie van Mano a mano uit 1930 zijn zowel El Negro Flores als Gardel te zien.

De tekst van Mano a mano is dubbelzinnig, niet alleen door het vele Lunfardo (het slang van Buenos Aires), maar ook en met name door het zinnetje: Es una buena mujer: “Zij is een goede vrouw”. Dit zinnetje zou zowel serieus opgevat kunnen worden (en dan houdt de tekstdichter oprecht van de flierefluitster uit het lied), maar ook cynisch (en dan laat hij haar helemaal vallen). De muziek is van Carlos Gardel en José Razzano. Gardel nam het lied in 1923 voor het eerst op. Daarna volgden vele opnamen, van onder andere: Canaro, Lomuto, De Angelis, Edmundo Rivero, Julio Sosa, Roberto Goyeneche en Adriana Varela.

In 1943 viel dit lied ten prooi aan de censuur. Het zeer aanwezige en dubbelzinnige Lunfardo was uit den boze, maar ook het lichtzinnige leven van de flierefluitster kon niet door de beugel. Onder de censuur viel namelijk: Lunfardo, dronkenschap en “alles wat als immoreel of negatief kon worden opgevat worden voor het land of de taal”. De hele tekst ging op de schop. De gecensueerde versie, een bloedeloze schim van de oorspronkelijke tekst werd in 1944 opgenomen door het orkest van Lomuto. Gek genoeg is de versie van De Angelis uit 1946 de originele, ongecensureerde versie, terwijl de censuur pas in 1949 werd afgeschaft/verlicht.

Volledige vertaling & gecensureerde versie
Nummer 

Gustavo Negrotto y Laura Collavini, Mano a mano

November 2017, milonga Abrazando tangos, Buenos Aires. Gustavo Negrotto en Laura Collavini dansen de tango Mano a mano in canyengue-stijl. Mooi speels gedanst. Gustavo en Laura zijn canyengue-specialisten. Ze geven les, organiseren de buitensalon La Glorieta de Versailles bij de bushalte Arregui y Glorietta de Versailles en reizen over de wereld. De muziek die speelt is van het orkest van Franciso Canaro, de zang van Roberto Maida.

Canyengue, ontstaan ​​in de jaren 1920 en 30, is de oudste vorm van de Argentijnse tangostijl en wordt gekenmerkt door een innige omhelzing en een lichte “V” -houding. Dansers buigen tijdens het dansen hun knieën, gebruiken allemaal korte passen – om het toen populaire ‘staccato’-ritme te volgen, soms met overdreven lichaamsbewegingen. De muziek uit deze tijd had een sneller, pittiger tempo waardoor de dans een ritmisch gevoel kreeg, vergelijkbaar met dat van moderne milonga. Bron: https://www.tanguito.co.uk/tango-culture/discover-tango/argentine-tango-dance-styles/

Nummer