Jij was het die mijn eenzaamheid opfleurde, die mijn passie en mijn tederheid veranderde in waanzin, en mijn milde nacht in horror.
Diep verdriet klinkt op uit deze Mi tango triste, “Mijn verdrietige tango”. De tekstdichter is eenzaam en verdrietig in afwezigheid van de geliefde die hem in de steek heeft gelaten. Even was er liefde, maar die liefde mocht blijkbaar niet bestaan. De hartstochtelijk beminde beminde heeft ervoor gekozen “uit het pad van haar lotsbestemming te stappen”. De dichter blijft huilend achter, somber en verdrietig. Tot waanzin is hij genoemd, zijn nachten zijn een horror, omdat hij aan niets anders kan denken dan aan háár.
De muziek van deze tango uit 1946 wed geschreven door Anibal Troilo, de tekst is van de hand is de dichter José Maria Contursi. In 1933 werkte Contursi als omroeper bij radio Stentor. Hij was filmcriticus voor verschillende kranten en medeauteur van de film Mi noche triste, die in 1952 werd opgenomen om zijn vader, de dichter Pascual Contursi te herdenken. Contursi jr. werkte jarenlang als ambtenaar bij het Ministerie van Landbouw en was secretaris van de SADAIC (Sociedad Argentina de Autores y Compositores de Música). Contursi was getrouwd met Alina Zárate, met wie hij vier kinderen kreeg. De enige zoon, Lucio Contursi, stierf heel jong aan kanker. Zijn andere dochters waren Ethel, Amalia en Alicia Hebe.
“Mi tango triste” is de zoveelste tango op rij gewijd aan de werkelijk bestaande, maar lang onmogelijke liefde van Contursi jr. voor zijn beminde Gricel. Contursi had namelijk een vlammende liefdesaffaire met Susana Gricel Viganó, een tiener uit het stadje Capilla del Monte in de bergen van de Argentijnse provincie Córdoba. In 1936 bezocht zij met haar vriendin Nelly Omar de radiostudio waar hij werkte en ontmoetten de twee elkaar voor het eerst. Twee jaar later, in 1938, ging hij kuren in de bergen van Capilla del Monte en werd hij verliefd op haar jeugd en schoonheid. Desondanks keerde hij terug naar zijn huwelijk en liet hij deze romance achter zich, hoewel de pijn en wroeging over deze verlating hem zijn hele leven zouden achtervolgden. Hij droeg de tango Gricel aan haar op, waarin hij huilt van verdriet om dit jonge meisje dat hij verleidde en in de steek liet en dat hem sindsdien vergeten is. Vele tango’s zouden volgen: Cristal, En esta tarde gris, Si de mí te has olvidado, Quiero verte una vez más, Cada vez que me recuerdes, Vieja amiga, Garras, Tabaco, Tú en Y la perdí. Al deze liederen vertellen dezelfde liefdesgeschiedenis vanuit verschillende gezichtspunten. Vele jaren later, toen José María weduwnaar werd en Susana Gricel door haar man verlaten was, ontmoetten ze elkaar weer en mocht de liefde weer zijn. In 1967 trouwden ze en bleven ze samen tot de dood van José María in 1972. Zijn stoffelijk overschot bevindt zich in het pantheon van de SADAIC. Bron: https://poesiamaspoesia.com/162-poesia-mas-poesia-pascual-contursi-y-jose-maria-contursi
Volledige vertaling