Lang geleden, uit de tijd van de vetkuifen met rozenwater, toen het leven mooi was en een renstal mijn school, werd mijn liefde voor paarden geboren.
Milonga que peina canas is een energieke milonga als ondertitel Milonga turfistica. Zowel titel als ondertitel zijn nogal raadselachtig. Letterlijk vertaald betekent de titel: “Milonga die grijze haren kamt”. Maar peinar canas is Lunfardo (straattaal van Buenos Aires) voor iets dat oud is, iets dat uit vervlogen tijden stamt. Het turfistica uit de ondertitel verwijst naar el turf, oftwel een paardenrenbaan. De vervlogen tijden uit de titel zijn dus die van de paardensport. De tekst haalt herinneringen op aan de renbaan: het geritsel van de jassen van de jockeys, namen van beroemde renpaarden (23 in totaal) en van een beroemde jockey die op de renbaan verongelukte. De tekstdichter verwijst naar zijn eigen grijze manen en denkt met nostalgie terug aan de vele verscheurde gokkaarten die geen geluk brachten. De namen van paarden bouwen een hele wereld op en geven het lied het ritme van een paardenrace.
Paardenrennen vormden in Argentinië rond de jaren ’20 een belangrijk onderdeel van het sociale leven. Meer dan twee dozijn tango’s gaan over paarden en paardensport, onder andere: Bajo Belgrano, Preparáte pa’ el Domingo, Palermo en het beroemde Por una cabeza. Veel van deze liederen werden uitgevoerd door Carlos Gardel, zelf een groot liefhebber van de paardensport.
Volledige vertaling