Wat ooit mijn eerste illusie was, is nu eenzaam graf van mijn laatste liefde.
Pobre flor, arme bloem. De arme bloem is geen persoon, maar een idee: de illusie van een liefde die niet mocht zijn. Geen vrolijk walsje dus, ondanks de optimistische driekwartsmaat is het alleen maar kommer en kwel. De tekst verhaalt van aanvankelijke, in vervoering gegeven kussen, maar daarna gaat het bergafwaarts. Er is een mond die gif en vloeken spuwt, er is de scherpe dolk van een wisselvallig humeur. De zanger dezes blijft gebroken achter: zijn illusie is door winterkou vermoord. Hij begraaft zijn droom en voelt, hoe dramatisch, over zijn ziel een lijkwade vallen.
Volledige vertaling