Juli 2010, we zijn in bar/restaurant El Faro, Villa Urquiza, Buenos Aires. Het restaurant heeft traditioneel een band met tango en tangomuziek, eens in de zoveel tijd verzorgen ze optredens van muzikanten. Zo te zien is het restaurant nog niet geopend: het is koud, iedereen heeft de jas nog aan. Begeleid door Diego “Dipi” Kvitko op gitaar zingt Juan Villarreal de tango Qué me van a hablar de amor van Héctor Stamponi en Homero Expósito. Geweldige sfeer, lekker ongedwongen, prachtige vertolking. De man met de pet in de kring tegenover Juan Villarreal is Hernán “Cucuza” Castiello, ook actief als tangozanger.
Ik heb geen adviezen nodig, want zelfs al moet ik in liefdeszaken nog leren, niemand weet er meer dan ik.
Que me van hablar de amor zo luidt de titel van deze tango, oftewel: “Over de liefde hoeft niemand mij iets te vertellen”. De titel is prachtig dubbelzinnig, net zoals de tekst van dit lied. De toon is opschepperig, maar daaronder schuilt één grote teleurstelling, één grote deceptie. De tekstdichter is inderdaad expert op het gebied van de liefde, maar dat is vooral omdat hij op dat terrein een grote brokkenpiloot geweest is. Blijkens de tekst heeft hij een grote liefde gehad die gefnuikt is. Daarna heeft hij zich in nog duizend en één liefdes gestort, maar heeft hij steeds alles zelf weer kapotgemaakt. “Kom bij mij aan niet met adviezen in liefdeszaken”, zegt hij, “want zelfs als ik nog moet leren, weet er niemand meer dan ik”.
Mei 2013 in de TU Kuppelsaal, Wenen, tijdens het Tangoamadeus-festival: Ariadna Naveira en Fernando Sanchez interpreteren de tango Qué me van a hablar de amor. In het begin dansen Ariadna en Fernando zelfs even close, daarna gaan ze open verder, hetgeen niet mijn ding is. Maar prachtig gedanst, heel muzikaal. De fijne muziek is van het orkest van Francini-Portier, zanger is Alberto Podestá.