Een man kan uit jaloezie zelfmoord plegen, maar het is hem vergeven als het gaat om de hartstochtelijke liefde voor een vrouw.
Deze Sentimiento gaucho is een tango uit 1924, van de hand van de gebroeders Rafael en Francisco Canaro. De tekst is een verhaal in een verhaal. In het eerste couplet bevinden we ons in een duister, tochtig pakhuis waar zwervers onderdak vinden. In een van de donkere hoeken bevindt zich een dronkaard, en die vertelt de tekstdichter zijn geschiedenis die in de volgende twee coupletten uit de doeken wordt gedaan. Die geschiedenis betreft een geliefde die vertrok naar een andere man. De verteller, de aan lager wal geraakte dronkenlap, blijft onthutst achter. Hij hield oprecht van de dame in kwestie, het was de liefde van zijn leven. Hij gunt haar een nieuw leven, maar zijn liefde voor haar was zo sterk, zo krachtig dat hij wel zelfmoord had kunnen plegen. Maar het werd dus een bestaan als dakloze…
In 1924 schreef het platenlabel Nacional een wedstrijd uit voor componisten. De ingeleverde tango’s werden in de bioscoop Grand Splendid uitgevoerd door het orkest van Roberto Firpo — instrumentaal, want het ging om de muziek. Het publiek mocht in verschillende rondes stemmen, en uiteraard werden er ook pogingen gedaan om de zaak te bedriegen. Eerste werd uiteindelijk de tango Sentimiento gaucho van de gebroeders Canaro, tweede Pa que te acordés van Lomuto, derde Organito de la tarde van Firpo. De tango Sentimiento gaucho had aanvankelijk geen tekst, die werd pas een jaar later toegevoegd.
Sentimiento gaucho viel in 1943 ten prooi aan de censuur. Want zo’n haveloze dronkaard, dat kon natuurlijk niet. Evenmin de liefdescapriolen van de geliefde die valt voor de verleidingskunsten van een ander, ook dat werd als immoreel beschouwd. De tekst werd op een aantal plekken aangepast. In 1947 werd het nummer in gecensureerde vorm opgenomen door het orkest van Francisco Canaro, met Nelly Omar als zangeres. Bron: https://es.wikipedia.org/wiki/Sentimiento_gaucho
Volledige vertaling