Wat maakt het uit dat een ander jou bemint, als ik weet dat niemand ooit zoveel van je kan houden, zoveel als ik van je hield.
Pijnlijk liefdesverdriet, daarover handelt deze prachtig-dramatische tango Sin lágrimas, oftewel: “Zonder tranen”. In de tekst is de dichter geschokt. Zijn geliefde heeft hem verlaten en hij heeft er geen woorden voor. Zelfs geen tranen. De tekstdichter is gevoelloos, voelt de kou van de dood naderen. Zijn zelfmedelijden projecteert hij op haar, hij hoopt maar dat zij niet zo hoeft te lijden als hij lijdt.
De tango Sin lágrimas is onderdeel van de Gricel-cyclus van dichter José Maria Contursi (1911-1972). In deze liederenreeks bezingt Contursi het liefdesverdriet om zijn aanbeden Gricel, de uit de bergen van Córdoba afkomstige Susana Gricel Viganó (1920-1994). Contursi en Gricel hadden een korte maar hevige liefdesrelatie toen zij 17 jaar oud was en hij 26. Contursi was evenwel getrouwd, had al een kind en koos voor zijn huwelijk. Maar de liefde voor “zijn” Gricel bleef smeulen en werd voor hem een bijna onuitputtelijke dichtader waaruit hij jarenlang bleef putten. Na de dood van Contursi’s vrouw en Gricel’s scheiding van de man waarmee ze zou trouwen, ontmoetten ze elkaar weer. Dat was vele jaren later, in 1962. Het kwam tot een gelukkige relatie. Door overmatig drankgebruik was Contursi gezondheid evenwel verzwakt, hij overleed in 1972. Susana Gricel Viganó zou hem nog 22 jaar overleven.
Volledige vertaling