Trottoirs die ik bewandelde, geboefte dat er niet meer is— onder jouw satijnen hemel nachtbraakt een stukje van mijn hart.
Prachtig lied, deze tango genaamd Tinta roja, oftewel “Rode inkt”. De tekst is een zeer impressionische schets vol flarden uit een grijs verleden. Centraal in de tekst staat een rode vlek op een muur. Dat rood komt terug in het rood van een brievenbus en het onvermijdelijke kroegje op de hoek waar een Italiaan huilt om zijn liefje. Daarna komt het rood nogmaals terug als het bloedende hart van de tekstdichter die een meisje uit de buurt beminde, een meisje dat — hoe kan het ook anders — weer vertrok. De dichter kijkt met heimwee terug, naar zijn oude buurt, de trottoirs, het geboefte op straat, haar balkon, de nachtelijke hemel van weleer.
Volledige vertaling