Ik voel dat mijn geloof wankelt, dat slechte mensen, o God, een beter leven hebben dan ik.
De meerderheid van de Argentijnse tango’s gaat over liefdesverdriet. Deze tango ook, maar het verdriet betreft in dit geval het geloof in God. Tormenta, “Storm”, zo heet deze inktzwarte tango. De tekstdichter voelt zich verlaten, bijna bedrogen door God. Het stormt en het bliksemt om hem heen. De wereld waarin hij leeft is een hel, slechte mensen hebben het beter dan hij die goed probeert te doen. HIj die niet steelt, bezorgt de medemens alleen maar voordeel. Desondanks blijft de tekstdichter hopen. Hij vraagt om een teken, een teken van het bestaan van God, om te kunnen blijven liefhebben: een bloem die opbloeit uit liefde voor God, een verrader die voor één enkele keer zijn straf vindt. Het lied eindigt met de tekstdichter met bloedende knieën op de harde keien, hij wil alleen nog maar sterven, samen met God.
De tango “Tormenta” werd in 1938 geschreven en gecomponeerd voor de filmkomedie Cuatro Corazónes door Enrique Santos Discépolo, met in de hoofdrol Discépolo zelf, die ook de film schreef en hem samen met Carlos Schlieper regisseerde. In de film wordt het lied uitgevoerd door Discépolo’s levenspartner Tania. Zoals in veel van zijn liedjes, staan God en moraliteit centraal. Het lied is een veroordeling van de amoraliteit. In de film, zie deze link, is het nummer onderdeel van een cabaretstuk. Het is opzettelijk zwaar en somber – een overdreven ’typische’ tango die zich afspeelt op een schip vol aan lager wal geraakte types. Tania voert het in de film uitgestreken uit, voordat de toneelmanager haar onderbreekt en in plaats daarvan een music-hall-behandeling eist (“Nee! Nee! Hiermee laat je de mensen in tranen sterven!”). Daarop volgt een karikatuur van het lied, die verandert in een complete aanfluiting als het opgevoerde cabaret botst met het andere vrolijke amusement in de nachtclub. Bron: http://tangodc.com/lyrics/2021/4/21/tormenta
Volledige vertaling