Ik zegen je ondanks het kwaad dat je me hebt aangedaan, zelfs als andere armen je strelen en omhelzen, in mijn hart is geen plaats voor wrok.
De tango Yo te bendigo is een lied van vergiffenis, van vergeving. De tekst speelt in een non-descripte arrabal, een buitenwijk in Buenos Aires. Het wordt licht, een haan kraait, in de verte blaft een hond, een flikkerende lantaarn dooft zijn licht. Dan klinkt een gitaar. De snaren vertolken hartgrondig liefdesverdriet. De ochtendstond is echter geen moment voor wrokkige gevoelens. De gezongen tekst spreekt van vergeving: “Ik zegen je ondanks het kwaad dat je me hebt aangedaan, zelfs als andere armen je strelen en omhelzen”. Aan het eind van de tekst vlieden deze vergevingsgezinde woorden naar de hemel omhoog en verbergen zich in een ster. Hoe poëtisch!
Deze tango stamt uit 1925. Uit diezelfde tijd is een uitvoering van Carlos Gardel, maar pas in 1947 werd dit lied opnieuw populair in de uitvoeringen van het orkest van Anibal Troilo (met Edmundo Rivero) en van het orkest van Osvaldo Pugliese (met Roberto Chanel). In 1951 nam Edmundo Rivero het nogmaals op met het orkest van Horacio Salgan (lees de pdf-aantekeningen van Gerard van Duinen bij dit nummer).
Volledige vertaling