Gólgota

Want ik gaf mezelf zonder te zien aan wie ik me gaf, en als beloning lig ik nu op mijn knieën.

Golgota is een naam van een tango die de titel, “Golgotha”, waardig is. De tekst bespreekt de lijdensweg van een naief, gevoelig iemand die slachtoffer is van de maatschappelijke zelfzucht, van de enge maatschappelijke normen. De hoofdpersoon geeft zich helemaal, maar wordt als beloning afgedankt. Zijn leven is een kruisgang naar de calvarieberg, naar Golgotha. Uitkomst biedt alleen de drank: de drank biedt hem moed om “op te treden in dit dagelijkse circus met de pirouettes van zoveel clowns“.

De muziek van Gólgota is van de hand van pianist en orkestleider Rodolfo Biagi, de tekst is van Francisco Gorrindo. Maar evengoed had de tekst van Enrique Santos Discépolo afkomstig kunnen zijn, zo zwart, duister en maatschappijkritisch zijn deze lyrics. Vergelijk bijvoorbeeld Yira, yira of Cambalache, twee messcherpe tango’s van Discepolín. Francisco Gorrindo (1908-1963) kwam uit een middenklassegezin, werkte voor de overheid maar hield van het nachtleven. In de jaren 1936-40 schreef hij veel grote hits, zoals bijvoorbeeld La bruja, Paciencia, La vida es corta en deze Gólgota.

Volledige vertaling
Nummer 

Confesión

Licht van mijn leven!… Ik was een mislukking en in mijn val probeerde ik je niet mee te slepen omdat ik zoveel van je hield.

Prachtige tango, deze Confesión, oftwel “Bekentenis”. De schokkende tekst is de bekentenis van een ex-minnaar die zichzelf niet waardig genoeg acht voor zijn geliefde. Hij zet haar, de geliefde, op een voetstuk: hij is een mislukkeling, maar zij straalt, zij is de koningin. Om haar te redden van een vergeefse toekomst met hem laat hij haar vallen. Hij doet haar pijn, mishandelt haar, met als enig doel dat zij hem gaat haten, dat was zijn manier om haar te redden. Een liefdesverklaring en liefdesafscheid ineen, dat is de vreselijke spagaat van deze tangotekst.

De première van Confesión was op 16 oktober 1930, toen Tania, de levenspartner van Enrique Santos Discépolo, het opvoerde in het Maipo-theater. Ze zong ook de tango’s Cartas de amor en Pan, maar de eerste tango kreeg het meeste applaus. Datzelfde jaar werd Confesión opgenomen door het orkest van Pedro Maffia met Francisco Fiorentino voor Columbia Records en later door andere artiesten.

Voor Manuel Adet is deze tango: “het best vertelde verhaal, het meest Discépolo en het meest verschrikkelijke, het heeft een religieuze en tegelijkertijd lyrische reminiscentie. Discépolo spreekt tot zichzelf. Of tot zijn lezers. Wij zijn zijn vertrouwelingen. De teksten van de tango zijn verschrikkelijk en mooi. Het personage is geen held; hij is een anti-held, dat wil zeggen iemand die zijn grootsheid onthult omdat hij zichzelf uit “zuiver geweten” opoffert om haar geluk mogelijk te maken. Discépolo gaat niet naar de mis, hij biecht niet bij de priester, maar hij heeft zojuist zijn meest christelijke gedicht geschreven.”

Guillermo Del Zotto stelt dat in Confesión: “er onderdelen in de compositie zijn die het op een onbereikbaar hoog podium plaatsen. De tango spreekt over iemand die zichzelf gehaat maakt door de vrouw van wie hij het meest houdt. Hij slaat haar om haar te redden van zijn eigen ondergang. Een jaar later ziet hij haar “mooi as de zon” en is hij blij voor degene die zo van haar kan genieten omdat hij haar verdient. Hij vertelt een verhaal als een perfect sprookje. De tekst gaat rond in cirkels, als een eeuwige slotscène van een gedenkwaardige film: iemand doet iets voor een ander en zorgt er dan voor dat diegene er nooit achter komt. Zo wordt de toeschouwer/lezer medeplichtige van dit grote offer.” Bron: https://es.wikipedia.org/wiki/Confesi%C3%B3n_(tango)

Volledige vertaling
Nummer 

Sueño de juventud

Mijn arme hart weet niet hoe te denken en ziend dat het zich van jou verwijdert, weet het alleen hoe het moet huilen, weet het alleen hoe het moet jammeren.

Een herinnering aan een eerste jeugdliefde, daarover handelt de zoete tangowals Sueño de juventud (“Jeugddroom”) van de hand van Enrique Santos Discépolo. Met prachtige bewoordingen wordt de onmogelijkheid van een jeugdliefde geschetst. Wat na afloop blijft zijn zoete herinneringen, tederheid, warme gevoelens en het gevoel van hoop die een eerste lyrische liefde met zich meebrengt.

Tekst en muziek van deze tangowals zijn van Enrique Santos Discépolo, acteur, dichter, componist, toneelschrijver en regisseur. Discépolo was zeer veelzijdig. Hij kon liedjes schrijven die ironisch en moralistisch waren, zoals Yira, yira en Cambalache, romantisch zoals deze Sueño de juventud, sarcastisch (Justo el 31, Chorra), expressionistisch (Soy un arlequín, Quién más, quién menos), gepassioneerd (Confesión, Canción desesperada) en nostalgisch (Uno, Cafetín de Buenos Aires). Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Enrique_Santos_Disc%C3%A9polo

Volledige vertaling

Uno

Als ik degene kon vergeten die mijn hart ooit vernietigde en van je kon houden, dan zou ik je hoop omarmen om te huilen om je liefde.

Dramatisch lied, deze tango getiteld Uno. Afgaande op de romantische melodie zou een niet-Spaans sprekende persoon kunnen denken dat die “Uno” over een bijzonder iemand gaat, een geliefde of beminde persoon. Maar de “Uno” uit de titel betekent in deze context “men” en slaat op de eerste persoon enkelvoud, op de tekstdichter zelf. “Vol hoop zoekt men het pad dat dromen de verlangens beloven“, zo luidt de eerste regel. Die “men”, dat is dus de dichter zelf. Het eerste couplet meldt dat onze hoofdpersoon bedrogen is door het leven, door de liefde: zijn hart is koud en leeg. In het tweede couplet blijkt er een nieuwe liefde in het spel te zijn, maar die komt jammerlijk te laat: de hoofdpersooon is geestelijk al gestorven. Het derde en laatste couplet beschrijft het gezamenlijke verdriet, dat deze nieuwe liefde ten dode is opgeschreven.

De geschiedenis van deze tango “Uno” wordt verhaald op internetradio Tukma, in een uitzending van Matiás Ángeles (zie de link hieronder). Het verhaal is bijna te lang om weer te geven, maar in het kort komt het erop neer dat in 1940 de 21-jarige pianist Mariano Mores deze compositie voorlegde aan de beroemde tekstdichter Enrique Santos Discepolo. Discepolo liet de muziek drie jaar liggen, totdat hij, heel onverwacht, de tekst van “Si tuviera el corazón” voorlegde aan de componist. Mores dacht dat de tekst veel te lang was voor een tango, maar Fransisco Canaro overtuigde Mores ervan dat dit nummer hitpotentie had. Het nummer werd inderdaad snel een succes en werd door het enthousiaste publiek “Uno” gedoopt. Vier jaar later, in 1947 ging Discepolo op radio Belgrano in op de achtergronden van dit lied. In een van zijn radiouitzendingen uit de serie “Como nacieron mis canciones” legde Discepolo uit dat hij in 1943 in een diepe existentiële crisis verkeerde, een midlife-crisis die ging over ouder worden. Tien dagen duurde die crisis, tien dagen waarop Discepolo zich helemaal van de wereld afsloot en waarin de tekst van de tango “Uno” geconcipiëerd werd. Bron: https://www.youtube.com/watch?v=fIovo7ZJDzk

De tango “Uno” werd na publicatie snel een hit. De eerste die het in 1943 opnam was Tania, de geliefde van Enrique Santos Discepolo. Daarna volgden, ook in 1943, opnamen van Libertad Lamarque, van Francisco Canaro met Carlos Roldán, van Anibal Troilo met Alberto Marino en van Juan D’Arienzo met Hector Mauré. Later werd het opgenomen door onder andere Julio Sosa (1957) en Roberto Goyeneche (1968). Maar daar bleef het niet bij, ook internationaal werd het nummer een hit: “Uno” werd uitgevoerd door wereldsterren als Placido Domingo (1981) en Julio Iglesias (1992). Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Uno_(Enrique_Santos_Disc%C3%A9polo_and_Mariano_Mores_song)

Volledige vertaling
Nummer 

Secreto

Door jou is mijn leven —heilig en eenvoudig als een gebed— veranderd in een barbaarse gruwel van problemen die mijn aderen verstopt en mijn eer vertroebelt.

Een gewone, getrouwde man — vrouw, twee kinderen, een huis en een hond — wordt verliefd op een andere vrouw en stort zich daardoor in het ongeluk. Daarover gaat deze tango Secreto. De titel, “Heimelijk”, slaat op het geniep van deze affaire. De man om wie het gaat weet zich niet staande te houden, hij bevindt zich in een storm die zijn leven verwoest. De affaire creëert tal van problemen die hij niet aankan. De minnares heeft er minder problemen mee: “haar zijdezachte huid floreert goed doorbloed”. De relationale problemen drijven de man bijna tot zelfmoord: “vastbesloten om met één schot haar vervloekte, tot een obsessie geworden schaduw te wissen, heb ik in mijn duisternis gezocht naar een plek om te sterven, maar het wapen liet het verradelijk afweten”.

De tango Secreto werd geschreven door dichter, acteur en regisseur Enrique Santos Discépolo. Zijn tango’s gaan over zeer diverse thema’s: armoe, individueel leed, maatschappelijk onrecht, liefdesverdriet en, zoals deze Secreto, over liefdeswanhoop. Het inktzwarte verhaal van deze tango is gebaseerd op een bestaande liefdesgeschiedenis, niet van Discépolo zelf, maar van een goede vriend. De dichter heeft de ontstaansgeschiedenis van zijn tango’s toegelicht in zijn cyclus “Hoe mijn liederen ontstonden“. Zijn persoonlijke relaas aangaande “Secreto” volgt onderaan deze webpagina, volgend op de vertaling.

Volledige vertaling en Discépolo’s persoonlijke relaas
Nummer 

Tormenta

Ik voel dat mijn geloof wankelt, dat slechte mensen, o God, een beter leven hebben dan ik.

De meerderheid van de Argentijnse tango’s gaat over liefdesverdriet. Deze tango ook, maar het verdriet betreft in dit geval het geloof in God. Tormenta, “Storm”, zo heet deze inktzwarte tango. De tekstdichter voelt zich verlaten, bijna bedrogen door God. Het stormt en het bliksemt om hem heen. De wereld waarin hij leeft is een hel, slechte mensen hebben het beter dan hij die goed probeert te doen. HIj die niet steelt, bezorgt de medemens alleen maar voordeel. Desondanks blijft de tekstdichter hopen. Hij vraagt om een teken, een teken van het bestaan van God, om te kunnen blijven liefhebben: een bloem die opbloeit uit liefde voor God, een verrader die voor één enkele keer zijn straf vindt. Het lied eindigt met de tekstdichter met bloedende knieën op de harde keien, hij wil alleen nog maar sterven, samen met God.

De tango “Tormenta” werd in 1938 geschreven en gecomponeerd voor de filmkomedie Cuatro Corazónes door Enrique Santos Discépolo, met in de hoofdrol Discépolo zelf, die ook de film schreef en hem samen met Carlos Schlieper regisseerde. In de film wordt het lied uitgevoerd door Discépolo’s levenspartner Tania. Zoals in veel van zijn liedjes, staan ​​God en moraliteit centraal. Het lied is een veroordeling van de amoraliteit. In de film, zie deze link, is het nummer onderdeel van een cabaretstuk. Het is opzettelijk zwaar en somber – een overdreven ’typische’ tango die zich afspeelt op een schip vol aan lager wal geraakte types. Tania voert het in de film uitgestreken uit, voordat de toneelmanager haar onderbreekt en in plaats daarvan een music-hall-behandeling eist (“Nee! Nee! Hiermee laat je de mensen in tranen sterven!”). Daarop volgt een karikatuur van het lied, die verandert in een complete aanfluiting als het opgevoerde cabaret botst met het andere vrolijke amusement in de nachtclub. Bron: http://tangodc.com/lyrics/2021/4/21/tormenta

Volledige vertaling
Nummer 

Mensaje

Bericht waarmee ik je vertel dat ik je vriend ben, en dat ik met jou de kar trek.

Mensaje heet deze tango, ofwel “Bericht”. Het bericht in kwestie komt van ver: uit de hemel. De tekst geeft een boodschap weer van iemand die niet meer is, die overleden is. De overledene brengt een boodschap over aan een goede vriend. Het bericht is gemengd: houd je bezig met het goede, respecteer de liefde en “Nou verder niets, dat het je goed gaat”. Ondertussen spelen ook ergenissen op. Er is sprake van wandaden, van rancune, van pesterijen: de vriendschap kende blijkbaar keerzijden. Maar de uiteindelijke boodschap van boven is toch dat ze vrienden zijn.

De muziek van deze tango is uit 1951, van Enrique Santos Discépolo. Hij overleed in datzelfde jaar, op 23 december. Het verhaal gaat als volgt verder, aldus Argentina Francesca: “Een paar dagen nadat Discépolo stierf, belde zijn vrouw Tania met de dichter Cátulo Castillo. Ze vertelde hem dat ze de muziek had van een onvoltooide tango van Discépolo. Cátulo bewaarde de tango in een van de zakken van zijn jas en vergat hem meer dan een jaar. Toen hij de muziek weer vond, schaamde hij zich en ging hij slapen. Om vier uur ’s nachts stond hij op en voelde dat iemand hem een tekst dicteerde die perfect paste bij de tango van Discépolo en dat is de tekst van ‘Mensaje’ geworden. Volgens Castillo werd de tekst hem gedicteerd vanuit het graf”. Bron: epaleccs.info/el-tango-mensaje/ (link is dood)

In de tekst van Mensaje schildert Castillo zichzelf als een lastpak, als een oude brombeer. Dat is natuurlijk een commentaar op zijn eigen persoon, een dubbelzinnig soort zelfkritiek. Cátulo Castillo (1906-1975) was een getalenteerd persoon. Op zijn 17e componeerde hij zijn eerste tango, Organito de la tarde. Daarnaast was hij in zijn jeugdjaren ook boxer, lid van de Argentijnse delegatie aan de Olympische Spelen van Parijs in 1924. Hij was docent aan het conservatorium Manuel de Falla in Buenos Aires en later ook directeur. Ook was hij afwisselend secretaris en directeur van de SADAIC, de Argentijnse Buma-Stemra, een voor tangomuzikanten belangrijke organisatie, in 1930 opgericht door onder meer Fresedo, Canaro, Manzi en Discépolo. En hij maakte films: Castillo schreef filmscripts, filmmuziek en soundtracks. Castillo was bevriend met Juan Perón. Toen die in 1955 werd afgezet, werd ook Castillo in de ban gedaan: in de periode 1955-1960 verloor hij al zijn officiële posities én zijn inkomsten uit de muziek, omdat zijn muziek op de radio geboycot werd. Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/C%C3%A1tulo_Castillo

Volledige vertaling
Nummer 

Carlos Gardel – Yira, yira

In de studios van filmpionier Federico Valle maakte regisseur Eduardo Morera in 1930 een aantal filmopnamen van Carlos Gardel. Vijf jaar later, 24 juni 1935, overleed de beroemde zanger bij een vliegtuigongeluk in Medellín, Colombia. Miljoenen fans in Zuid-Amerika waren diep en diep geschokt. Het stoffelijk overschot van Gardel werd met ezel, kar, trein en boot via New York en Montevideo teruggebracht naar Buenos Aires. Bij elke tussenstop kwamen hordes mensen afscheid van hem nemen. Nog in datzelfde jaar werden vijftien van Morera’s opnamen samengesteld tot de film Así cantaba Carlos Gardel (“Zo zong Carlos Gardel”). Het vertoonde fragment is één daarvan. Gardel zingt daarin de tango Yira, yira. De inleidende dialoog is tussen zanger Carlos Gardel en de schrijver van het vertolkte lied, de dichter Enrique Santos Discépolo:

Gardel: Enrique! Hoe gaat het?
Discépolo: Goed, en jij?
G: Vertel me, Enrique: wat heb je met de tango Yira yira willen uitdrukken ?
D: Met Yira yira
G: Ja, die.
D: Een lied van eenzaamheid en wanhoop…
G: Man, zo heb ik het precies begrepen.
D: En daarom zing je het op zo’n bewonderenswaardige manier.
G: Maar de hoofdpersoon is een goed mens, nietwaar?
D: Ja… Het is een man die gedurende veertig jaar geleefd heeft in de hoop op en verwachting van broederschap en naastenliefde. En op zijn veertigste beseft hij opeens dat mensen beesten zijn.
G: Je zegt bittere dingen…
D: Natuurlijk… Je moet niet verwachten dat ik leuke dingen vertel, over een man die veertig jaar moet wachten voordat hij wakker wordt.

Dat laatste is een lastig te vertalen woordspeling. Discepolo zegt: Claro… No pretenderás que diga cosas divertidas de un hombre que ha esperado cuarenta años para desayunarse. Het desayunarse wordt in de dialoog eerder gebruikt als “zich beseffen”, “wakker worden”, maar letterlijk betekent het in de laatste regel: “een man die veertig jaar moet wachten voordat hij kan ontbijten”. Bron: https://vlex.com.co/vid/discepolo-tango-politica-738723773

Nummer 

Yira, yira

Zelfs als je leven in elkaar stort, zelfs je als een pijn verbijt, verwacht nooit hulp, geen hand, geen gunst.

De tango Yira, yira heeft een inktzwarte tekst. De coupletten beschrijven iemand die door het leven in de steek is gelaten: iemand die geen geluk heeft, geen geld, geen eten, geen dak. En erger nog, ook geen vrienden. De tekst trekt bittere conclusies: waar je aanbelt — om in de armen van een vriend te kunnen sterven — wordt niet open gedaan, en waar je ineenstort, staan de mensen om je heen klaar om de kleren te passen die je zult achterlaten. Het credo is: verwacht geen helpende hand, geen gunst, van niemand niet. Alles is een leugen, nergens is liefde, de wereld geeft nergens om. Het Yira, yira uit de titel is de zeer meerduidige conclusie, want die zegt i) dat de wereld zinloos blijft “doormalen”, ii) dat het geluk, dat hem zo in de steek heeft gelaten, blijft “doortippelen” en c) dat “doelloos ronddolen” het enige is wat de dakloze overblijft.

Zowel de tekst als de muziek van dit lied is geschreven door Enrique Santos Discépolo, schrijver, acteur en filmregisseur. De tango Yira, yira is een van zijn vele maatschappijkritische teksten, geschreven in 1929 en opgenomen in 1930. Het lied is een portret van Argentinë en Buenos Aires ten tijde van de Great Depression.

In de periode 1943-1949 had Yira, yira te lijden van de censuur opgelegd door de regering Péron. De titel kon niet door de beugel, die werd Camina, camina, “Wandel, wandel”. Ook de coupletten moesten anders, vanwege het vele Lunfardo, het slang van Buenos Aires.

Gek genoeg verbond Discépolo zich actief met de corporatistische politiek van Péron, die onder meer de vakbonden een sterke rol gaf. Zijn peronistische activisme, onder meer op de radio, isoleerde Discépolo steeds verder. Hij werd openlijk tegengewerkt. Aan dat sociale isolement ging Discépolo ten onder, hij stierf in 1951, eenzaam en alleen zoals het personage in Yira, yira. Bron: https://www.todotango.com/historias/cronica/422/Discepolo-y-la-politica:-%C2%ABVeras-que-todo-es-mentira%C2%BB/

Volledige vertaling
Nummer