Noelia Hurtado and Carlitos Espinoza – Mano brava

In deze video is het 2017. We zijn bij het 6e Tango Cazino Festival in Cluj-Napoca, Romenië. De onvolprezen Noelia Hurtado en Carlitos Espinoza interpreteren de milonga “Mano brava“. Prachtig gedanst, heel muzikaal. Bij Noelia en Carlitos staan de pasjes in dienst van de muziek en de muzikaliteit, in plaats van andersom. De muziek die speelt is van het orkest van Aníbal Troilo, de zangstem is van Francisco Fiorentino.

Nummer 

Carlitos Espinoza y Majo Martirena, Corazón no le hagas caso

Oktober 2019, Tangoball in het Künstlerhaus te München. De Argentijnse dansers Carlitos Espinoza and Majo Martirena interpreteren de tango Corazón, no le hagas caso. Mooi kalm gedanst, het drama van dit prachtige lied volgend. De muziek die speelt is van het orkest van Aníbal Troilo, de zang is van Francisco Fiorentino.

Majo Martirena werd geboren in Uruguay, waar ze op 16-jarige leeftijd begon te dansen. Als danseres en docent heeft ze in verschillende steden van dat land gewerkt, totdat ze door Dana Frigoli werd uitgenodigd om deel uit te maken van haar gezelschap DNI Tango in Buenos Aires. Ze werkte daar zes jaar als docent en danseres van het gezelschap. Majo is de vaste partner van Rodrigo Fonti, met wie ze voornamelijk open danst. Hier danst ze met Carlitos Espinoza, die tot aan zomer 2019 een wereldberoemd koppel vormde met Noelia Hurtado. Hier treedt hij dus op met Majo Martirena.

Fausto Carpino y Stephanie Fesneau – Cada dia te extraño más

Februari 2013 in tangosalon Griseta de Montpellier, Frankrijk. De Italiaan Fausto Carpino en de Française Stephanie Fesneau dansen er de tango Cada dia te extrano mas. Fausto en Stephanie spelen een thuiswedstrijd, want ze geven op die plek ook les, Fausto is ook een van de DJ’s. De muziek die speelt is van het orkest van Anibal Troilo, de stem van Francisco Fiorentino.

Javier Rodriguez & Andrea Misse

September 2011. We zijn bij de derde editie van het Boekarest Tango Fantasia-festival. Javier Rodriguez en Andrea Missé interpreteren er de tango El bulin de la calle Ayacucho. Prachtig gedanst door twee tangogrootheden. Javier Rodriguez is de voormalige partner van Geraldine Rojas, waarmee hij een wereldberoemd danspaar vormde, totdat ze in 2005 uit elkaar gingen. Andrea Missé, bijgenaamd La Princesa del Tango, was de zus van Sebastian, Gabriel en Stella Missé, allen professionele tangodansers. Andrea overleed in 2012 bij een auto-ongeluk. De muziek die speelt is van het orkest van Anibal Troilo, de stem van Francisco Fiorentino.

Judita Zapatero y Rolo Valdivieri – Los mareados

Februari 2014, Judita Zapatero en Rolo Valdivieri treden op in de beroemde Club Sunderland, in de wijk Villa Urquiza van Buenos Aires. Ze interpreteren de tango Los Mareados. Prachtig, rustig gedanst, heel Argentijns en als ik me niet vergis heel Villa Urquiza (ook een stijl van tangodansen) in een zeer toepasselijke setting. De muziek die klinkt is van het orkest van Anibal Troilo, de zang is van Francisco Fiorentino.

Nummer 

Gricel

Jouw droombeeld was als van kristal en diggelde in stukken toen ik vertrok, want nooit, nooit keerde ik weerom…

Liefdesverdriet van voor tot achter in deze tango. Gricel is de naam van een beminde. Zomaar een liefdes(verdriet)lied is dit niet, want Gricel heeft echt bestaan: haar volledige naam was Susana Gricel Viganó. Zij was eerst de geliefde, pas veel later werd zij de vrouw van tekstschrijver en dichter José María Contursi. In de liedtekst heeft de ik-persoon Gricel verleid en is daarna verdwenen: “jouw illusie van kristal brak toen ik vertrok. Want nooit, nooit kwam ik weerom. Hoe bitter was jouw verdriet”. Nu heeft de ik-persoon spijt als haren op zijn hoofd. Veel hoop lijkt er evenwel niet te zijn: “ik gaf me over andere kussen. Mijn leven was een schijnvertoning. Wat zal er van mij terechtkomen, Gricel?” Gelukkig kwam het – in het echt – allemaal nog goed.

De Susana Gricel Viganó uit de titel woonde in de provincie, in Capilla del Monte in de heuvels bij Córdoba. Ze was 15 toen ze in 1935 de toen 24-jarige Contursi ontmoette in Buenos Aires, bij een optreden van Nelly Omar. Drie jaar later, in 1938, ging Contursi voor zijn gezondheid kuren in de bergen. Op aanraden van Nelly Omar werd dat Capilla del Monte. Toen sloeg de vonk echt over. Contursi was echter getrouwd, had kinderen en koos uiteindelijk voor zijn huwelijk. Contursi en Gricel bleven elkaar evenwel liefdesbrieven schrijven. Alles kwam in de openheid toen de tango “Gricel” werd gepubliceerd (1942). Daardoor kwam zij – winnares van lokale schoonheidswedstrijden en in een witte overall werkend als pompbediende – in haar omgeving bekend te staan als “de Gricel van het tangolied”. In 1949 trouwde Gricel met Jorge Camba, die haar al snel verliet voor een andere vrouw. In 1962, Contursi was inmiddels weduwnaar, ontmoetten ze elkaar opnieuw en ontstond een relatie. Ze trouwden in 1969. Contursi overleed in 1972.

Veel van de tango’s die Contursi schreef gaan over zijn geliefde Gricel, maar niet allemaal. Het is soms een beetje raden welke tango’s dat zijn. In ieder geval niet die van voor 1938. Maar wel: Quiero verte una vez más (1939), En este tarde gris (1941), Toda mi vida (1941), Junto a tu corazón (1942), Verdemar (1943), Cada vez que me recuerdes (1943), Sombras nada más (1943), Tabaco (1944), Cristal (1944), Garras (1945), La noche que te fuiste (1945), Tu piel de jazmín (1950).

Volledige vertaling
Nummer 

Yo soy el tango

Ik ben de oude tango, geboren in de achterbuurten. Waarom geloven, waarom liegen dat ik veranderd ben, als ik dezelfde ben als vroeger?

Dit is een uitzonderlijke tango. Het onderwerp is nu eens geen liefdesverdriet, dit lied gaat over de tango zelf. Sterker nog, in dit lied komt de tango zelf aan het woord. De tekst vergelijkt de moderne tango, die uit 1941, met de oude tango, die van de guardia vieja (de jaren twintig). Ondanks het feit dat hij, de tango, in de danszalen over de hele wereld een ereplaats veroverd heeft, is zijn afkomst nederig, zegt de tekst. De essentie en hart van de tango zijn niet veranderd.

De moderne tango, die uit de Gouden Eeuw van de tango, besloeg de jaren 1935-1955. De start werd gegeven door het orkest van Juan D’Arienzo, dat vanaf 1935 de tango met zijn strakke beat een nieuw leven inblies. Begin jaren veertig was tango echt hip, het was dé dominante populaire cultuur in de hoofdstad van Argentinië. De muziek en de dans was overal: in Buenos Aires leefden meerdere tientallen orkesten van de tango. Voor 1935 was de tango bijna ingedut. De oude tango, die van de guardia vieja, had haar hoogtepunt beleefd in de jaren twintig. Niet toevallig viel de dip samen met de crisisjaren. En de revival van de tango viel samen met het begin van de tweede wereldoorlog die Argentinië enorm welvarend maakte: Argentinië bevoorraadde zowel de As-mogendheden als de geallieerden.

Volledige vertaling
Nummer 

Lorena González y Gastón Camejo – Yo Soy El Tango

Deze video is opgenomen op de valreep van de corona-epidemie, op 9 maart 2020. De locatie is salon A La Parilla in Buenos Aires. Lorena González Catteneo en Gastón Camejo dansen een uptempo tango van Troilo, “Yo Soy El Tango“. Mooi gedanst, mooi in de muziek en zonder overbodig poespas. Lorena en Gastón zijn een tangokoppel: ze komen beiden uit Uruguay, zijn met elkaar getrouwd en hebben een dansschool in Buenos Aires. Ze hebben elkaar ontmoet in 2013 en dansen sinds 2015 samen. Bron: https://lorenaygaston.wixsite.com/misitio/about-us.

Nummer 

Julio Alvarez e Yailet Suarez:Toda mi Vida

Het is 28 februari 2016. De van oorsprong Cubaanse dansers Yailet Suarez en Julio Alvarez interpreteren de tango Toda mi vida. Prachtig gedanst, met een heleboel rust en gemak. Ik kijk vooral bewonderend naar de souplesse van Julio Alvarez. De locatie is waarschijnlijk milonga Open Space in Cumo, Italië. Het orkest dat speelt is dat van Anibal Troilo, de zanger is Francisco Fiorentino.

Nummer 

Cada vez que me recuerdes

Elke keer als jij je mij herinnert, zullen jouw gedachten mij kussen.

Dit lied uit 1943 is het verhaal van een liefde die begon als een groot feest, maar die uitging als een nachtkaars. Gaandeweg verdween bij de geliefde de passie, de verveling sloeg toe, de geliefde vertrok. De tekstzanger blijft geschokt achter, met een gebroken hart en hoopt nog steeds op een teken van de geliefde: “Elke keer als jij je mij herinnert, zal de nacht het mij zeggen“. Wat vooral blijft is wat de geliefde achterliet: het sterke gevoel van diens aanwezigheid.

De tekst van dit lied is geïnspireerd op een bestaande liefde, die tussen Susana Gricel Viganó en de dichter José Maria Contursi. Zij was vijftien jaar oud (ze werd geboren op 15 april 1920) toen haar vriendin en zangeres Nelly Omar haar meenam naar een live-optreden van haar, in het LS8 Radio Stentor auditorium. Het was een van de twintig radiostations in de stad, gevestigd in Florida 8, in het hart van het centrum van Buenos Aires. De dames kenden elkaar omdat de familie Viganó een tijdje in Guaminí had gewoond, Nelly’s geboortestreek. Destijds woonde de jonge Gricel in Capilla del Monte, Córdoba, waar haar ouders een herberg en een benzinestation hadden.

Haar schoonheid was schokkend: haar moeder was van Duitse afkomst en ze had dat blonde haar en die dromerige blauwe ogen van haar geërfd. In 1935 heette de radio-omroeper José María Contursi, maar in nachtelijk Buenos Aires stond hij bekend als Katunga. José María was een echte dandy, zoon van Pascual Contursi, een van de pioniers van het tangolied. Van zijn vader had hij het talent geërfd om verzen te schrijven. Hij was 24 jaar oud, reeds getrouwd met Alina Zárate en vader van een meisje. Toen hij kennismaakte met Gricel veranderde zijn leven voor altijd.

Het meisje was verblind was door de jongeman met zijn goede kleding en manieren. Maar ze keerde terug naar Córdoba en hij ging verder in Buenos Aires. Sommigen zeggen dat ze brieven schreven. In 1938 had Katunga gezondheidsproblemen en opnieuw was Nelly Omar degene die hem voorstelde om een ​​tijdje de bergen in te trekken om te herstellen. De plaats was Capilla del Monte en de herberg Viganó. De romance ontluikte, maar was van korte duur: hij keerde terug naar zijn stad; zij zag haar droom breken als glas.

Toen begon de beproeving. In 1939 schreef José María de tango Quiero verte una vez más. Het was het begin van een hele reeks: in 1940 verschenen En esta tarde gris, Sin lágrimas en Toda mi vida. In 1942 verscheen de naar haar genoemde tango: Gricel. Zij was inmiddels getrouwd en kreeg uit dat huwelijk een dochter. Een jaar later verschenen Sombras nada más en deze Cada vez que me recuerdes. En in 1945: La noche que te fuiste en Garras.

In 1957 werd Katunga weduwnaar: de vrouw met wie hij vier kinderen had gekregen, stierf. Gricel was ook alleen: haar man had haar in de steek gelaten. In 1962 trad de bandoneonist Ciriaco Ortíz op in Capilla del Monte en vertelde haar dat José María geen partner had, depressief was en veel dronk. Gricel kwam naar Buenos Aires en de reünie was een feit. Ze trouwden op 16 augustus 1967 in Córdoba: hij 56 jaar oud; zij 47. Het was een kerkelijke ceremonie omdat zij alleen burgerlijk getrouwd was. Het huwelijk duurde tot 11 mei 1972 toen Contursi, verzwakt door de ontberingen van zijn vorige leven, in Cordóba stierf. Gricel leefde nog twee decennia. Bron: https://www.clarin.com/ciudades/historia-amor-eternizo-tango_0_SJFxZOXiD7g.html.

Volledige vertaling

Carolina Bonventura & Francisco Forquera – Sunderland 2011

Tango in Club Sunderland. Fijne Argentijnse sfeer. Beroemde club, volle bak en lekker rommelig: die sportzaal, de gedekte tafeltjes, de bediening die rondloopt. Hier is het april 2011. De avond is gewijd aan El Negro Firpo, een van de voormalige organisatoren. In het filmpjes dansen Carolina Bonventura en Francisco Forquera hun interpretatie van Cada vez que me recuerdes. Mooi gedanst. Niet heel spectaculair, wel subtiel en muzikaal. De stijl kan ik niet helemaal thuisbrengen, maar die is toch vooral Argentijns, ingehouden. Fijn om naar te kijken, want er gebeurt wel van alles. Het gulle applaus aan het eind is ook mooi. De muziek is van het orkest van Ánibal Troilo, de zangstem van Francisco “Fiore” Fiorentino.

Te aconsejo que me olvides

Ik ontving je laatste brief waarin je schreef: Ik raad je aan mij te vergeten, alles wat we hadden is voorbij.

Prachtig liefdesverdriet, dit lied. Een minnaar ontvangt een brief van zijn geliefde met het verzoek haar foto en al haar brieven terug te sturen. “Ik raad je aan mij te vergeten”, schrijft zij, “alles wat we hadden is voorbij, is dood.” De minnaar schikt zich in zijn lot. Zij is getrouwd, hij wil haar goede naam niet te grabbel gooien door een schandaal te maken. Hij herinnert haar dwaze verliefdheid en haar hete kussen. Plagerig zegt hij dat hij díe niet terug kan sturen, evenmin als de leegte die zij achterliet.

Volledige vertaling

Sebastian Jiménez y María Inés Bogado – Te aconsejo que me olvides

We zijn in de Spaanse stad Valencia bij de achtste Encuentro de Aficionados al Tango, november 2010. Eerder dat jaar werden de jeugdige Sebastian Jiménez en Maria Ines Bogado in Buenos Aires wereldkampioen tango de salon. Hier geven ze een prachtige en wervelende interpretatie van Te aconsejo que me olvides. Mooi gedanst, prachtige frasering. De muziek is van het orkest van Ánibal Troilo, de stem van Francisco Fiorentino.

Veronica y Benjamin bailan ‘Malena’

Malena wordt gedanst door Veronica Toumanova en Benjamin Solana. Of dit de mooiste uitvoering is weet ik niet, maar de setting is wel heel tango: de eenvoudige zaal, het publiek, de man die binnenkomt. Vast na een workshop voorafgaand aan een salon? Desalniettemin vind ik dit supermooi gedanst: zeer muzikaal, prachtige frasering. De muziek is van het orkest van Anibal Troilo, de stem van Francisco Fiorentino. Plaats en tijd: Bridport Tango Festival (Dorset, UK), april 2016.

Nummer 

En esta tarde gris

Kom, heb medelijden met mijn pijn, ik ben moe van het huilen, van het lijden en hopen, van het in mezelf praten.

Op deze grijze middag, zo luidt de titel van dit lied. Dat belooft natuurlijk niet veel goeds. En inderdaad, het lied schildert een tranendal van pijnlijk liefdesverdriet in de derde persoon. In de tekst is het een regenachtige middag. In die regen beluistert de zanger de tranen van een geliefde die buiten beeld is. Die geliefde is alleen, voelt zich verlaten en is ten einde raad, zo verklaart ze zelf. In het derde couplet (dat meestal niet gezongen wordt) geeft de zanger toe dat hij fout zat: hij was vertrokken, allang weer bezig met nieuwe liefdes, maar toont zich alsnog bewust van de pijn van de geliefde.

Deze beroemde tango werd in 1941 gecomponeerd door José María Contursi samen met pianist Mariano Mores. Door Contursi werd dit lied als een van zijn beste tango’s beschouwd. Zoals verschillende andere tango’s van Contursi verwijst dit lied naar zijn liefde voor Susana Gricel Viganó, kortweg Gricel (naar de beroemde tango met die naam). Contursi was getrouwd met Alina Zárate met wie hij vier kinderen had, maar hij ontmoette Gricel wiens jeugd en schoonheid hem betoverden. Desondanks keerde hij terug naar zijn huwelijk en liet hij deze romance achter, hoewel de pijn en het berouw voor deze verlating hem zijn hele leven hebben achtervolgd. Na jaren is Contursi weduwe geworden, wordt Gricel verlaten door haar man en dankzij de hulp van Ciriaco Ortiz in 1962 kunnen ze elkaar weer ontmoeten. Ze woonden de rest van hun leven samen. Bron: https://es.wikipedia.org/wiki/En_esta_tarde_gris.

Volledige vertaling

Eladia y Andres @Canning

Andres Laza Moreno en Eladia Cordoba zijn twee mooie dansers die ik in 2019 in Amsterdam heb zien dansen. Hier dansen zij, voorjaar 2020, in Salon Canning in Buenos Aires, voor mij (ik ben er nog nooit geweest) te herkennen aan de houten vloer en de grote foto/schildering tegen de muur. De bijnaam van Andres is El Bichi, vanwege het royale Bee Gee-kapsel dat hij vroeger had, maar daar wil hij geloof ik niet meer aan herinnerd worden. Andres danst in de stijl van Villa Urquiza, een hele eigen stijl die hoort bij de gelijknamige wijk, iets in tussen milonguero (superclose) en salon (meer open). Prachtig om te zien, en prachtig in de muziek van het orkest van Anibal Troilo. De zanger is uiteraard Francisco Fiorentino.