Que tiempo aquel de ayer

Een bullebak met een “wat kan mij het schelen”-gebaar, hooghartig en ruziezoekend.

Raadselachtige tekst van deze milonga, getiteld Que tiempo aquel de ayer. In het Nederlands: “Wat een tijd was dat, vroeger”. De tekst is dubbelzinnig. Enerzijds wordt de lof gezongen over vroeger en wordt de vooruitgang beklaagd. Anderzijds gaat het “vroeger” over een macho-type uit de achterbuurten van Buenos Aires, over een hooghartige en ruziezoekende bullebak die het vooral van zijn kleding moest hebben. De clou van dit alles: geen idee! Misschien mis ik nog coupletten die de context verder kunnen verduidelijken?

De tekst van deze tango is van Celedonio Flores, El Nego Cele. Het merendeel van zijn teksten schreef hij in de jaren twintig/begin jaren dertig van de vorige eeuw. Zijn teksten gaan veelal over het harde leven van vroeger en zijn doorspekt met Lunfardo, het slang van Buenos Aires. Beroemde teksten van hem zijn onder andere Corrientes y Esmeralda, El bulin de la calle Ayacucho, Mano a mano en Viejo smoking. Bron: https://www.todotango.com/english/artists/biography/65/Celedonio-Flores/

Volledige vertaling

Que tiempo aquel – Victoria Laverde y Oscar Beltran

Juli 2018, Festival de Prayssac, France. Victoria Laverde en Oscar Beltran demonstreren hun interpretatie van de milonga “Que tiempo aquel”. Leuk en levendig gedanst. Mij bevalt de macho-stijl van Oscar Beltran, al zullen wij Noofd-Europeanen die nooit kunnen reproduceren. De muziek die speelt is van het orkest van Francisco Lomuto, de zang is van Jorge Omar.

Sombras nada más

En als een geest bleef ik achter, bevend, het zeeblauw van jouw ogen missend die zich voor mij gesloten hebben, zonder te zien dat ik zo ben…

Alleen maar schaduwen, zo luidt de Nederlandse vertaling van deze tango Sombras nada más. Die schaduwen slaan op het leven van de tekstdichter dat somber en duister is omdat hij de liefde van zijn leven moet missen. Verloren in eenzaamheid, zo moet de dichter verder leven. De tekstdichter beklaagt zich, eenzaam en verdrietig als hij is, dat de geliefde hem niet meer kan zien. Heel even was er licht in zijn leven toen de geliefde verscheen: een vuurvliegje was ze, met zeeblauwe ogen. Wat ertussen gekomen is, wat de breuk veroorzaakt heeft, zegt het lied niet. De tekstdichter “stort zijn bloed uit aan de voeten van de geliefde” om te bewijzen dat hij niet meer kan liefhebben.

De tango Sombras nada más werd in 1940 geschreven door Francisco Lomuto (muziek) en José Maria “Katunga” Contursi (tekst). Het lied is gewijd aan een werkelijk bestaande persoon: Susana Gricel Viganó. Rond 1935/36 — Katunga was 25, zij was 16 jaar oud— ontvlamde tussen hen een heftige liefde. Contursi, die bekend stond als een vrouwenversierder, een Don Juan, koos daarop echter voor zijn huwelijk (hij was getrouwd en had een kind). Maar zijn passie voor Gricel bleek geen eendagsvlieg. Ondanks de verbroken relatie bleef de liefde knagen. De gefnuikte liefde tussen Katunga en Gricel werd een vruchtbare dichtader waaruit vele tango’s zijn ontsproten. In het oeuvre van Contursi zijn, gezien de hartstochtelijke thematiek, zeker een veertigtal tango’s gewijd aan zijn smartelijke liefde voor Gricel, geschreven in de periode 1937-1949. Bron: http://tangosalbardo.blogspot.com/2020/10/los-tangos-que-le-debemos-gricel.html

Volledige vertaling

Mano a mano

Vandaag ben je een geslaagde dame, het leven lacht en zingt je toe, je verkwist makkelijk het geld van de sufferds, net zoals een sluwe kat met muizen speelt.

Bij de titel van deze tango, Mano a mano, ligt de vertaling “Hand in hand” voor de hand. Maar dat klopt niet, want het gaat hier om quedar mano a mano en dat betekent “Kiet staan”. Kiet staan, dat slaat in dit lied op de complexe relatie tussen de tekstdichter en zijn geliefde. Ze zijn elkaar niets meer verschuldigd, dus staan ze kiet. Ooit, in een vroeger leven van armoe en ellende hadden de twee iets met elkaar, maar dat is over en uit. Nu is zij verslaafd aan de glam en glitter van de milonga, aan de rijke vriendjes die haar onderhouden. De tekstdichter van zijn kant denkt vooruit, hij speculeert op het aflopen van haar houdbaarheidstermijn. Wanneer die voorbij is, in een toekomstig leven dus, hoopt hij haar alsnog bij te kunnen staan met raad en daad.

Deze beroemde tango werd in 1920 geschreven door Celedonio “El Negro Cele” Flores (1896-1949). El Cele werd geboren in de stad Buenos Aires, in de wijk Villa Crespo, voornamelijk bewoond door creolen en immigranten van verschillende afkomst. In de jaren twintig was hij een zeer populaire dichter en tekstschrijver. Zijn tango’s, vaak sentimenteel en moraliserend in de beschrijvingen van zijn personages bevatten veel Lunfardo, het lokale jargon van de Río de la Plata-regio. Zijn meest creatieve fase duurde tot het begin van de jaren dertig. Gardel nam eenentwintig nummers op van Celedonio, waaronder een van de grootste hits uit zijn hele carrière: “Mano a mano”. In deze versie van Mano a mano uit 1930 zijn zowel El Negro Flores als Gardel te zien.

De tekst van Mano a mano is dubbelzinnig, niet alleen door het vele Lunfardo (het slang van Buenos Aires), maar ook en met name door het zinnetje: Es una buena mujer: “Zij is een goede vrouw”. Dit zinnetje zou zowel serieus opgevat kunnen worden (en dan houdt de tekstdichter oprecht van de flierefluitster uit het lied), maar ook cynisch (en dan laat hij haar helemaal vallen). De muziek is van Carlos Gardel en José Razzano. Gardel nam het lied in 1923 voor het eerst op. Daarna volgden vele opnamen, van onder andere: Canaro, Lomuto, De Angelis, Edmundo Rivero, Julio Sosa, Roberto Goyeneche en Adriana Varela.

In 1943 viel dit lied ten prooi aan de censuur. Het zeer aanwezige en dubbelzinnige Lunfardo was uit den boze, maar ook het lichtzinnige leven van de flierefluitster kon niet door de beugel. Onder de censuur viel namelijk: Lunfardo, dronkenschap en “alles wat als immoreel of negatief kon worden opgevat worden voor het land of de taal”. De hele tekst ging op de schop. De gecensueerde versie, een bloedeloze schim van de oorspronkelijke tekst werd in 1944 opgenomen door het orkest van Lomuto. Gek genoeg is de versie van De Angelis uit 1946 de originele, ongecensureerde versie, terwijl de censuur pas in 1949 werd afgeschaft/verlicht.

Volledige vertaling & gecensureerde versie
Nummer 

Alejandro Hermida y Paola Tacchetti – Quiero verte una vez más

Zaterdag 5 september 2009. Alejandro Hermida en Paola Tacchetti dansen de tango “Quiero verte una vez más” in de beroemde, niet meer bestaande Club Sunderland in (de wijk) Villa Urquiza, Buenos Aires. Prachtig gedanst met mooie, kalme pauzes en een mooie variatie in hoog en laag. Alejandro y Paola eidigden als zevende bij het zevende Campeonato Mundial de Tango 2009. Of ze nog samen dansen, weet ik niet. Hun laatste filmpje op Youtube dateert van 2015.

No hay tierra como la mía

Over de hele wereld trok ik en uiteindelijk kwam ik erachter dat er geen land is zoals het mijne!

Goede tekst, deze milonga. Het is een feestelijke, overtuigde lofzang op het eigen land. De kracht en overtuiging ervan voelt als het clublied van een voetbalsupporter. “Geen land is zo mooi als het mijne”, zingt de tekstdichter, “al moest ik eerst de hele wereld over trekken om daarachter te komen. De vrouwen van hier zijn mooier dan elders. Zing met me mee: er is geen land zoals het mijne!”

Deze milonga, in de uitvoering van Canaro of van Lomuto, is een milonga ciudadana, een stedelijke, dansbare versie van de milonga. Maar de tekst van deze milonga, met zijn vele herhalingen, voelt nog een beetje als de oorspronkelijke milonga campera: de milonga van het veld, van de payadores, de gaucho-troubadours die soms als een soort rappers met elkaar in duel gingen. Of dit vrolijke filmpje een goed voorbeeld is van een milonga campera weet ik niet, maar ik vind het leuk om naar te kijken.

Volledige vertaling

No hay tierra como la mia – Francisco Lomuto

Deze dansante uitvoering van No hay tierra como la mía vind ik fijn om naar te kijken. Er wordt milonga gedanst wordt met veel traspie (dubbel tempo). Eén basispas die ik geleerd heb van mijn docent Carlos Alberti, wordt hier veel gedanst (die twee pasjes naar links en het vervolg). De dansers zijn Valentina Garnier en Juan Amaya, de locatie is Milonga Cachirulo in salon Canning in Buenos Aires. De datum is 17 augustus 2019. De muziek die speelt is van het orkest van Francisco Lomuto, de stem is van Fernando Diaz.

Soy un arlequín

Ik ben een harlekijn die zingt en danst om te verbergen dat zijn hart vol van verdriet is.

Schrijver en componist van dit lied is de befaamde Enrique Santos Discépolo (1901-1951): componist, muzikant, dramaturg en filmregisseur. Zijn bijnaam was Discepolín. Discépolo is bekend vanwege zijn scherpe, sociaal-kritische tango’s zoals bijvoorbeeld Yira, yira (1929) en Cambalache (1934). Daarnaast schreef hij ook sentimentelere liederen zoals Uno (1943), Cafetín de Buenos Aires (1948) en deze Soy un arlequín uit 1929. De kracht van zijn teksten is dat hij zijn teksten een universele lading weet te geven, dat hij altijd het particuliere weet te ontstijgen. Dit lied is de klacht van de harlekijn, de clown die niet zómaar lacht, maar die achter zijn lach huilt om zijn liefdesverdriet. Prachtig beeld. Ook de muziek is van Discépolo en verbeeldt zowel in ritme als in melodie het lachen én het leed.

Volledige vertaling

Carlitos Espinoza y Noelia Hurtado – Soy un Arlequin

Wauw! Wonderschoon zoals Soy un arlequín hier vertolkt wordt door Carlitos Espinoza en Noelia Hurtado. Meestal levert dit koppel één en al vuurwerk op de dansvloer, maar hier dansen ze rustig en beheerst, op hun gemakkie. Weergaloos mooi hoe hun passen in de muziek vallen, in de droge beat van de klacht van de clown. Alle expressie van deze interpretatie zit in de passen en niet in ingewikkelde tangofiguren. Magistraal. Volgens mij ervaren Carlitos en Noelia dat zelf ook: in hun afscheidsdans op het Mediterrenean Summer Tango Festival van 2019 dansen ze niet voor niets ook deze Soy un arlequín. Het orkest dat speelt is van Francisco Lomuto, zanger is Charlo.