Uit je lichaam spreekt arrogantie, je cadans en je provocerende hakken op het trottoir zeggen: ik ben de tot silhouet gemaakte Latijnse geest.
Dit lied is een ode aan de porteñas, de vrouwen van Buenos Aires. Een ode aan de vrouwen die over de straten paraderen, die met hun hakken op het trottoir muziek maken, de muziek van een melodieuze, speelse milonga. Een ode aan de trotse, ongenaakbare vrouwen van Buenos Aires uit wier ogen het vuur schittert. Die de complimenten (piropos) van de mannen in ontvangst nemen, in hun haarband stoppen en doorlopen. Het beeld van deze vrouw vormt, althans volgens de liedtekst, het silhouet van de Latijnse geest van de stad, het silhouet van Buenos Aires: een silueta porteña. Silueta is silhouet en een porteña is een inwoonster van Buenos Aires, hier gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Buenos Aires is een havenstad, liggend aan de Rio de la Plata, en porteño en porteña komen van het Spaanse woord voor haven: puerto.
Volledige vertaling