De primus liet me er niet in de steek met het water dat hij opwarmde, en warm water hebbend was de mate er de baas.
Nostalgisch lied vol van herinneringen, dit El bulín de la calle Ayacucho. Een bulín is een optrekje ter grootte van een kamer dat eermaals in Buenos Aires door jongemannen gebruikt werd als hangplek, als verzamelplek voor vrienden, waar gegeten werd en geslapen, gegokt en gedobbeld, waar mate (een bittere thee) werd gedronken en waar muziek werd gemaakt. De tekstdichter denkt er met nostalgie aan terug. Maar wat was, is niet meer: er was een vriendinnetje dat verdween. De dichter blijft bitter en teleurgesteld achter en komt zijn bed niet meer uit. En de bulin die hij huurde aan de Azacucho-straat, die blijft leeg en verwaarloosd achter.
Het huis (casa, bulín, casita, conventillo, cotorro, cuarto, et cetera) is het onderwerp van verschillende tango’s, soms als decor en andere direct als onderwerp. Een casa verwijst over het algemeen naar de kindertijd, het gezin, het huis, terwijl bulín of cotorro verwijzen naar onafhankelijkheid, seksualiteit, eenzaamheid of volwassenheid. Over de bulín van deze tango, die aan calle Ayacucho 1443, schreef José Servidio: “Het was een kleine kamer waaraan zelfs de muizen niet ontbraken. Elke vrijdag kwamen Juan Fulginiti, de zanger Martino, de zanger Paganini, Nunziatta, ook een zanger, Sola “de Magere”, zanger, gitarist en bevoorrechtte zuipschuit, en ik. Ciacia kookte altijd een stoofpot. In de bulín stond een koekenpan en een kookpot . Met dronk mate, men kletste. Zoals ik al zei, liep daar af en toe ook een muis rond. De bijeenkomsten in de bulín op Ayacucho-straat duurden min of meer tot eind 1921. Toen El Cele (auteur van El bulín de la calle Ayacucho) trouwde, eindigden deze bijeenkomsten.” De onderhevige bulín aan de Ayacucho-straat 1443 in Buenos Aires werd eind jaren twintig gesloopt.
In 1943 werd El bulín de la calle Ayacucho slachtoffer van de censuur die het nieuwe militaire bewind ingevoerde. Vanaf dat moment was verboden: Lunfardo (het slang van Buenos Aires), alcohol en dronkenschap en “elke willekeurige verwijzing die als negatief of immoreel kon worden opgevat voor de taal of het land”. Vanwege het vele Lunfardo dat in de tekst voorkwam, moest El Negro Cele (de tekstdichter Celedonio Flores) de tekst herzien. Het resultaat was een maar al te brave versie met de nieuwe titel Mi cuartito. In 1949, na een audiëntie bij president Peron, werd de censuur opgeheven, of beter gezegd verlicht, want in zekere zin bleef de censuur gewoon bestaan. In de praktijk deed men veel aan zelfcensuur. In 1952 kwam de SADAIC (de Buma/Stemra van Argentinië) met de overheid een lijst overeen van liedjes die niet uitgezonden mochten worden. Bron: https://es.wikipedia.org/wiki/El_bul%C3%ADn_de_la_calle_Ayacucho
Volledige vertaling