Oktober 2014, we zijn bij Lo de Mingo in Bar Miranda in de Monte Castro-barrio van Buenos Aires. De maestros Oscar Barrios (bandoneon) en Carlos Soria (gitaar, ooit nog begeleider van Nelly Omar) spelen heel soepeltjes een instrumentale versie van de vals Un placer, met een paar geweldige variaciones aan het eind. De aanleiding is een bijeenkomst van tangoliefhebbers op leeftijd: Los Amigos del Galpón de Mingo. Lo de Mingo betekent “de plek van Mingo” en El galpón de mingo zoiets als “De hut van Mingo”. Wie die Mingo was, is mij niet duidelijk, mogelijk is het de bandoneonista Domingo Disanzo. Of gaat het om de danser Mingo Pugliese? Waarschijnlijk om de eerste, zie de poster achter de muzikanten.
Deze wals is een vals criolla, ofwel een Latijns-Amerikaanse wals, dit ter onderscheid van de Europese wals, waaronder de (langzame) Engelse wals en de (snelle) Weense wals. De Amerikaanse Boston-wals is weer langzaam. De wals is oorspronkelijk van Duitse afkomst (Tirol). Rond 1800 verscheen de wals op de Europese dansvloeren en werd meteen een hit — en zelfs verboden, omdat ze te opwindend was. Kenmerk van de Europese wals is de begeleidingsfiguur met een zwaardere eerste tel (puls), meestal een basnoot, gevolgd door twee lichtere tellen. De Latijns-Amerikaanse wals is opvallend rijk aan syncopen, zowel in de melodie als de ritmische begeleiding. Het basisritme wordt hier bepaald door de hemiool, een accentverschuiving dat ontstaat wanneer in een driedelig metrum een tweedelig ritme wordt ingebracht. Bekende valses criollas zijn, behalve deze Un placer; Desde el alma, Palomita blanca, Yo ne se que me han hecho tus ojos, Flor de lino, Caseron de tejas, Bajo un cielo de estrellas, El viejo vals, Tu pálida voz, Gota de lluvia, Romance de barrio en de Peruaanse wals Que nadie sepa mi sufrir. Van Carlos Gardel is de wals Rosas de otono. Bron: https://www.todotango.com/english/history/chronicle/268/The-vals-criollo/