Gólgota

Want ik gaf mezelf zonder te zien aan wie ik me gaf, en als beloning lig ik nu op mijn knieën.

Golgota is een naam van een tango die de titel, “Golgotha”, waardig is. De tekst bespreekt de lijdensweg van een naief, gevoelig iemand die slachtoffer is van de maatschappelijke zelfzucht, van de enge maatschappelijke normen. De hoofdpersoon geeft zich helemaal, maar wordt als beloning afgedankt. Zijn leven is een kruisgang naar de calvarieberg, naar Golgotha. Uitkomst biedt alleen de drank: de drank biedt hem moed om “op te treden in dit dagelijkse circus met de pirouettes van zoveel clowns“.

De muziek van Gólgota is van de hand van pianist en orkestleider Rodolfo Biagi, de tekst is van Francisco Gorrindo. Maar evengoed had de tekst van Enrique Santos Discépolo afkomstig kunnen zijn, zo zwart, duister en maatschappijkritisch zijn deze lyrics. Vergelijk bijvoorbeeld Yira, yira of Cambalache, twee messcherpe tango’s van Discepolín. Francisco Gorrindo (1908-1963) kwam uit een middenklassegezin, werkte voor de overheid maar hield van het nachtleven. In de jaren 1936-40 schreef hij veel grote hits, zoals bijvoorbeeld La bruja, Paciencia, La vida es corta en deze Gólgota.

Volledige vertaling
Nummer 

Celine Giordano y Alexis Quezada – Loca de amor

Maart 2019, München, Duitsland. Het Frans/Chileense danspaar Céline Giordano en Alexis Quezada treedt op en interpreteert de tangowals Loca de amor. Céline en Alexis hebben geen dansschool, maar reizen rond, vooral in Europa en geven workshops van een of meer dagen tot een hele week. De muziek die speelt is van het orkest van Rodolfo Biagi, de zang is van Teófilo Ibáñez.

Nummer 

Dichas que viví

Geluk dat ik heb beleefd en dat niet zal terugkeren, aangename genoegens die mijn ogen in stilte zullen bewenen.

Dichas que viví is een veel gedraaide wals. Dicha betekent geluk, plezier, fortuin of genoegen. De titel slaat op het geluk dat de tekstdichter beleefd heeft. Met de nadruk op de voltooid verleden tijd, want in de tekst is dat geluk is over, voorbij en zal niet terugkeren. Heel eventje beleeft de dichter dat geluk opnieuw, In de noten van deze wals. Een ode aan een voorbij liefde, dus, met het bijbehorende verdriet.

Deze swingende, voorstuwende wals werd op 13 juli 1939 opgenomen door het orkest van Rodolfo Biagi — het énige orkest uit de vorige eeuw dat dit nummer heeft opgenomen. Hetzelfde geldt voor José en Luis Lupi (gebroeders?), die respectievelijk componist en tekstschrijver van deze wals zijn. Dichas que viví is de enige tango waaraan ze hebben bijgedragen, althans volgens tango.info.

Volledige vertaling

Carlitos Espinoza y Majo Martirena – Dichas que vivi

Oktober 2019, Lo de Laura Tangoball in het Künstlerhaus am Lembachplatz te München. Carlitos Espinoza en Majo Martirena interpreteren de wals “Dichas que viví”. Prachtig gedanst, heel muzikaal en creatief: mooi rondgedraaid en prachtig de accenten in de muziek gedanst, met een interessante variant om de 1-2-3-1 aan het eind van de laatste zin van een muziekdeel te dansen. De muziek die klinkt is van het orkest van Rodolfo Biagi. De zang is van Andres Falgas.

Adoración

Jij bent de tere, mystieke bloem waarvoor ik met vurige liefde zucht.

Adoración is een wals uit 1947. “Aanbidding” betekent de titel en dat is waar de tekst van spreekt, de aanbidding van een geliefde die op een fiks voetstuk wordt geplaatst. Die geliefde is een maagd van liefde, niet anders dan hemels, perfect. De schaduwzijde is dat de geliefde niet is waar de tekstdichter zou willen, namelijk dichtbij. Er is sprake van een vurige, bijna opgezwollen aanbidding, maar de geliefde doet nergens van zich spreken. Het is niet eens duidelijk of het object van aanbidding zich wel van de aanbidder bewust is…

Adoración werd in 1947 geschreven door Argüello en Pidoto. Beiden hebben maar één tango op hun naam staan. De tijd waarin deze wals geschreven is, eind jaren veertig, past bij de ééndimensionaliteit van de tekst. Tangoteksten uit de jaren ’20 en ’30 zijn anders, die gaan heel concreet over het harde leven van die tijd: over armoede, messen(gevechten), alcohol, vrouwen, klatergoud en ijdeltuiterij. De teksten uit begin jaren veertig worden lyrischer en sentimenteler, gaan vooral over naamloos liefdesverdriet. De teksten daarna, uit de jaren vijftig, worden gezapiger, gaan regelmatig over zwijmelende, zwelgende liefde. Voorbeelden: Bailando me diste un beso (1952), Y todavia te quiero (1956), Todo es amor (1957), Bomboncito (1958). Mogelijke oorzaken: de tango was in de vijftiger jaren een aflopende zaak, de urgentie was weg, mindere goden kwamen aan bod. Dat laat trouwens onverlet dat ook in de vijftiger en zestiger jaren práchtige tango’s geschreven werden, bijvoorbeeld door Homero Exposito of door Cátulo Castillo.

Volledige vertaling
Nummer 

Anne Valérie & Fabien – Adoracion

Anne-Valérie Gouiller en Fabien Grignoux doceren Argentijnse tango in Oullins, Lyon, Frankrijk. In deze relaxte buitenvideo dansen ze, juni 2017, de wals Adoración, op de prachtige muziek van het orkest van Rodolfo Biagi. Anne-Valérie woonde twee jaar in Argentinië voordat ze met haar liefde voor de tango terugkeerde naar Lyon. Fabien raakte in de ban van deze dans tijdens een wild dansfeest in Parijs. Al meer dan 7 jaar dansen ze samen: “Ik hou van de gevoeligheid en sensaties van deze activiteit. Het is een uitnodiging voor een reis van verrassing en stilte terwijl we luisteren naar elkaars lichamelijke expressie”, zegt Anne-Valérie. Fabien prijst de alchemie en de opwindende sensaties: “Volgens mij is het ook de magie van de uitwisseling, de diepte van de relatie met de ander. Bron: https://www.leprogres.fr/rhone/2016/10/22/nouvelle-activite-avec-l-association-tangoloso

Nummer 

Humillación

Ik haat deze liefde die me aan jouw grillen onderwierp.

Humillación, dat betekent vernedering. Vernedering is het onderwerp van de tango met deze naam. De tekstdichter wist van niets, maar toch heeft hij/zij zich onderworpen aan de grillen van een oppervlakkige en wisselvallige liefdesrelatie. Beetje bij beetje ontwaakt hij/zij uit de waanzin en komt in opstand. “Ik haat deze liefde die me aan jouw grillen onderwierp”, zegt het refrein, “ik haat deze liefde die me leerde bedelen!” De laatste twee (meestal niet gezongen) coupletten reflecteren op de situatie: het is eigen schuld, dikke bult en niet de schuld van de ander.

Volledige vertaling
Nummer 

Flor de Montserrat

Men vocht om haar liefde, iedereen wilde haar eer, maar onze Maagd droomde van een andere liefde.

De muziek van deze milonga campera is opwindend en snel. De inhoud begint ook opwindend, maar eindigt als een nachtkaars. De tekst draait om een knap, jong meisje uit de wijk Monserrat, een van de barrio’s van Buenos Aires. De dame in kwestie stond vanwege haar hemelsblauwe ogen en vriendelijke inborst bekend als Virgencita, “Kleine maagd”. Iedereen dong naar haar hand. Aan de voet van haar balkon, waar de jasmijn geurde, werden vele serenades voor haar opgevoerd. Maar zij, Virgencita, droomde niet van een aardse liefde, maar van een goddelijke. Zij vertrok naar een klooster, de jasmijn verdroogde en minneliederen werden niet meer gehoord…

Monserrat is een van de oudste wijken van Buenos Aires, in het zuidoosten van het centrum, boven San Telmo en La Boca. De Plaza de Mayo (van de Dwaze moeders) ligt in Monserrat, evenals veel belangrijke publieke gebouwen. De Catalaanse monniken van de Maagd van Monserrat (de kloosterorde van de Zwarte Madonna van Montserrat) stichtten in 1769 een kapel waar de wijk naar vernoemd is. Blijkens de tekst is Montserrat ook de “wijk van de drums”, de plek dichtbij de haven van Buenos Aires waar de tango en de milonga geboren werden. Mogelijkerwijs is de tekst van deze milonga ontstaan als een poëtische verbinding van deze twee gegevens: de aanbidding van de Maagd van Montserrat en de milonga die in deze buurt haar roots had. Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Monserrat,_Buenos_Aires

Volledige vertaling

Felipe Zarzar & Anita Ponce – Flor de Montserrat

De milonga Flor de Montserrat wordt gedanst door Anita Ponce en Felipe Zarzar. Fenomenaal gedanst: zeer muzikaal, lekker dynamisch en een prachtige omhelzing van de dame. Datum en tijd: april 2019, Milonga Callejera Montevideo, de buitenmilonga van de hoofdstad van Chili. Het orkest dat speelt is van Rodolfo Biagi, de zang is van Alberto Amor.

Fausto Carpino y Stephanie Fesneau – Viejo portón

Het mooie Casa Valencia in Barcelona vierde op 27 februari 2014 zijn vijftiende verjaardag. De verjaardagswals werd gedanst door Fausto Carpino en Stephanie Fesneau. Hun walsjes zijn toch helemaal top: lekker swingend, prachtig in de muziek en mooi rondgaand. Hier interpreteren ze de wals Viejo Portón. De muziek die klinkt is van het orkest van Rodolfo Biagi, de stem is van Teófilo Ibáñez.

Nummer 

Gaston Torelli et Moira Castellano, “Caricias”

Het is 2012. Gaston Torelli en Moira Castellano dansen op het Tango Nuevo Festival de Montréal hun interpretatie van Caricias. Spannend dansje, mooi gedaan. Gaston en Moira zijn geen vaste danspartners, al dansen ze volgens mijn bronnen (Youtube) wel vaker met elkaar. Gaston Torelli is van afkomst Italiaan, maar woont in Argentinië. Zijn fysieke optreden suggereert wellicht dat zijn ego boven zijn lengte uitstijgt, maar dánsen kan hij. De muziek is van het orkest van Rodolfo Biagi, de stem is van Carlos Heredia.

Nummer 

Barbara Ferreyra y Exequiel Relmuan bailan ‘Campo Afuera’

Tijd voor milonga. Locatie is salon Canning, we schrijven mei 2016. Barbara Ferreyra en Exequiel Relmuan interpreteren Campo Afuera. Deze dansers hebben een eigen, aparte stijl, ze dansen anders dan anders: smeuïger, meer legato dan hoe de milonga gewoonlijk gedanst wordt. Ze zien er ook apart uit, een beetje camp, spooky. Het zal ermee te maken hebben dat ze ook de tango escenario beoefenen, een dramatische tangovorm uitgevoerd in theatersetting, iets heel anders dan de sociale dans van de salons. Desalniettemin dansen ze hier, heel lichtvoetig, een mooie combinatie van milonga lisa (in de tel) en milonga traspié (kleine versnellingen). De muziek, een milonga campera, is van Orquesta Rodolfo Biagi, de zanger is Theófilo Ibáñez.

Nummer