Cuando el amor muere – Libertad Lamarque

Een scene uit de film “Una vez en la vida” van regisseur Carlos Borcosque uit 1941, waarin een hoofrol voor Libertad Lamarque, actrice en zangeres. In de film gaat een vrouw trouwen met een apotheker uit een kleine stad. De nacht ervoor redt ze een vreemdeling van een ontvoering. Deze man lijkt in niets op haar kille verloofde en zij ontsnapt bijna met hem. Hier zingt Lamarque de tango Cuando el amor muere van Héctor Marcó en Alfredo Malerba (haar tweede man). In de salon zul je Lamarque trouwens nooit horen. Zij trad op voor publiek en nam ook platen op, maar nooit met dansorkesten.

Libertad Lamarque – Besos Brujos

In deze filmpopname zingt Libertad Lamarque de tango “Besos brujos”. Deze scene komt uit het gelijknamige muziekdrama uit 1937 geregisseerd door José Agustin Ferreyra. Haar tegenspeler in deze scene is Carlos Perelli. Libertad Lamarque Bouza (1908-2000) was een Argentijnse actrice en zangeres, één van de iconen van de Gouden Eeuw van de Argentijnse en Mexicaanse cinema. Ze werd beroemd in heel Latijns-Amerika en werd bekend als “Amerika’s lieverd”. Toen ze in 2000 overleed, had ze in 65 films gespeeld (21 in Argentinië, 45 in Mexico en één in Spanje) en in zes telenovelas, meer dan 800 liedjes opgenomen en ontelbare theateroptredens gedaan. Bron: https://es.wikipedia.org/wiki/Libertad_Lamarque

De componist van deze tango, Alfredo Malerba (1909-1994), niet te verwarren met zijn beroemdere broer Ricardo Malerba, was een Argentijnse pianist en muzikant, producent en scenarioschrijver, van 1945 tot zijn dood in 1994 getrouwd met Libertad Lamarque. Alfredo was de broer van orkestleider en bandoneonista Ricardo Malerba. Er was ook nog een derde broer Carlos, die viool speelde. Alfredo Malerba schreef tango’s zoals Besos brujos, Te lloran mis ojos, Canción de cuna, Cuando el amor muere, Un amor, Cosas del amor en Vendrás alguna vez. Bron: https://es.wikipedia.org/wiki/Alfredo_Malerba

Nummer 

Niebla del Riachuelo

Grimmige begraafplaats van schepen die bij het sterven er desondanks van dromen dat ze nog het zeegat zullen kiezen…

Niebla is Spaans voor “nevel” en Niebla de Riachuelo is de nevel boven de Riachuelo, een riviertje in het zuiden van Buenos Aires dat uitkomt in La Boca, de haven van die stad. Volgens de tekst van deze tango liggen daar tal van scheepswrakken te wachten op hun levenseinde. De tekstdichter wandelt langs de kade en vergelijkt de scheepswrakken met zijn gestrande liefde. Ook hij is een wrak dat zich vasthoudt aan zijn herinnering. Hij droomt ervan de stem van zijn geliefde te horen, de stem die eens zei; “Tot ziens”. Net als de bootrompen droomt de dichter ervan nog een keer uit te varen, maar hij beseft ook de onmogelijkheid ervan. HIj is zonder bestemming of hoop, als een scheepje in een fles in een shabby havenrestaurant.

De tango Niebla del Riachuelo speelt een rol in de film La fuga uit 1937, met zangeres Tita Merello in een van de hoofdrollen. In de film wordt Daniel, een rokkenjager en smokkelaar, achtervolgd door een politieagent. Bij zijn ontsnapping wordt hij geholpen door de berichten die zijn geliefde hem in code doorgeeft via de tango’s die zij in een radioprogramma zingt. Om zichzelf te verbergen doet hij zich voor als leraar in een klein stadje in Entre Ríos. Tegen de tijd dat de politie dit ontdekt, is hij al een heel nieuw leven begonnen. Zie deze scene uit de film, waarin actrice/zangeres Tita Merello Niebla del Riachuelo zingt. Bron: https://es.wikipedia.org/wiki/La_fuga_(pel%C3%ADcula_de_1937)

Volledige vertaling

Garúa – Roberto “El Polaco” Goyeneche

Deze opname komt uit de film El derecho a la felicidad (“Het recht op de vrijheid”) van regisseur Carlos Rinaldi uit 1968. De film gaat over drie dochters uit een volwassen huwelijk en hun problemen met hun respectievelijke vriendjes. In deze scene interpreteert een nog jonge Roberto “El Polaco” Goyeneche de tango “Garúa” van Troilo en Cadícamo. In de beelden zien we verder Ernesto Baffa op bandoneón. Niet zichtbaar, maar wel aanwezig in de muzikale begeleiding van El Polaco zijn gitarist Ubaldo De Lío en contrabassist Omar Murtagh.

Nummer 

Flores del alma – Lalo Schifrin, Viviana Vigil y Hector Pilatti

Deze video is een fragment uit de film “Tango” van Carlos Saura uit 1998. In deze scene zingen Viviana Vigil en Hector Pilatti de tangowals Flores del alma. Zij worden op piano begeleid door Lalo Schifrin, tevens de componist van alle muziek in deze film. De plot: de regisseur Mario Suárez wil een film maken over de tango. Hij wordt verliefd op Elena Flores, de vriendin van een van zijn investeerders. Wanneer Mario verwijzingen in de film wil verwerken naar de Vuile Oorlog, beginnen zijn geldschieters hem te saboteren. Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Tango_(1998)

Nummer 

Desde al alma

Ziel, als je zo gekwetst bent, waarom weiger je dan te vergeten?

Dit lied is een Bostonwals, een langzame versie van de Argentijnse wals, ontstaan in Boston, USA. De titel Desde el alma betekent zoveel als “Vanuit de ziel”. In de tekst wordt een ziel op een positief-moralistische manier toegesproken, of spreekt zichzelf toe: “Als je zo gekwetst bent, ziel, waarom weiger je dan te vergeten? Waarom hang je zo aan de rouw, aan de liefde die verloren is gegaan, aan de herinnering van dat wat over is?” De tekst doet een suggestie voor verandering: “Stel je open voor een nieuwe liefde. Kijk, de zon schijnt, durf weer te dromen!” De moraal: “Je bent zo goed geweest voor de liefde, wees dan niet onnodig ongelukkig door te boeten voor iets dat je niet verdiende.”

De muziek van deze wals werd gecomponeerd Rosita Melo, de eerste vrouwelijke componist van Zuid-Amerikaanse muziek. Dat was in 1911, zij was toen amper 14 jaar oud. In 1920 werd het nummer — instrumentaal, dus zonder tekst — opgenomen door het orkest van Roberto Firpo. Spontaan ontstonden er tekstversies, maar de eerste, officiele tekstversie werd in 1920 geschreven door haar vriend en latere man, de dichter Victor Piuma Vélez. In 1947 ontstond de tweede, definitieve versie van de tekst, die met welwillende medewerking van Victor Piuma Vélez geschreven werd door Homero Manzi, naar aanleiding van de film “Pobre mi madre querida” (1948) waarover Manzi de directie voerde. In de film wordt het lied gezongen door Hugo del Carril. In 1947 werd deze versie opgenomen door Nelly Omar met het orkest van Francisco Canaro.

Rosita Melo was de artiestennaam van Rosa Clotilde Mele (1897-1981). Haar ouders waren Italiaans. Vanaf 1900 woonde de familie in Buenos Aires. Zij bespeelde van jongaf de piano en componeerde tango’s zoals “Tatita” en “Oración”, pasodobles, marsen, polka’s, estilos, maar geen daarvan had de weerslag en het overweldigende succes van “Desde el alma”. In 1922 trouwde zij met de dichter Víctor Piuma Vélez. Rosita studeerde af als pianolerares aan het Thibau-Piazzini conservatorium en werd later concertpianist en conservatoriumdocent. Ze gaf concerten met klassieke en populaire muziek en ontving talrijke medailles en prijzen. Bron: https://www.todotango.com/historias/cronica/183/Desde-el-alma-Desde-el-alma-un-vals-criollo-y-romantico/

Volledige vertaling
Nummer 

Dime, mi amor

Zeg me, mijn lief, of je nog steeds van mij houdt, of de afwezigheid jouw liefde niet omgebracht heeft.

De tango Dime mi amor bezingt een onzekere liefde. De titel betekent “Vertel me, mijn lief”. De geliefde wordt gevraagd te vertellen of hij/zijn nog steeds liefde voor de ander voelt. Of de afwezigheid en afstand meer kwaad dan goed hebben gedaan. En of de liefde uit het verleden ook nog in het heden leeft. De tekst slaat op iemand die met een voormalig geliefde danst – een bijzondere situatie waarin dergelijke gevoelens wel eens zouden kunnen opspelen.

De tekst van deze tango heeft niet veel om het lijf. Waarschijnlijk heeft dat te maken met het feit dat dit liedje uit een tangofilm komt, de film Yo quiero ser bataclana uit 1941 (“Ik wil een showgirl zijn”). In deze film schittert de komische filmster Niní Marshall, in Argentinië ook bekend onder haar alter ego Catita. Zij speelt een arrogante ster met een groot hart. Zij trekt op met een partner die verliefd is op de schuchtere muzikale leider. Haar ruziënde metgezellen maken deel uit van een musicalgezelschap dat meer tijd doorbrengt in tweederangs hotels dan op het podium, dat reist in gammele treinen en dat altijd hongerig is. Zie de volgende link voor de desbetreffende scene uit de film, met in de orkestbak orkestleider Juan D’Arienzo: https://www.youtube.com/watch?v=iHB56I7BXSU&t=1993

Het nummer Dime, mi amor is vooral bekend in de uitvoering uit mei 1941 van het orkest van Juan D’Arienzo met zanger Hector Mauré. Het jaar ervoor, in 1940 op het carnaval van Montevideo, Uruguay, verloor Juan D’Arienzo al zijn muzikanten, inclusief zanger Alberto Echagüe omdat hij weigerde in te gaan op hun salariswensen. Meteen creëerde D’Arienzo een nieuw orkest met onder meer de zangers Alberto Reynal en Carlos Casares. Eind 1940 wordt Casares vervangen door Héctor Mauré. Met Mauré krijgt het orkest een meer lyrische stijl, niet zo uitgesproken ritmisch. Mauré’s stijl van interpreteren was dramatisch en melodieus tegelijkertijd. Een bijzondere stem, met een gedempt baritonregister, een aangenaam timbre en heldere dictie, een krachtige, melodieuze en goed gevoicede stem, met een Gardeliaans randje. Tussen eind 1940 en 1944 nam hij met D’Arienzo 51 nummers op. Hun laatste opname was op 21 juli 1944, met de wonderschone en zijn meest lyrische tango “Amarras”. Mauré was de zanger die D’Arienzo inspireerde om zich gedurende deze vier jaar aan te passen aan een meer lyrische stijl. Niet geheel toevallig was de lyrische stijl in die bewuste periode het meest in vogue. Bron: http://www.tangobythesea.com/2015/10/dime-mi-amor-tell-me-my-love.html

Volledige vertaling
Nummer 

Ada Falcón – Sentimiento gaucho

Ada Falcón was in het Argentinië van de jaren ’20 en ’30 van de twintigste eeuw een beroemde zangeres en actrice. Als zangeres in het orkest van Francisco Canaro verwierf ze nationale en internationale faam. Ze nam meer dan tweehonderd nummers op. In dit filmfragment zingt ze de tango Sentimiento gaucho. De scene is een fragment uit de film Idolos de la radio uit 1934. De (naar het schijnt matige) film draait om een aantal liefdesverhalen die zich afspelen in en om een radiostation. Medespelers zijn onder andere Ignacio Corsini, Tita Merello en Ernesto Famá.

Ada Falcon (1905-2002) was mezzo-sopraan, hetgeen een ongebruikelijk register was voor tangozangeressen uit die tijd — de meeste zangeressen waren sopranen. Van 1932 tot 1942 was zij minnares van Francisco Canaro, maar hij weigerde voor haar zijn huwelijk op te geven. Zij stond bekend om haar luxueuze levensstijl: ze hield van bontjassen, dure juwelen en snelle sportwagens. In 1942 trok “La Joyita Argentina” zich plotsklaps terug uit het openbare leven. Ze kwam slechts een enkele keer naar buiten om in zwart gekleed een mis bij te wonen. Op een gegeven moment nam ze zelfs haar intrek in een klooster in de provincie Córdoba. Aan het eind van haar leven werkte ze mee aan een documentaire over haar leven, waarin ze ook een kort interview gaf. Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Ada_Falc%C3%B3n

Alfredo de Angelis – Dante – Martel “Pregonera”

Dit videofragment is een scene uit de tangofilm “El cantor del pueblo” uit 1948. De film gaat over een tangozanger die beroemd probeert te worden. In deze scene treden op, in volgorde van opkomst: het orkest van Alfredo De Angelis (himself waarschijnlijk achter de piano), zanger Julio Martel en zanger Carlos Dante. Uitgevoerd wordt een van de bekende duetten van De Angelis, “Pregonera”. Het lied gaat over een knap bloemenverkoopstertje dat rozen en anjers uitvent.

Nummer 

Hugo Del Carril (Sacachispas)

In deze video zingt Hugo del Carril de milonga Saca chispas. De scene komt uit de tangofilm Historia del 900 uit 1948/49. In de film passeert een overvloed aan tangoliederen, onder andere: El llorón, El choclo, El esquinazo, Rosas de abril, La morocha en natuurlijk deze Sacachispas. Hugo del Carril was de artiestennaam van Pierre Bruno Hugo Fontana (1912-1989). Hij begon zijn carriere als zanger en als acteur. Al snel werd hij een bekende filmster, later ook regisseur en filmproducent. De film Historia del 900, over de zeden en gebruiken van het eind van de negentiende eeuw, is één van zijn eerste producties. In de salon zul je Hugo del Carril overigens zelden of nooit horen: hij was meer een cancionistá à la Carlos Gardel dan zanger bij een dansorkest, al heeft hij een enkel nummer opgenomen met het orkest van Edgardo Donato.

Nummer 

Virginia Luque – Desencanto

De tangofilm “Del cuplé al tango” (1959) draait om de strijd van de dochter van een beroemde cabaretier uit Madrid om in de tango te zegevieren. De hier jonge Virginia Luque speelt de hoofdrol. In deze scene zingt ze de tango “Desencanto” van Enrique Santos Discépolo. Virginia Luque (1927-2014) was een Argentijnse actrice en tangozangeres die in meer dan twintig tangofilms heeft opgetreden. In internetvideo’s vind je haar in veel televisieopnamen uit de zeventiger jaren tangos zingen. Bron: https://es.wikipedia.org/wiki/Del_cupl%C3%A9_al_tango

Nummer 

Fumando espero

Geef mij de rook uit je mond, geef me die, opdat het vuur in mij ontbrandt.

Dit lied dat stamt uit 1922, toen roken nog sexy en opwindend was. “Al rokend wacht ik”, zo luidt de titel. Dat wachten is op de geliefde die ook rookt. Het lied vermengt suggestief de passie van de liefde met het vuur van de sigaret. Het lied is mede zo sterk vanwege de melodieuze, bijna swingende zinnen. Uit het laatste couplet: sus espirales son sueños celestiales, oftwel zijn (rook)spiralen zijn hemelse dromen. Die spiralen vormen op hun beurt glorieuze wolken waarin de vuurpunt van zijn sigaret straalt als een heldere ster. De sigaret niet alleen als naspel (derde couplet), maar ook als voorspel.

Deze tango van Spaanse origine werd in Argentinië geïmporteerd door zangeres Tania, de partner van Enrique Santos Discépolo. Het lied werd in Buenos Aires al snel een succes en werd voor het eerst in een instrumentale versie opgenomen door Roberto Firpo. Rosita Quiroga nam het op voor het Victor-label in juli 1927. Ignacio Corsini nam het op in december 1927 met de teksten aangepast aan de mannelijke zanger. In de jaren 50 werd deze tango erg populair. Hector Varela, in 1955 voor het Columbia-label, en Carlos Di Sarli in 1956 voor het Victor-label, namen het succesvolle nummer op met de stem van Argentino Ledesma. Ook in de populaire muziek duikt het nummer regelmatig weer op, zij het vaak als persiflage op deze uitvoering van Sara Montiel (een fragment uit de film El Último Cuplé).

Volledige vertaling
Nummer 

Jorge Vidal canta El Llorón

Jorge Vidal zingt de milonga “El Llorón” in Arturo Mom’s film “El Tango en París” uit 1956. De film gaat over een tangozanger die naar Parijs reist op zoek naar succes. Jorge Vidal was daadwerkelijk een tangozanger; in 1949 en 1950 zong hij bij het orkest van Osvaldo Pugliese (o.a. Puente Alsina, Vieja Recova en Porque canto el tango). In de salon zou je hem een doodenkele keer kunnen horen, maar de nummers met Morán, Chanel en Maciel zijn veel bekender, naast natuurlijk de vele instrumentale nummers van het orkest van “San Pugliese”.

Nummer 

El cantor del pueblo

Roberto Quiroga zingt No me pregunten por qué. Het videofragment is een scene uit de film El cantor del pueblo (De stadszanger), een Argentijnse muziekfilm uit 1948. De film gaat over drie tangozangers die beroemd willen worden. In de film treden vele orkesten op, onder andere die van Juan D’Arienzo, Alfredo De Angelis, Roberto Firpo en Domingo Federico. Zanger, acteur en tekstschrijver Roberto Quiroga zul je in de salon niet veel horen, hij heeft vooral veel voor de radio gezongen. Op Tango.info staat hij vermeld met twaalf opnamen, waarvan twee bij een bekend orkest, dat van Julio de Caro.